Evenwicht op de betalingsbalans
- Gepubliceerd in Economie
- Lees 1807 keer
Saldo lopende rekening 70
saldo financiële rekening -62
Overschot op de betalingsbalans---- 8
In NL-> een overschot. Zelden/nooit komt een betalingsbalans in evenwicht voor. (ingaande en uitgaande geldstromen zijn dan precies gelijk aan elkaar) Vrijwel altijd een overschot of een tekort op de betalingsbalans.
Overschot op de betalingsbalans: Actieve betalingsbalans
Tekort op de betalingsbalans: Passieve betalingsbalans
Materieel evenwicht: Inkomende+uitgaande geldstromen zijn gelijk aan elkaar.
Er vind dat n geen verandering plaats in de hoeveelheid buitenlandse betalingsmiddelen die het land bezit (er gaat immers even veel van dat geld weg als dat er bij komt). ? Formeel evenwicht: als de verandering van de voorraad internationale betalingsmiddelen wél meetelt bij de opstelling van de betalingsbalans. Het saldo komt dan uit op nul. Betalingsbalans is formeel altijd in evenwicht.
Boekhoudkundig om het saldo op nul te krijgen.
Formeel is de betalingsbalans dus altijd in evenwicht per saldo. De mutatie van de hoeveelheid internationale betalingsmiddelen zorgt daar voor (wisselkoersen????)
Salderingsrekening: Rekening waar de verandering van het nationale bezit aan internationale betalingsmiddelen wordt genoteerd.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Effecten onevenwichtige betalingsbalans:
Gevolgen actieve betalingsbalans: (Ingaande geldstroom > uitgaande geldstroom)
Meer vreemd geld in het land: Omgewisseld voor eigen valuta; meer geld in NL, als dat geld in het binnenland besteden neemt de vraag toe zonder dat de productie stijgt: (bestedings)Inflatie. De exportpositie kan in gevaar komen als de inflatie in NL hoger is als in andere landen.(prijs is te hoog voor het buitenland, ze gaan naar een ander land)
Daardoor ontstaat weer werkloosheid.
Gevolgen passieve betalingsbalans: (Uitgaande geldstroom > ingaande geldstroom)
Na een tijd: nationale verarming. Exportopbrengsten zijn te weinig voor de import.
Deviezenvoorraad neemt af. Men kan dan nog lenen in het buitenland, maar dat heeft ook een einde. Andere landen zetten leveringen stop, en dat is ook negatief.
Op den duur dus ook ongunstig.
Dus: overschotten en tekorten zijn allebei niet gunstig: liefst rond het evenwicht. .
Voorraad internationale betalingsmiddelen wijzigt alleen als met een niet-euro land betalingsverkeer plaats vindt. (eurogebied met de rest van de wereld)
Eurobetalingsbalans heeft een overschot? voorraad internationale betalingsmiddelen van het eurogebied neemt toe.
Reserve van internationale betalingsmiddelen in bezig van bedrijven/banken, maar óók een officiële reserve: onder beheer van de Europese centrale bank (goud, effecten,deviezen, vorderingen internationaal monetair fonds)
Dekking van de hoeveelheid uitgegeven geld. Overschot niet gelijk gevolg voor deze reserves. Banken kunnen een deel van hun deviezenvoorraad aan de DNB/ECB verkopen. (dan nemen de officiële reserves toe).