De complementariteit der gewesten 14e- 16e eeuw
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 922 keer
De expansie van de Hollandse handel en nijverheid valt alleen te begrijpen door deze te plaatsen in haar samenhang met de omringende regio’s. Van de Hanzesteden werden de methoden voor het brouwen van bier en de conservering van haring nagebootst, van Vlaanderen en Brabant de technieken voor de bereiding van laken. De Zuidelijke- Nederlanden vormden een belangrijke afzetmarkt, terwijl van daar graan werd ingevoerd.
De complementariteit tussen gewesten onderling speelde duidelijk ook een rol rond Vlaanderen. Bij een boycot door de Hanze zochten zij een uitwijkplaats in Dordrecht. Toch slaagde Hollander er niet in Vlaanderen de loef af te steken in de handel. De reden hiervoor is dat de Hanze er nooit aan zou denken haar vaste basis Brugge op te geven.
De voorsprong die de Vlaamse economie had vanaf de 11e eeuw, bleef gehandhaafd tot het einde van de 15e eeuw.
De regionale verschuiving van activiteiten werd bepaald door gunstigere productievoorwaarden. De mobiliteit werd veroorzaakt door de logica van de kapitalistische productiewijze, die al duidelijk leefde bij de groothandelaars van die tijd. De economische dynamiek vond haar oorsprong in het winstbejag van groothandelaren.