Het veld van de televisie
- Gepubliceerd in Marketing
- Reageer als eerste!
- het “veld van de televisie” wordt onderworpen aan een commerciële logica
- de logica van het televisie-maken dringt door tot ver daarbuiten
- het “veld van de televisie” wordt onderworpen aan een commerciële logica
- de logica van het televisie-maken dringt door tot ver daarbuiten
Met dit begrip zet Bourdieu zich af tegen 2 uitersten:
bv. Tafelmanieren verraden veel over je opvoeding maar er is nog een zekere vrijheidsmarge.
Relatie habitus-veld
= het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen dat voortvloeit uit het bezit van een meer of minder geïnstitutionaliseerd duurzaam netwerk van relaties onderlinge bekendheid en erkentelijkheid –ofwel uit het lidmaatschap van een groep- dat elk van zijn leden de ruggesteun geeft van het collectieve kapitaalbezit, een ‘geloofsbrief’ die hem in de ruime zins des woords kredietwaardig maakt.
- Zelfopgebouwde of reeds bestaande netwerken (zelfopgebouwde zijn meestal verankerd in reeds bestaande)
- Volume van het sociaal kapitaal is afhankelijk van de grootte van de netwerken en hoeveelheid kapitaal van de kennissen die tot het netwerk behoren.
- Sociaal kapitaal is tot op zekere hoogte autonoom (niet herleidbaar tot eender welke andere vorm van kapitaal)
MAAR kan niet los worden gezien van de andere vormen van kapitaal
Wederzijdse herkenning en erkenning berust op de “objectieve” homogeniteit: tussen de leden is een ruil, en ze zullen er dan ook naar streven om leden in hun netwerk op te nemen met een zo groot mogelijk kapitaal; dit geldt in twee richtingen.
Afbakening van netwerken: bij het aanknopen van nieuwe relaties houdt men niet enkel rekening met persoonlijke voorkeuren. Men zal ook anticiperen op de waarde die de nieuwe relatie in de ogen van de andere leden van het netwerk zal hebben. Elk groepslid is bewaker van de grenzen van de eigen groep: de groep wordt in zijn waarde bedreigd wanneer er op een onoordeelkundige manier leden worden toegelaten tot het netwerk.
Logica van de laisser-faire: via alle instituties die legitieme transacties bevorderen en illegitieme uitsluiten doordat zij gelegenheden scheppen of lokaties waarop schijnbaar toevallige wijze individuen worden samengebracht die uitermate homogeen zijn in alle opzichten die van belang zijn voor het (voort-) bestaan van de groep.
bv. Families regelen “stiekem” gunstige huwelijken.
Vermenigvuldigingseffect
Het kapitaal waarover men privé beschikt, zal meer renderen naarmate het ook meer door anderen wordt erkend. Sociaal kapitaal is niet waardevast en moet worden onderhouden: wie sociaal kapitaal wil opbouwen en onderhouden moet “rendabele” relaties aanknopen. Het is een activiteit die nooit ophoudt en vereist specifieke competentie.
Men kan hier ook spreken van “geobjectiveerd” sociaal kapitaal (het netwerk waarvan men deel uitmaakt) en “belichaamd” sociaal kapitaal (de kunst om het te onderhouden en rendabel te maken).
Het onderhouden van sociale netwerken vertoont kenmerken van een “Matteus-effect”: hoe groter het sociaal kapitaal dat iemand bezit, hoe winstgevender het wordt.
bv. Door erfenis hoge kapitaalwaarde: anderen meestal bereid zijn tot opname in hun relatienetwerk.
Soms wordt het collectieve sociaal kapitaal gedelegeerd aan een gemachtigd actor, de vertegenwoordiger van de groep. Dit leidt soms tot “verduistering” of “diefstal” van het collectief sociaal kapitaal; de leider handelt en spreekt alsof hij de mensgeworden groep is.
D.i. de objectivering van cultureel kapitaal in de vorm van titels en diploma’s. Een diploma is de maatschappelijke erkenning van een bepaalde culturele competentie. Maar de objectivering staat voor een deel op zichzelf bv. omdat men erkend wordt voor iets wat men niet bezit.
- Grote duurzaamheid (niet de kennis van de geneeskunde maar het diploma van arts geeft toegang tot de uitoefening van het artsenberoep voor het leven). Verschil autodidact en gediplomeerde: duurzaamheid van erkenning (niet steeds opnieuw bewijzen).
Typische kenmerken die het diploma heeft van kapitaal:
- omzetbaar in monetair kapitaal
diploma is raakpunt tussen economische en culturele veld: de gediplomeerde heeft er kostbare tijd in gestoken die evt. in een winstgevende activiteit gestoken had kunnen worden: bij intreding arbeidsmarkt terug omzetting van cultureel kapitaal naar economisch kapitaal.
- onderhevig aan wisselkoersschommelingen want het materiële (economische) en symbolische (niet-economische, hier: culturele) profijt van een diploma hangt ook af van de schaarste