Civilisations sont des continuités (Fernand Braudel).
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 908 keer
Braudel definieert beschavingen als 4 overlappende (maar daarom niet in tijd en plaats gelijke) ruimtes of arena’s
Hij onderscheid er 4
1) Beschavingen zijn fysieke of ecologische ruimtes
Wordt gedefinieerd door de natuurlijke omstandigheden en de keuzes die de mens binnen die omstandigheden gemaakt heeft
2) Beschavingen zijn culturele ruimtes
Specifieke culturele standaarden en patronen (collectieve mentaliteit, religie)
3) Beschavingen zijn sociale ruimtes
Sociale patronen bepalen type van samenleving. Hierin ontwikkelen zich sociale groepen en verhoudingen
4) Beschavingen zijn economische ruimtes
Elke beschaving moet rijkdom, surplus creëren om te overleven
Basis is landbouw, hierop bouwen zich meestal systemen van industriële activiteit en handel
Een beschaving verbindt deze 4 tot 1 geheel en geeft er continuïteit aan.
Ze zijn niet eeuwig en kunnen verdwijnen door interne spanningen, wijzigingen van de fysische omgeving of door conflicten met andere volkeren. Religie is het hart van elke beschaving. (Braudel)