Welvaartsinterpretatie van vraag en aanbod
- Veronderstel:
- Waarde van goed = bereidheid tot betalen voor dat goed
- Consumentensoevereiniteit
- Consumentensurplus(stijgt met afname prijs)
- = Totale bereidheid tot betalen (OABC) – Hetgeen alle consumenten samen werkelijk betalen (Op0BC)
- Producentensurplus (daalt met afname prijs)
= Totale opbrengsten (Op1EF) – Totale kosten (ODEF)
- Perfecte concurrentie met identieke ondernemingen (vlakke aanbodcurve): producentensurplus = 0 (niet op grafiek)
Figuur 8.9.: De vraagcurve en de bereidheid tot betalen voor broodjes (a) en het consumentensurplus (b)
Figuur 8.9: De aanbodcurve en de prijs die de productenten vragen voor broodjes (a) en het producentensurplus (b)