Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Dilthey en de hermeneutiek

- De cultuur is een geestelijke wereld (culturele elementen hebben wel een materiële vorm, maar enkel omdat zij betekenis hebben behoren ze tot de wereld v/d cultuur)

- De wereld van de cultuur is dus enkel toegankelijk voor de geest

=> de cultuurwetenschapper moet zich oefenen in het verstaan i.p.v. het waarnemen

- Voorgeschiedenis

- hoe geschreven teksten correct interpreteren?  filosofische aangelegenheid

de antieken (filosofisch) -> grammaticale regels, stijl van de auteur,…: betekenis van elementen is afhankelijk van de context

- Schleiermacher: filosofische verheldering moet worden aangevuld met een psychologie  verplaatsen in de geest van de auteur, het werk als het ware opnieuw voortbrengen (lezer en auteur hebben de “algemene menselijke natuur” gemeen)

Wat de geest zelf heeft voortgebracht, kan de geest het best verstaan.

- Deze idee werd overgenomen door Dilthey en uitgebreid

=>ook alle andere culturele scheppingen zijn “duurzaam gefixeerde levensuitingen”

- Een goed begrip is maar mogelijk als de kijker doordringt tot het “innerlijke leven” dat eraan ten grondslag ligt

=> culturele uiting verstaan = in de geest mee opnieuw in het leven roepen

 Voorwaarde voor het verstaan van culturele uitingen = het feit dat auteur en vertolker in dezelfde geestelijke wereld leven, binnen een zelfde betekenishorizon. Verstaan is altijd gebaseerd op mee (be) leven, zich inleven.

We zijn gevoelig voor wat een ander doet; maakt mens tot mens.

Bv. Inleven in een film op verschillende niveaus

- met personage (naïef)

- met regisseur of tekstschrijver

MAAR: Er zijn grenzen aan het (wederzijds) begrip, voor zover men buiten elkaars culturele horizon leeft en we hebben niet de capaciteit om alles nog eens over te doen want we zitten allemaal in een bepaald cultureel kader (Gadamer).

Lees meer...

De hermeneutische en verstehende benadering (subjectivistische)

Zijderveld, Sociologie als cultuurwetenschap

Gemeten aan de natuurwetenschappelijke eisen en vereisten blijft de cultuursociologie in dit

opzicht speculatief en wetenschappelijk onbetrouwbaar.

- er is geen afgebakende methode MAAR er is ook geen alternatief

- er is geen exacte methode MAAR er is nood aan een manier om andere culturen te begrijpen

Hij geeft een filosofische rechtvaardiging van het feit dat er niet zoiets bestaat als de

cultuursociologische methode, en ook niet kan bestaan.

-wie cultuur bestudeert, begrijpt niets van het aan de gang zijnde culturele proces als hij niet tracht om dit vormgevingsproces te vatten als een samenhangend, zinvol geheel

-hij spoort de betekenissamenhangen op van de onderzochte culturele elementen (wat men onderzoekt wordt als zinvol gedrag begrepen)

-doel onderzoeker = substantieel, rationeel begrip van onderzochte werkelijkheid (“zin” vatten)

Lees meer...

Het wetenschappelijke cultuurbegrip van de culturele antropologie

18de &19de eeuw: cultuurgeschiedenissen  vooruitgang van de mensheid (Montesqueue en Voltaire)

- Gustav Klemm, Allgemeine Kulturwissenschaft

Doel = ontwikkelen van een wetenschap van de cultuur (studie van menselijke verworvenheden)

~> beschrijven van de ‘opgang’ van de mensheid MAAR:

Cultuur is het resultaat van de wisselwerking tussen de mens en de natuur en van de wisselwerking tussen de mensen onderling (verruiming van het cultuurbegrip)

 alle levensgebieden vallen eronder (ook de volksgebruiken)

- Goudsblom

Het begrip wordt ontdaan van zijn oorspronkelijke, sterk waarderende connotatie.

~> cultuur = feitelijk, empirisch bestudeerbaar gegeven

Cultuur = alles wat de mensen in confrontatie met de natuur en in interactie met elkaar tot stand brengen

 deze opvatting ligt aan de basis van de culturele antropologie

bv. Tylor, Primitive Culture

De menselijke natuur is betrokken in een ononderbroken evolutieproces: Wildheid burgerlijke samenleving

MAAR: alles in de cultuur speelt een rol van betekenis en niets van de menselijke verworvenheden wordt ooit helemaal achterhaald

Survivals = elementen die in een rol in de vooruitgang blijven spelen, blijven bestaan

CULTUUR = Het complex geheel waaronder zowel kennis, geloof, kunst, recht, gewoonten

als gelijk welke andere vaardigheid of gewoonte valt, die de mens als lid van een maatschappij heeft verworven.

Conclusie

Humanistische opvatting over vorming  neutrale notie van cultuur

Het wetenschappelijke cultuurbegrip heeft zich van de idealistische, normatieve connotaties

van cultuur bevrijd.

TOCH kan het er niet los van worden gezien WANT de cultuur veronderstelt de overwinning op de natuur; het culturele is als dimensie van het menselijke handelen altijd aanwezig. Toch houdt de cultuur altijd en onvermijdelijk een breuk in met de natuur, en dus transcendentie.

