Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Inleiding

Met Kant begint de moderne esthetica. In zijn behandeling van de kennis en de ! ! esthetica, maakte hij een scheiding tussen het ware en het goede waardoor hij met een probleem kwam te zitten: een crisis omwille van de vraag hoe de mens de breuk met zichzelf en de wereld kan overstijgen.

Kant was immers de eerste om na te denken over de eindigheid van de mens, die enkel kan hopen dat z’n zintuigen waarnemen en z’n verstand kan vatten. Dit besef van begrensdheid wordt gedreven door een metafysische drift naar het oneindige.

-> spanning tussen het eindige en het oneindige -> verlichting en zelfs oorsprong romantiek.

Kant legde een lange denkweg af vooraleer hij zijn esthetica, waarvan het schone en het sublieme de kern raken, aanvatte.

Lees meer...

Subjectieve gevoelens

in relatie met een artistieke vorm (object) zijn het effect van een ! ! ! ! esthetische ervaring. (Zal invloed hebben op Kant.) Kunnen we vanuit die subjectiviteit tot algemene uitspraken komen?

Hume de scepticus houdt het echter niet bij de relativistische ‘over smaak en kleur valt niet te twisten’. Hij zegt niet WAT schoon is, maar vindt een criterium, namelijk dat het schoon blijft, de tand des tijds doorstaat. Het subject dat daarover kan oordelen moet aan het volgende voldoen: (1) Verfijning, (2) ervaring met bepaalde kunstvorm, (3) in staat werken te vergelijken, (4) geen vooroordelen en (5) (geestelijke) gezondheid.

-> een deur naar het relativisme en subjectivisme, maar slechts teruggeschroefd tot op de kwestie van SMAAK, die niet bij iedereen van hetzelfde niveau is.

De objectiviteit van wat schoon is zou ergens toch in de kenmerken van het object verscholen moeten zitten. (vergelijking met bitter/zoet, niet iedereen apprecieert diezelfde ervaring).

Die standaarden zijn echter nooit terug te vinden. Hume leidde ‘wat is schoon’ in de subjectieve richting, wat niet wil zeggen dat er niet over getwist kan worden: mensen met verstand kunnen het.

Lees meer...

Samengeva

Is kunst méér dan imitatie? Zo ja, wat voegt de kunstenaar eraan toe? ! ! En als kunst illusies wekt, is dat dan goed of moet dit onder begeleiding van ! ! filosofie?

Lees meer...

Platinos

zegt dat er meer is dan louter imitatie: Om te beginnen bootst de natuur zélf dingen ! ! na, dat de kunsten naar de vormende beginsels waaruit de natuur stamt, opstijgt en dat de kunsten uit zichzelf scheppen en aan de natuurlijke werkelijkheid schoonheid toevoegen omdat deze ontbreekt.

Bovendien roept schoonheid op tot ascese. (Platinos’ idee van het Ene zal belangrijk worden voor het Christendom. Alles ontstaat eruit en keert er naar terug.)

Lees meer...

De kunst van het afwijzen van de kunst

Evenals de kunstenaar, vertelt ook Plato een ! ! ! ! ! ! ! verhaal, doordrongen van stijl.

Hij kan niet anders want het aardse is de wereld van de schijn (Goden filosoferen niet, ya know). Zo is er bijvoorbeeld het stijlkenmerk van de allegorie in zijn grottenverhaal. De filosofie zelf is een tastend zoeken naar de werkelijke werkelijkheid.

De kunst die P. afwijst is een karikatuur van de kunst. Het lijkt een radicale afwijzing, maar is feite een uiteenzetting van niet uiteen te zetten domeinen. Plato was geen platonist. Fail.

En dan nog iets over de Ongeschreven Leer, wat past binnen Plato’s onbestaande Ideale Staat.

Blijkbaar zou hierin staan dat De Ideeën getallen zijn.

Lees meer...

Verbanning

In de vraag naar ‘wat is waarheid?’ zijn kunst en filosofie niet ! ! ! tegelijkertijd mogelijk.

Kunst is gevaarlijk omdat ze zich net als wijsbegeerte mee op het terrein van opvoeding, wetenschap, ... waagt. Kunst is volksbedrog voor hen bij wie genot voor rede komt. Mannen die vrouwen, slaven, zieken, ... uitbeelden, daar moet Plato van kotsen.

Bepaalde muziek maakt mannen zwak, er is geen leerzame of louterende werking. Voor P. is schoon enkel het moreel voortreffelijke, in de Ideale Staat is het nuttig en opvoedend.

Kunst moet zo radicaal mogelijk mimètisch zijn (standbeelden op ware grootte, muziek mag zich niet verliezen in virtuositeit, etc.)

Lees meer...

Mimèsis

Komt uit dans en theater, maar Plato past deze toe op alle kunsten. Zo ! ! ! vervaagt het begrip mimèsis en wordt een bepaald aspect van de kunst overdreven: het gebrek aan oorspronkelijke realiteit dat de imitatie eigen is.

De enige werkelijkheid = De Ideeën, naar welke een goddelijke ambachtsman de wereld vormde. -> de wereld is dus een schijngedaante en kunst een dubbele schijn. Het kunstwerk staat op de derde en laagste trede van Plato’s ontologie (zijnsleer).

Bovendien belicht een kunstwerk slechts enkele facetten, een bepaald perspectief. De enige treffende afbeelding van een bed is een ander bed. Plato ziet enkel de inhoud van het kunstwerk.

De verschillende presentaties lossen op in hun representatie: de verwijzing naar De Idee.

Lees meer...

Filosofie als hoogste muze

Omdat deze ware kennis nastreeft. Socrates noemt ! ! ! ! ! enkel het aardse, de lichamelijke schoonheid als uitdrukking van intelligentie een eerste aanzet tot de weg naar het Schone, NIET de kunst. Plato noemt kunst en schoonheid elkaars tegenovergestelde.

Kunst is aan de zintuigelijke wereld van schijn verbonden en schoonheid is boven alle zinnelijkheid verheven.

Plato ontneemt de kunsten hun eigen weten en eigen goddelijke inspiratie (filosofen hebben immers ook een inspiratie.)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen