Menu

De geldhoeveelheid

Deel dit artikel:

Prijzen ondergaan zowel de weerslag van de schaarste van de betrokken producten, als de weerslag van de veranderingen in de schaarste van het geld. Wanneer de prijzen van producten toenemen door een daling van de schaarste van geld, spreekt men van inflatie.

De totale geldvoorraad van een land is lager dan de waarde van de gerealiseerde transacties met dat geld. Om dit te berekenen moet men de geldvoorraad vermenigvuldigen met de omloopsnelheid. De omloopsnelheid is de snelheid waarmee geld van eigenaar verwisselt gedurende 1 jaar.

De rol van geldhoeveelheid wordt duidelijk in de klassieke kwantiteitswet.

M = de geldhoeveelheid

= de omloopsnelheid

P = het algemeen prijspeil

T= de hoeveelheid verhandelde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode.

Bespreken zie boek blz. 22

Het huidige geldstelsel steunt enerzijds op papieren biljetten en munten (chartaal geld) en anderzijds op rekeningen bij banken (giraal geld)

Het girale geld neemt de belangrijkste plaats in in de huidige samenleving. Men gaat geld overschrijven: een bepaald bedrag wordt van een persoon zijn rekening gecrediteerd, dat bedrag wordt dan via zijn financiële instelling overgedragen naar de rekening van de ontvanger in diens financiële instelling. De overschrijvingen worden geregeld in de clearing houses.

De creatie van het giraal geld maakt het mogelijk dat de geldhoeveelheid in een economie door de commerciële operaties van andere banken dan de emissiebank toeneemt. Men weet dat het gedeponeerde geld niet in eens wordt opgevraagd en men kan met dit overschot aan geld dus leningen verstrekken en hieruit winst putten. Wanneer deze lening wordt overgeboekt naar een andere bank zijn dit nieuwe inkomsten in de originele bank en nieuwe kasvoorraden voor de nieuwe bank.

Banken staan ook kredieten toe onder de vorm van handelspapier. Dit zijn handelsvorderingen die handelaars naar de regels van handelsrecht ten opzichte van hun cliënten opmaken en die zij voor hun vervaldatum aan de banken tegen liquide middelen overdragen. Op deze manier beschikken handelaars vlugger over liquiditeiten, daar staat tegenover dat ze een depositobijdrage en een intrest moeten betalen op het bedrag. Bij de vervaldatum incasseert de bank het geld van de klant. Als de bank een tekort heeft aan liquiditeiten kan het ook aankloppen bij een andere bank, door herdisconto. (hetzelfde doen maar tussen 2 banken)

De geldvoorraad van een land is het totaal van munten, biljetten en dadelijk opvraagbare zichtrekeningen in handen van niet-geldscheppende huishoudingen.

De geldvoorraad = verplichtingen op zicht – chartaal geld voorraad

Definities geldvoorraad:

M1 bevat bankbiljetten en munten, direct opvraagbare deposito’s en tegoeden in ‘elektronische portemonnees’. (klassieke definitie)

M2 bevat M1 en spaardeposito’s en termijndeposito’s op een termijn van minder dan 2 jaar.

M3 bevat M2 en andere kortlopende bankpassiva.

M4 bevat M3 en schatkistcertificaten en schatkistbons in handen van ondernemingen en private personen.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen