Assimilatie
- Gepubliceerd in Psychologie
- Reageer als eerste!
- We gebruiken onze bestaande schema’s om de buitenwereld te begrijpen
= opbouw van schema’s door directe interactie met de omgeving. Het bestaat uit 2 activiteiten:
Volgens Piaget veranderen schema’s met de leeftijd.
specifieke psychologische structuren die dienst doen als georganiseerde
manieren om betekenis te geven aan ervaring. Het is eigenlijk wat aan een
handeling gemeenschappelijk is en kan herhaald worden.
Eerst gebaseerd op handelingen (bewegingspatronen zoals bv een “val”schema, “zuig”schema.
Later overgang naar mentaal niveau (denken)
Bv. Kindje van 6 maanden laat dingen vallen op een heel rigide manier door simpelweg dingen te laten vallen. Wanneer het kindje 18 maanden is, is zijn “valschema” creatief geworden. Het gaat dingen van de trap laten vallen, dingen in de lucht gooien, dingen tegen de muur gooien, hard gooien bij sommige objecten (zoals bal want dan stuit hij en vervolgens rolt het verder) en zacht gooien bij andere objecten. Hij zal stilaan bewijs leveren van na te denken vooraleer iets te doen. (= overgang van de sensori-motorische fase naar de preoperationele fase)
Zijn eerste stadium is de sensori-motorische stadium (0 – 2 jaar)
d.w.z. dat baby’s en peuters “denken” met hun ogen, oren, handen en
andere sensori-motorische middelen. Activiteiten in het hoofd, d.i.”echt”
denken, kunnen nog niet worden uitgevoerd.
Aan het einde van de kleutertijd kunnen kinderen praktische en alledaagse problemen oplossen en kunnen ze hun ervaringen uitdrukken in taal, gebaren en spel.
Zijn eerste stadium is de sensori-motorische stadium (0 – 2 jaar)
d.w.z. dat baby’s en peuters “denken” met hun ogen, oren, handen en
andere sensori-motorische middelen. Activiteiten in het hoofd, d.i.”echt”
denken, kunnen nog niet worden uitgevoerd.
Aan het einde van de kleutertijd kunnen kinderen praktische en alledaagse problemen oplossen en kunnen ze hun ervaringen uitdrukken in taal, gebaren en spel.