Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Object permanentie

Eerst een verwachte gebeurtenis:

(a): kind laten habitueren t.a.v. gebeurtenis uit fysieke realiteit, nl. wortel beweegt achter scherm

(b): mogelijke gebeurtenis, nl. een variatie van de eerste gebeurtenis waarbij de wetten van de fysica
gerespecteerd worden zoals een korte wortel die onzichtbaar wordt achter een scherm met venster

Dan een onverwachte/onmogelijke gebeurtenis:

(c): onmogelijke gebeurtenis waarbij de variatie tegen de wetten van de fysica ingaat, nl. een lange wortel die
onzichtbaar wordt achter een scherm met venster

 Herstel (= langer kijken) bij gebeurtenis (c) wat suggereert dat de baby (3 maanden) verwonderd is over de afwijking van fysieke realiteit en zich bewust is van dat aspect van de fysieke werkelijkheid.

Dus :
Sommige taken over object-zoeken worden opgelost voor andere:
- 10 maanden: voorwerp met doek over
- 14 maanden: hand stopt voorwerp onder doek

A-niet-B fout: voor kinderen is het moeilijk om reactie te onderdrukken die voordien beloond werd (mogelijk complex systeem van factoren)

CONCLUSIE:

> Vóór 12 maanden hebben baby’s het moeilijk om kennis over locatie van voorwerpen om te zetten in een goede zoekstrategie

> Mogelijke rol rijping van de hersenen

Belangrijk is ook de grote verscheidenheid aan ervaringen waarbij kijken naar, omgang met, en zich herinneren van voorwerpen.

Lees meer...

Later onderzoek (niet door Piaget)

Vele studies tonen aan dat baby’s veel dingen vroeger kunnen dan Piaget beweerde. Baby’s weten veel over fysieke eigenschappen van voorwerpen indien procedures gebruikt worden waarbij ze niet actief naar voorwerpen moeten zoeken. Ze proberen de wereld al te verkennen en te controleren vanaf ze geboren worden.

Onderzoekers doen een habituatie/herstel onderzoek (habituatie = als stimulus vaak/lange tijd gezien, dan vermindert aandacht; herstel = opnieuw aandacht of dus langer kijken)
 zie ‘ba’ en ‘ga’ onderzoek
Maar ook:

Lees meer...

Mentale voorstellingen

Hier hebben de kinderen voor het eerst mentale voorstellingen, dit zijn interne weergaven van informatie die de menselijke geest kan manipuleren. Het is een interne, mentale weergave van mensen, voorwerpen, gebeurtenissen, informatie, ...

  • Kunnen in gedachten gemanipuleerd worden
  • Maken uitgestelde imitatie en verbeeldingsspel mogelijk
    • Uitgestelde imitatie = gedragingen van niet-aanwezige modellen onthouden en nadoen
    • Verbeeldingsspel = alledaags en ingebeelde gebeurtenissen uitbeelden

Er zijn 2 vormen:

  • Mentale beelden (bv. je bent je sleutels kwijt en je gaat al je handelingen na zodat je ze uiteindelijk vind)
  • Begrippen of concepten (bv. “bal”, alles wat rond is en rolt)

Problemen oplossen “in het hoofd” (bv. object-zoeken met onzichtbare verplaatsing zoals een voorwerp in een doos)

Lees meer...

Intentioneel gedrag

Substadium 4

  • Coördineren van secundaire circulaire reacties
  • Combineren van schema’s in nieuwe, meer complexe actie sequenties.
  • 8 tot 12 maand oude kindjes hebben intentioneel of doel-gericht gedrag, d.w.z. het opzettelijk coördineren van schema’s om eenvoudige problemen op te lossen.
  • Bv. Men toont aan het kindje een aantrekkelijk speelgoed en verstopt het vervolgens onder zijn/haar hand of onder een doek. Kinderen die zich in deze subfase bevinden kan het speelgoed terugvinden door 2 schema’s te combineren, nl. “opzijschuiven” + “grijpen”. = basis voor het oplossen van alle problemen
  • Dat ze dingen kunnen terugvinden toont aan dat ze object-permanentie zijn gaan beheersen. Dit wil zeggen dat ze inzien dat voorwerpen blijven bestaan als ze uit het zicht verdwenen zijn.
  • In het begin is deze object-permanentie nog onvolledig. Ze maken nog wel de A-niet-B fout. Als baby’s enkele keren gaan zoeken naar een object op een eerste verstopplaats (A) en zien dat het object verplaatst wordt en verstopt wordt op een andere verstopplaats (B), dan nog gaan ze naar het object zoeken op de eerste verstopplaats A.
  • Kindjes in deze fase kunnen beter anticiperen op gebeurtenissen en gaan proberen deze gebeurtenissen te veranderen (bv. zien dat de moeder haar jas aandoet en achter haar aan gaan kruipen en ‘jengelen’ om te voorkomen dat ze gaat vertrekken)
  • Ze gaan ook gedrag gaan imiteren die lichtjes anders zijn dan gewoonlijke (bv. hanteren van de lepel)

Substadium 5

  • Tertiaire circulaire reacties, d.w.z. het herhalen van handelingen met variaties.
  • Ze ontdekken nieuwe middelen door actief te experimenteren (bv. stok gebruiken om bij ver speelgoed te geraken)
  • De A-niet-B fout komt niet meer voor, ze gaan op meer plaatsen zoeken

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen