Logo
Print deze pagina

De Industriële Revolutie in GB

Deel dit artikel:

- IR = mechanisering van de industrie

- Nood aan: Liberaal-economisch klimaat  geeft politieke vrijheid = bouwsteen 1e IR

 Klimaat is aanwezig in GB vandaar Take-off

Agrarische Revolutie in GB

- De regering komt in handen van de grondbezitters  Agrarische Revolutie.

 experimenteren met ≠ methoden.

- Grondbezitters willen een verbetering waarvoor investering van kapitaal noodzakelijk is + het oude dorpsysteem vormen een barrière. (= deel van de common law)

 wegwerken barrière  parlementaire actie voor nodig

Parlement = gecontroleerd door de grondbezitters.

Voor men het parlement controleerde hebben de grondbezitters ≠ enclosure acts doorgevoerd.

Waarop grond onder het beleid van privéondernemers komt te staan + onder het management van individuen.

 Resultaat = het stijgen van de productiviteit  veel mensen worden loonarbeiders. (worden mobiel)

 Encolusures  kapitaalaccumulatie  geïnvesteerd in innovaties

- ≠ met het continent: de agrarische methodes waren er minder productief + rurale arbeiders waren veel minder mobiel.

Industrialisering in GB: prikkels + uitivindingen

- Op het einde van de 18e en begin 19e Eeuw  agrarische revolutie

 GB: veroveren van koloniaal imperium + commando over de zee + afbakenen van markten over Amerika en Europa.

- GB: heeft kapitaal  financieren van nieuwe ideeën voor het opdrijven van de productiviteit.

- Vernieuwingen in de textielindustrie  Condities = het land moet al rijk zijn.

- Belangrijkste uitvinding = Stoommachine  het gevolg van hout tekort.

 Werd naast de industrie ook gebruikt in Transport, ze werden op voertuigen geplaatst.

- De IR in GB vond in den beginne vnl. plaats in de textielindustrie

- IR: relativeren  symboliseert vnl. de drang naar vooruitgang.

Een aantal sociale gevolgen van de Industrialisering in GB

- Enorme bevolkingsgroei in GB  zeer onevenwichtig

Het ontstaan van nieuwe steden geheel uit het niets  Belangrijk = Manchester

 belangrijk industriële stad.

totaal andere samenleving; ontstaan van fabrieksproletariaat  wordt sociale drukkingsgroep

- Deze nieuwe steden konden niet inspelen op de snelle urbanisatie.

 het waren zeer grauwe plaatsen.

 Maar men vraagt enkel ongeschoolde arbeiders geschoolde arbeiders voelen hun gedegradeerd.

- Lonen = standaard voor ongeschoolde arbeid MAAR nog steeds enorm laag.

- De omstandigheden zijn lang niet optimaal: veel uren, …

- De eerste industriële kapitalisten = de fabriekseigenaars  self-made men

 Hebben hun positie geheel te danken aan hun eigen intelligentie en hun volharding.

- De allereerste Factory Act  reguleren van de condities waarin kinderen worden aangenomen.

- GB: geen getrainde, professionele beheerders  het ging vnl. om de wil van de fabriekseigenaars.

 Deze willen met rust gelaten worden, ze vinden het onnatuurlijk dat er gemoeid met hun zaken.

Klassieke Economie: “Laissez-faire”

- Adam Smith  principe van vrije markt.

 productie en economie bevatten enkele natuurlijke wetten waarin men vrij moet kunnen handelen.

 Laissez-faire = Er is een wereld van economische relaties geheel onafhankelijk van de politieke. Het is de wereld van de vrije markt die zichzelf onder de “natuurlijke wetten”.

- Iedereen zou zijn verlichtende zelf moeten zijn en rationeel denken en zijn eigen interesse vervullen.

 De overheid zou zo weinig mogelijk moeten doen  alles zoveel mogelijk privé-initiatief

- Bij de arbeiders krijgen we wel het ontstaan van een gevoel van solidariteit, politieke eisen ed.

 waarbij men georganiseerd raakt + arbeidsbeweging sticht

 GB wordt voor vooruitstrevende mensen in andere landen het model.

Men wil leren van hun industriële methodes + het imiteren van hun politiek systeem.

Copyright © 2019. All rights reserved.