working memory
- Gepubliceerd in Psychologie
houd de strategieën voor het krijgen van lange termijn informatie naar het werkgeheugen.
houd de strategieën voor het krijgen van lange termijn informatie naar het werkgeheugen.
permanente opslag van kennis. De capaciteit is bijne onbeperkt en de input is relatief langzaam.
het verzwakken of verdwijnen door de tijd.
nieuwe informatie raakt in de war met oude informatie.
het groeperen van individuele deeltjes informatie in grotere units.
het houden van informatie in het werkgeheugen door het te associëren met iets anders wat je al weet.
het houden van de informatie in het werkgeheugen door in jezelf te herhalen. Bijvoorbeeld het onthouden van een telefoonnummer.
een component van het geheugensysteem die informatie voor ongeveer 20 seconden vasthoud. Dit is een wat oudere term voor het kortere termijn geheugen.
Deze twee dingen zijn niet helemaal hetzelfde. Het werkgeheugen bevat zowel tijdelijke opslag en actieve processing. Korte termijngeheugen is vaak alleen tijdelijke opslag. Vaak heeft deze de ‘Miller magic 7’.
Het werkgeheugen heeft 3 componenten:
Je kunt nummer 2 en 3 tegelijk gebruiken, alleen zijn ze dat beide langzamer en zitten ze snel vol. Er is individueel verschil in deze delen. Informatie blijft in het werkgeheugen als er activiteit is, en activiteit krijg je door te focussen. Is er geen attentie dan vergaan dingen snel uit het werkgeheugen.
Figuur 7.3 en 7.4, blz 303 en 305.
de informatie waar je op focust op een bepaald moment. Waar nieuwe informatie tijdelijk blijft en gecombineerd wordt met informatie uit het lange termijn geheugen. Dit is het geheugen van waaraan je denkt, of ‘bewustzijn’.
de mogelijkheid om geleerde taken tegelijk uit te voeren zonder dat het veel mentale energie kost. Dit is echter in mate van hoeveel. We doen niks helemaal automatisch.