. Van boer-arbeider tot industrieel beroepsarbeider
Tot in de negentiende eeuw was landbouw de bron van inkomsten. Daarna was de boerderij niet meer de enige bron van inkomsten, huisnijverheid begint een belangrijke rol in te nemen. Dus combinatie van landbouw & huisnijverheid. Men spreekt van een vroege industriële ontplooiing. Dit mooie verhaal blijft echter niet lang duren: men spreekt van het arme Vlaanderen vanaf tweede helft 19de eeuw, daar waar er hongercrisis was en oogsten mislukten. Men ging opzoek naar alternatieven: pendel, migratie, armoede-industrieën als kleding en kant. Zo werd de industriële sector van groot belang, waar steenkool de basis vormde voor de industriële revolutie! De boer-arbeider moest plaats ruimen voor de beroepsarbeider.