Aanval op het hegeliaanse christendom: Feuerbach
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1776 keer
- Fout van Hegel
Filosofie gaat uit van de theologie
- Nieuwe filosofie
Moet in de eerste plaats op de mens gericht zijn: ombuigen van de filosofie van het Absolute tot een filosofie van de mens (= antropologie)
- Aandacht voor zintuiglijkheid
- Aandacht voor de medemens
- Mens = eindig, sterfelijk, heeft behoeften, gewaarwordingen, overtuigingen en gevoelens
- Antropologie als kern van de godsdienst
- “Das Wesen des Christentums”
Ontwikkeling godsdiensten = groeien naar het inzicht dat de mens zichzelf als hoogste voorwerp van inzet en verering moet stellen
- God is een projectie van de mens
- Goddelijk wezen = wezen van de mens dat geobjectiveerd, aanschouwd en vereerd wordt alsof het een ander, vreemd wezen was
- God = projectie van eigenschappen die de mens bij zichzelf positief vindt
- God = mens ontdaan van alle beperkingen
- Historische visie
Religie en ontwikkeling ervan = positief : opeenvolging van noodzakelijke tadia in de groei van de mens tot zelfkennis
- God – is – dood – theologie
(100 jaar voor Nietsche!)
Stelde vast dat in het alledaagse leven van de mens de godsdienst geen realiteit meer was, maar een loutere ‘idée fixe’
- Historische betekenis van Feuerbach
- Antropologie en godsdienstopvattingen had grote invloed op Marx
- Godsidee is projectie van de menselijke natuur inspireerde in de 20ste eeuw tal van vrijzinnige kringen
- Antropologisering wordt aangevoeld als één van de meest overtuigende aanvallen op het godsgeloof, waardoor het een vaak terugkomend thema van de apologetica (‘geloofsverdediging’) werd