De eerste revolutie april 1302
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 847 keer
In dit opstandige klimaat kwam het in april 1302 opnieuw tot een uitbarsting in Gent. De ambachtslieden en textielnijverheid legde massaal het werk neer uit protest tegen de patriciërs en het opnieuw invoeren van de verbruiksbelastingen door Filips de Schone. Maar de bijna tienduizend gewapende textielarbeiders dreven de patriciërs in het nauw bij het gravensteen waardoor deze wel moesten toegeven & trouw zweren aan het gewone volk. Hierna vluchten vele naar Brugge.
In Brugge was er een opstand, klauwaerts (met o.a. Willem van Gulik) tegen Leliaerts (patriciërs genoemd naar het Franse wapenschild). De Klauwaerts hergroepeerden om weerstand te bieden tegen de repressie toen het Franse leger Brugge binnengedrongen was. De Klauwaerts verrasten ten minste honderd twintig Fransen, Henegouwse en Brugse patriciërs met een Frans accent in hun slaap en sneden hun keel af. De Franse adel bereide zich voor op een bloedige wraakoefening. Graaf Gwijde van namen voegde zich bij het leger van Gulik, het mondde uit in de slag op 11 juli waarin ze afgeslacht werden door onedele Vlamingen.
Met de verschillen in opvatting over krijgsvoering (vechten uit overtuiging en eigen volk of vechten voor eer en sport) hingen ook fundamenteel tegengestelde maatschappijvisies samen. De overwinning van de Slag der Gulden Sporen, betekende ten eerste dat het graafschap Vlaanderen zelfstandig werd en ten tweede dat ambachten inspraak en erkenning kregen. Deze politieke en sociale revolutie kende grote navolging in Luik, Mechelen en Brabantse steden (hier iets minder).