Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Buitenlandse arbeidskrachten in het naoorlogse Europa

Er ontstond een spectaculaire economische groei, waardoor de vraag naar arbeid tot boven het arbeidspotentieel steef. Dit door de uitdunning van de bevolking na de oorlogen, lage geboortecijfers, kortere arbeidstijden, langere opleidingen en vroegere pensionering.

Er zijn heel wat overeenkomsten met de migratie van voordien. Er is een behoefte aan arbeidskracht ten gevolge van demografische tekorten, banen met lagere status moesten opgevangen worden aangezien de autochtonen het monopolie op hooggeschoolde en professionele arbeid hadden en de immigranten waren afkomstig uit armere regio’s met toenemende bevolking. De eerste golf bestond uit jonge, mannelijke migranten afkomstig uit een gemeenschap van arbeiders met de bedoeling terug te keren. De tweede golf was wat men kettingmigratie noemt, waaruit een blijvende gemeenschap ontstond.

De verschillen met de migratie voordien is het feit dat alles gecontroleerd en gereguleerd werd door de regeringen of supervisie. Ze werden ook vaak gerekruteerd door de regeringen. Daarnaast was er sprake van dekolonisatie en economische (en politieke) motieven. Ook kwamen de mensen nu uit andere gebieden dan voordien (landen in Zuid-Europa, Middellandse Zeegebied, sub-sahara Afrika, voormalige Europese kolonies).

De gevolgen van deze migratiegolven waren een heterogene Europa, met verschillende talen, religies en gewoonten, maar ook een confrontatie waaruit vijandigheden en racisme ontstonden.

Vanaf 1973 ontstond een economische recessie met hoge werkloosheid, waardoor vijandigheden verscherpten. Het ging hier om een verhoogde zichtbaarheid van de allochtone bevolking en een verscherping van de concurrentie wat betreft behuizing, arbeid, sociale en geneeskundige zorgen. Om deze redenen diende de overheid in te grijpen door middel van een beperking van migratiestromen en een assimilatieproces. Het grootste slachtoffer hiervan waren uiteraard de laats toegekomen groep.

Uiteraard moeten we hier rekening houden met sterke verschillen per land aangezien elke migratiestroming afhankelijk is van het zendende en ontvangende land. We gaan hier verder in op België.

Lees meer...

Migratie en urbanisatie na 1914

Urbanisatie is een vorm van interne migratie en wordt ook wel rurale exodus of landflucht (= definitieve vestiging in de stad) genoemd. Dit dankzij de tragere bevolkingsgroei (door daling van de geboortecijfers en daling van de mortaliteit), onvoldoende werkgelegenheid op het platteland en een stijgende urbanisatiegraad. Er waren lagere migratieratio’s tijdens economische depressies en een intense uitwisseling tussen stedelijke regio’s. Meestal ging het om migratiestromen van minder voorspoedige, rurale regio’s naar economisch vitale regio’s. Vanaf de jaren zeventig keerde dit echter op (= counter urbanization).

Lees meer...

Migratie tussen Europese naties: 1914-1945

Tijdens de wereldoorlogen was er geen sprake van vrije migratie dankzij de strenge migratiewetgeving. Soldaten en burgers waren voortdurend in beweging, een uitdunning van de bevolking ontstond, er kwam een einde aan de transatlantische migratiegolf en men hield arbeidskrachten vast in het land. Na de Eerste Wereldoorlog ontstond er een massale migratiebeweging, voornamelijk naar Frankrijk. Dit wegens een sterke openheid ten aanzien van vluchtelingen en een sterke behoefte aan nieuwe, vreemde arbeidskrachten. Tijdens de internationale depressie van de jaren dertig ontstond er een daling van de vraag naar arbeidskracht, een aanmoediging voor repatrieerring en beperkingen op het migratiesaldo door middel van bureaucratie, antisemitisme en andere maatregelen. De grootste migratie deed zich voor aan het oostfront dankzij het terugkeren van krijgsgevangenen en gedwongen arbeidskrachten. Het gaat hier om mensen die gedwongen gemigreerd waren.

Lees meer...

Migratie tijdens de twintigste eeuw

In de twintigste eeuw ontstond er een overschakeling van relatief vrije mobiliteit naar discussies oer burgerschap, juridische rechten en stemrecht. Er ontstond de vraag naar meer staatsinterventie en controle. Europa was nu niet langer een emigratie-, maar een immigratieland.

Op het vlak van internationale migraties zijn er twee belangrijke periodes te onderscheiden. Ten eerste de periode van de twee wereldoorlog, waarbij velen gedwongen werden te migreren. En ten tweede de naoorlogse periode waarbij een toestroom van buitenlandse arbeid ontstond. Ook was er sprake van interne migratie op het vlak van verdere urbanisatie.

Lees meer...

De overzeese migratie of grote volksverhuizingen

Migratie kreeg een massakarakter sinds 1840 waarbij ongeveer 50 tot 60 miljoen mensen Europa verlieten. Zij gingen allen naar de Nieuwe Wereld en andere bevolkingskolonies. Deze grote golf ging gepaard met emigratie vanuit het Verre Oosten.

De gevolgen van deze massale migratie voor de Verenigde Staten waren een sterke bevolkingsgroei, een groeiend aandeel in de wereldbevolking en een economische en politieke opgang.

Het is duidelijk dat de oorzaken van deze grote migratiegolf redelijk complex zijn. De belangrijkste oorzaken zijn de invloed van transport- en communicatiemiddelen, politieke onvrede en beperkte discriminatie op religieuze of etnische basis (Jodenvervolging). In het ruimer demografische kader zien we een bevolkingsexplosie en een verarming van de plattelandsbevolking ten gevolge van een landbouwcrisis in de jaren 1840. Uiteraard is dit alles afhankelijk van regio en in tijd. Bepaalde regio’s hadden echter een traditie op het vlak van emigratie (= emigratiekoorts) als strategie voor meer inkomsten te verwerven en een versterking door meer invloed van netwerken. Belangrijk zijn ook de arbeidsmogelijkheden. In Europa had men in die tijd last van een overbevolking, waardoor een groot arbeidsreserve ontstond en de lonen verlaagden. In de Verenigde Staten daarentegen was er een enorm agrarisch en industrieel potentieel met een lage bevolkingsgraad. Ook had men hier uitgestrekte landbouwzones, ertsvondsten en infrastructuurwerken in het belang van de conjunctuur.

Tijdens de Amerikaanse Secessieoorlog (1861-1865) was er een sterke daling van de migratie en de immigratie viel uiteindelijk volledig stil na de Eerste Wereldoorlog. Deze stop was mede te verklaren door het ontstaan van belemmeringen van staatswege. Er ontstonden discriminerende wetten, xenofobe reacties enzovoort. Deze xenofobe reacties werden sterk uitvergroot in het geval van een crisis.

Lees meer...

Urbanisatie en modernisering

De verstedelijking ging gepaard met diepgaande sociale transformaties als mechanisering, ontwrichting van de rurale inkomens en proletarisering. De implicaties voor historici omtrent migratie zijn het verband tussen de groei van stedelijk proletariaat en migratie en het probleem dat migratie vaak aanzien wordt als eenrichtingsverkeer, nieuw en miserabel.

Lees meer...

Belang van migratie voor steden

Migratie had een zeer complexe rol in de groei van de steden. Steeds meer dorpen groeiden uit tot steden, waarbij migratie voorkwam om de lage geboortecijfers op te vangen, maar ook ontstond er in de loop van de negentiende eeuw een daling van de mortaliteit. Belangrijk hierbij zijn de grote verschillen per land en per regio.

Dankzij de migratie en de daling van de mortaliteit groeide de bevolking in de steden. Duidelijk is er een positief verband tussen de urbanisatiegraad en de economische ontwikkeling. Niet enkel de industrie, maar ook de handel of de stedelijke nijverheid zijn hier van belang. Dankzij deze bevolkingsgroei wijzigde ook de rangvolgorde van de steden.

Ondanks verbeteringen in de steden mag men niet vergeten dat steden vaak gepaard gingen met een gebrek aan hygiëne, waardoor epidemieën gemakkelijk hun gang konden gaan. Het is pas tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw dat de stadsbesturen betere voorzieningen plaatsten zoals riolering.

Lees meer...

Migratie en urbanisatie

Een verbetering van de infrastructuur zorgde voor het functioneren van de arbeidsmarkt als één markt. Migratie gebeurde daardoor vaak nog op een relatief beperkte afstand (arbeidsmogelijkheden). Belangrijk hierbij was e urbanisatie. Er was immers een toenemende invloed van de secundaire sector op de tewerkstelling, een invloed van de stedenbouwkundige activiteit, een dalende aantrekkingskracht van arbeid op het platteland en er ontstonden nieuwe, geïndustrialiseerde steden. Hierdoor kreeg seizoensmigratie steeds vaker een permanent karakter.

Lees meer...

Mobiliteit en migratie tijdens de lange negentiende eeuw

Er ontstond een sterke toename van de migratiestromen. Een eerste belangrijke factor was de transportrevolutie. Dankzij uitbreiding en verbetering van de transportfaciliteiten ontstond er een daling van de reistijden en een daling van de prijzen mede dankzij de sterke concurrentie tussen reisbureaus en scheepvaartmaatschappijen. Ook ontstond er een demografische revolutie dankzij de verbetering van de landbouw, waarbij er een bevolkingsgroei op het platteland ontstond en jammer genoeg ook een daling van de tewerkstellingsmogelijkheden in deze sector.

Lees meer...

Kenmerken herkomstgebied

- impact van mogelijke push factoren

- regionale patronen en beroepsspecialisering

- regel: hoe sterker de push factoren, hoe minder de migratie was afgestemd op lokale gelegenheidsstructuur

  • subsistence vs betterment migraine

Ook sociale netwerken waren van belang. Er ontstonden informele patronen van rekrutering bij een vaak lange traditie van sociale netwerken. Deze zorgden mede voor een verlaging van de reis- en informatiekosten.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen