Natuurlijk milieu
Het natuurlijk leefmilieu omvat het water, de bodem, de lucht en de ecologische samenhang van deze milieucomponenten. Dit milieu heeft voor de mens talrijke mogelijkheden, milieufuncties genoemd.
Men kan deze milieufuncties in 5 groepen onderbrengen:
- De inputfunctie:
grondstoffen en energie voorzien om de productie gaan te houden.
- De ruimte-scheppende functie:
de ruimte die het milieu verschaft om productieprocessen en de opslag van goederen in onder te brengen.
- Woonfunctie
een gezond leefmilieu voor de instandhouding van het menselijk leven.
- Recreatieve functie:
Water, lucht en bodem maken het mogelijk zich te ontspannen.
- Afval-ontvangende functie
Afvalstoffen uit de industrie kunnen in het milieu worden geloosd. Op die manier bespaart men productiefactoren die anders voor de sanering van deze afvalstromen nodig waren, maar dit zorgt wel voor vervuiling van andere milieufuncties.
De 3 dimensies van de beschikbaarheid van een milieucomponent:
- Ruimtelijke milieu-schaarste:
Dit impliceert dat de natuurlijke ruimte tekortschiet om te voldoen aan alle functies die de samenleving wil benutten. (bv. Autowegen aanleggen in een dichtbevolkte stad impliceert opoffering van groene zones.)
De ruimtelijke ordening zorgt voor het oplossen van deze allocatieproblemen.
- Kwantitatieve milieu-schaarste:
Dit impliceert dat de hoeveelheid van een bepaalde milieucomponent te gering is om aan alle voorgenomen functieafspraken te kunnen voldoen.
Bv. Grondstoffen -> hierbij heb je 2 soorten: de hernieuwbare en niet-hernieuwbare. Bij de eerste moet je zorgen dat de instandhouding van de voorraad verzekerd is. Bij de 2de moet men zuinig zijn bij productie en consumptie hiervan. Men moet het gebruik van deze grondstoffen zoveel mogelijk beperken.
- Kwalitatieve milieuschaarste:
Dit impliceert dat milieufuncties indirect, via een verandering in de kwalitatieve eigenschappen van een milieucomponent, met elkaar rivaliseren.
Bv. Vervuiling -> oplossing: antivervuilingsbeleid.