Wat bepaalt de prijselasticiteit?
- Gepubliceerd in Economie
- Lees 2310 keer
Belangrijke determinant: beschikbaarheid van substituten. Als je een goed hebt met veel substituten, is de vraag elastisch. Bv merk benzine. Daarvoor zijn andere merken beschikbaar. Prijselasticiteit naar 1 merk benzine: prijselastisch, vele substituten ter beschikking. Vraag naar benzine in zijn geheel: minder prijselastisch omdat er minder substituten zijn, dan is het diesel of olie.
Dingen die je kan missen, bv skivakantie: prijselastisch, prijsgevoelig.
Hoe enger je een goed definieert, hoe meer substituten en des te prijselastischer de vraag.
Hoe belangrijker een goed is bij C, des te prijsgevoeliger. Tandpasta: redelijk prijsongevoelig en producenten spelen daarmee. Maar bv een auto, daar begin je te vergelijken enz. Kortingen vaak bij producten die prijselastisch zijn. De prijs is belangrijk. Andere dingen die prijsinelastisch zijn, daar is meer reclame die product differentiëren. Dan spelen producenten niet in op de prijs, maar op het product zelf.
Laatste puntje: hoe langer de tijd verstrekt, hoe prijselastischer het wordt. Zie vb van roken!
Een inkomensgevoelig goed is doorgaans ook prijsgevoelig. Wanneer inkomens schommelen, schommelt ook de vraag naar exotische vakanties. Dat type vakantie is ook zeer prijsgevoelig, er is veel prijscompetitie tussen producenten.
Prijsinelastische vraag: vraag naar basisproduct. Aanbod verschuift naar rechts->grote prijseffecten, maar beperkte kwantiteitseffecten. 4.2 prijs, gevraagde hoev en totale bestedingen (of omzet)