concentratie en verspreiding van industriële vooruitgang in de 16de eeuw
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 938 keer
a. stijging inkomen per capita in Europa na 1450 = toename vraag naar fabrikaten
- gebieden met primitieve econ. kunnen vraag niet direct beantwoorden à prijzen ↑, kwaliteit ↓
- gebieden met vooruitstrevende econ. & industriële traditie kunnen vraag wel opvangen
- door herstructurering industrie was ambachtelijke productie gestegen
- voor 16de eeuw enkel voor thuismarkt, daarna exportsector voor Europa in Nederland & Italië
b. gevolgen:
- achtergebleven streken konden geen dominerende gespecialiseerde industrie opbouwen + bestaande weggeconcurreerd door producten uit vooruitstrevende streken à industriële expansie werd zo betaald door stagnatie in minder fortuinlijke gebieden
- vooruitsrevende zones steeg inkomen nationaal + per capita (door hogere productie)
- dankzij export: meer werkgelegenheid, meer geschoolde arbeiders ingezet voor meer waardevolle producten, schaalvergroting, arbeidsverdeling binnen luxe-industrie, verrijking kooplieden door verre handel
- plattelandsnijverheid (linnenindustrie) in Ned. verschafte de landbouwers een extra-inkomen
- productie v. gestandardiseerde fabrikaten, gesteund op arbeidsverdeling, verhuisde naar platteland, waar lonen lager bleven