Aristoteles 384-322 v.C. (leerling van Plato)
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 815 keer
Eerste grote systematicus, hij stelde zijn inzichten voor in cursussen.
Kennisleer: hij aanvaardt de betekenis van de vormen als kennisobject, MAAR gelooft niet dat ze een afzonderlijk bestaan zouden leiden, vormen bestaan alleen in de dingen zelf. De kennis van vormen gebeurt via een abstractieprocédé : nadat we talloze, concrete, onvolmaakte benaderingen van cirkels hebben gezien, vormt zich in onze geest het begrip ‘de volmaakte cirkel’. Het denkproces moest volgens strenge regels verlopen en hij ontwierp hiervoor: de logica.
Ervaring is volgens Aristoteles eerder ‘ondervinding’, dat wil zeggen inzicht dat men verkrijgt door ouder te worden en veel te hebben beleefd.
De wereldvisie is teleologisch; klemtoon op de doelgerichtheid die ogenschijnlijk in de wereld aanwezig is. De wereld kan men verklaren door het doel aan te wijzen waarnaar alles streeft. De causale/ oorzakelijke verklaring zette zich verder door bij de ontwikkeling van de moderne natuurkunde.
ethica en politiek: meer pragmatisch, meent dat de juiste inzichten uit de reflectie over de menselijke activiteit zelf moeten groeien.