De logos vangt aan met de breuk met de mythos en de cultuur vangt aan met de breuk met de

Natuur.

Lees meer...

Burgerlijke cultuurbegrip

Maatschappij waarin de 3de stand zich heeft kunnen emanciperen

paideia ~ onttovering van de mythe

cultuur ~ onttovering van de ME kijk op natuur en samenleving

 wetenschap en techniek (vooruitgang en rationalisering)

Politiek en economie worden losgemaakt uit alle andere levensdomeinen en hadden hun eigen

logica ~> handelen naar eigen en rationele inzichten

De mens hoefde niet te berusten in de eeuwige gang van zaken maar kon zijn leven rationeel

inrichten en voortdurend verbeteren.

Paideia ~> dynamisch cultuurbegrip

Vooruitgangsdenken & geloof in de verbeterbaarheid van de mens

Met de Verlichting kwamen er nog andere woorden; civilisation, esprit (Geist), lois, moeurs (steeds specifieke connotatie per land en taal)

 menselijk handelen is verbeterbaar & de mens kan zich verheffen indien zijn gedrag onderworpen wordt aan de rede

Lees meer...

Cultura

= Romeinse vertaling van paideia (door Cicero) is cultura animi

 de activiteit van het cultiveren, het bebouwen, bewerken van iets (hier: de menselijke geest)

Dingen groeien door toedoen van de mens; toegepast op de menselijke geest die ook kan groeien.

Middeleeuwen worden niet besproken daar men toen van een terugkeer naar de mythologische tijd kan spreken.

Lees meer...

Plato’s ideeënleer

De mens moet zich richten naar een maat, die hij krachtens zijn natuur moet nastreven

 hij moet deze maat ontdekken

 De cultuur is het domein waarin de mens realiseert wat in zijn natuur ligt

Cultuur = streven naar vervolmaking, naar de hoogste waarden.

Vorming = kennis nemen van de juiste vormen

Cultuur = geheel van voorafgegeven onaantastbare en eeuwige vormen of ideeën waarnaar de mens onophoudelijk op zoek is (cutuur wordt dus vorming, het kennis nemen van de “juiste” vormen).

Paideia als de gerichtheid naar de ideeënwereld

Bv. De idee van schoonheid = oertype

Waarnemen = herinneren, cultuur = conservatief: teruggrijpen naar wat je al weet = anamnese

Lees meer...

Physis en nomos

- physis = wereld van de onwrikbare en ongenaakbare natuur (eigen wetmatigheid)

- nomos = wereld van de menselijke conventies, zeden, gewoonten (gebruiken, godsdienst, ...)

 mythische opvatting: hechte band tussen deze twee

 doorknippen van de band: twee gevolgen

1 Sofisten emancipeerden de menselijke activiteiten

 mensen konden vrij hun leven organiseren

 leermeesters, ze onderwezen kennis en vaardigheden als instrumenten die erg nuttig zijn als burger in een stadsstaat

2 Nihilisme en relativisme

 voorlopige, op ieder moment, voor herziening vatbare, orde

Protagoras: “de mens is de maat van alle dingen”, er zijn dus geen absolute maatstaven

Sofisten weten dat wat in A werkt, niet noodzakelijk in B werkt.

Lees meer...

Griekse notie van “paideia” (vorming)

- kind: opvoeding/vorming (Bildung)

wat ongevormd is, vormen

- dagelijks taalgebruik, beleidsmakers, cultuurcritici  “verheven leven”

cultuur = allerbeste en meest verfijnde dat de mens ooit heeft voortgebracht

- oorsprong van deze connotatie

1. onderscheid tussen physis (natuur) en nomos (wet, instelling, zeden)

2. Platoonse ideeënleer

Ontwikkeld in Griekse stadsstaten: bestuur en sociale organisatie volgens rationele en democratische beginselen  vorming wordt belangrijk

Lees meer...

Aspecten van cultuur

Cfr. Parsons

1 cognitief aspect = mate waarin een cultureel element “kennis” bevat

wetenschap, wereldbeelden (vnl. maar niet uitsluitend)

2. expressief aspect = mate waarin een cultureel element emoties of gevoelens uitdrukt

bv. kunst (maar ook vaak cognitief  Renaissance)

3. normatief aspect = mate waarin een cultureel element een bepaalde handelswijze voorschrijft

Elk cultureel element is normatief, maar niet in dezelfde mate, want cultuur is het opleggen van een ordening.

bv. reinheid is kwestie van alles op de juiste plaats

4. constitutief aspect = in het leven roepen, tot stand brengen

bv. taal is de grondslag van de culturele orde, ze constitueert het betekenisveld waarbinnen alle culturele elementen werkzaam kunnen zijn (wereld krijgt meer schakeringen)

5. evaluatief aspect = mate waarin een cultureel aspect een waardering inhoudt

bv. Waarden, moraal

Ieder cultureel element kan getypeerd worden volgens zijn cognitief, expressief, evaluatief en normatief gehalte. Het is een manier om orde te scheppen in de veelheid van culturele elementen.

Tradities en mythen zijn moeilijk in dit schema onder te brengen; ze zijn multi-aspectueel omdat ze in grote mate ongedifferentieerd zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen