Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

ART 159

Raad Van State is opgericht in 1946. Tot dan enkel 1 vorm van controle, ART 159, controle door rechterlijke macht.

VB uit 1924 : koninklijk besluit dat wet geeft aan de uitvoering van een wet uit 1856. De wet zegt’ we houden regelmatig verkiezingen, en verdeeld in de kamer over districten. (vandag de zetels verspreid over de provincie, hangt af van de bevolking) Maar bevolking evolueert, dus volkstelingen dus in functie van kiesdisricten. Evolutie van bevolking in het oog houden. Koning regelt de volksteling. Daarop neemt koning een besluit, om de 10jaar volkstelling, en van huis tot huis te gaan. Om dit makkelijker te maken, moet iedereen een identitieitskaart hebben en die ook altijd bij zich hebben.

Op een dag, enkele jaren later,word man aangehouden, maar heeft geen identitieitskaart niet bij. Krijgt een boete, maar weigert die boete te betalen . Komt voor de politierechtbank en het openbaar ministerie dat de politie vertegenwoordigt, stelt dat man KB heeft overtreden, en wou boete niet betalen. Maar advocaat van man, geeft KB gelijk, maar hij vind dat het koninklijk besluit zijn boekje te buiten gaat; Het is niet omdat koning over volkstelling vernatwoordelijk is, dat hij iedereen tot identitieitskaart kan verplichten. En rechter vind ook dat dat KB zijn boekje te buiten gaat. Het Openbaar Ministerie gaat in beroep, bij de correctionele kamer bij de rechtbank van eerste aanleg. Ook daar heeft men man gelijk, dat KB art 108 en het legalitieitsbeginsel schendt. Openbaar Ministerie gaat naar cassatie, cassatie gaat alleen na of de wet juist is toegepast en geinterpreteerd. Hof van Cassatie geeft het Openbaar Ministerie gelijk, verplichting identiteitskaart is logisch ivm volkstelling. Cassatie vind KB ok. Cassatie verwijst zaak naar nieuwe rechter, een andere correctionele rechtbank dus. Die correctionele rechtbank, geeft echter toch de man gelijk. Dus ook een tweede cassatie wordt aangevraagd.Cassatie komt in verengde kamers samen. En in dit geval zegt cassatie dat KB, ok is en niet in strijd met gelijkheidswet.

Dus tot 1948 was de controle op de administratie in handen van gewone rechters, gewone rechters stonden in voor het oplossen van conflicten tussen burgers en burgers en burgers en administratie. 2 manieren om administratie te controleren 1. Gewone rechtbank of 2. Administratief rechtscollege. Maar dit werkte niet goed, over het algemeen durfden de rechtbanken niet voluit gaan. Er was schroom bij rechters om administratie te controleren, durfden dat niet altijd goed. Maar dan heeft men na de oorlog de Raad van state opgericht, ART 159 is niet geschrapt, daarmee dat belgie een dubbel systeem heeft. Bij raad van state kan je de nietigheid aanvallen. Iedereen kan dat doen, je moet er wel belang bij hebben; bv Belastingswet, we betalen allemaal belastingen. Dan kan je bij RVSTATE gaan om dat Kb nietig verklaren. Beroep tot nietigverklaring, maar 2 maanden tijd om beroep aan te tekenen. Na die 2 maand kan je enkel nog terugvallen op art 159

In 1991 heeft de wetgever beslist de verplichting om identiteistkaart te hebben wettelijk te verankeren. Zo beinvloed rechterlijke macht de wetgevende macht.

Lees meer...

De administratieve besluiten

Ook hier speelt het hierarchisch principe ten volle. Maar een dubbel toetsingssysteem. De grondwet gaat voornamelijk over KB’s. Waarom? Vroeger waren er enkel KB’s. MB’s staan niet in de GW, dus in principe ongrondwettig. Alle overheidsinstanties,die kunnen beslissingen nemen die administratieve of overheidsbeslissingen zijn.

Men maakt verschil met KB met een individueel of algemeen karakter. (Een beslissing is een formele wet, en is altijd een beslissing genomen door wetgevende macht. ) Wet= benaming van een beslissing van de wetgevende macht. Maar Materiele wet = de idee dat een wet iets is, wat van toepassing is op iedereen.

Bv Wet op vervroegde vrijlating.

KB: zijn in de grodwet van belang ART 88 105 108 159

De koning heeft enkel toegewezen bevoegdheden, die hem door de GW toegewezen zijn (ART 88). Tot 1815 regeerde Willem de Eerste, en daarom wou men de macht van de koning beperken. Enkel bevoegdheden, die we willen dat hij doet.

Betekenis ART 108: Er zijn wetten, en leggen grote lijnen vast. Bv de wet op uitvoering op internering, Kim de Gelder; De vraag is of hij toerekeningsvatbaar is, is dat het geval dan krijgt hij een gevangenisstraf. En ook welke gevangenisstraf. In mei 2007 maakte men een nieuwe wet, omdat de nodige uitvoeringsbesluiten niet genomen zijn, wordt deze wet nog niet toegepast. Bv een wet die genomen is, maar niet uitgevoerd is omdat de nodige uitvoeringsbesluiten niet genomen zijn. Maar dit is niet wat ART 108 bedoeld. Het kader van de wet mag niet te buiten worden gegaan; er mag geen andere betekenis of draagweidte aan gegeven worden.

BV 40 art over vreemdelingenwet, die een partner buiten Belgie willen laten overkomen, maar daarbij moet aan bep voorwaarden worden voldaan. Eén van de voorwaarden is een stabiele relatie van min een jaar,maar wat een stabiele relatie is, wordt aan de uitvoerende macht overgelaten(met een koninklijk besluit. Er moet een uitvoeringsbesluit komen dat vorm krijgt van koninklijk besluit.

Bv een ‘nee, je mag je partner niet laten overkomen’, de man gaat naar de Raad voor Vreemdelingenbetwisiting, is een administratieve beslissing dus: de mogelijkheden zijn:

  • De nietigheid aanvragen bij de Raad Van State (alle admin besl. Maar binnen 2 maanden) Maar sinds 2006, zo veel aanvragen voor nietigheid, dat Raad van state het werk niet meer aankan, dus splitste men op in de raad van state, en de raad voor vreemdelingenzaken (die enkel voor individuele beslissingen)
  • · Toepassen van art 159 van de grondwet, de rechter combineert de 2 technieken: nietigheid en art 159

Legaliteits of wettigeheidsbeginsel: is een andere naam op hierarchie van rechtsnormen maar toegepast op KB of meer algemeen, administratieve besluiten.

Lees meer...

Zaak Lanaken

1991 zaak ivm een verdrag “Waar moeten buitenlanders die in belgie werken belastingen betalen? “ Basisovereenkomst: men betaalt belastingen i/h land waar men werkt, behalve voor grensarbeiders. Later werd een protocol toegevoegd, (een uitz op een uitzondering) , behalve grensarbeiders ook nederlanders die in Belgie wonen maar in Ned werken,betalen in Belgie belastingen

De gemeenste Lanaken wil belasting heffen voor die Ned, maar dit wordt geweigerd en ze gaan in tegen dat ministerieel besluit dat hen die belasting weigerd. Lanaken gaat naar de Raad van State en valt dit MB aan, omdat het strijdig is met een hogere norm, strijdig met gelijkheidsbeginsel. RVState is het eens, maar dat MB volgt enkel die wet, dat verdrag. Maar Raad Van State is niet bevoegd om wetten etc te toetsen. (Raad van state= MB+ KB) Raad van state gaat een prejudiciele vraag stellen aan het Arbitrage Hof of dat verdrag strijdig is met gelijkheidsbeginsel (Onderscheid tussen bevoegdheden RVState en Arbitrage Hof)

Het komt (met prejudiciele procedure) terecht bij het Arbitrage Hof. Terwijl AH niet bevoegd is verdragen te toetsen aan de grondwet. Als het Arbitrage Hof zich wil uitspreken, moet die kijken naar de inhoud van het verdrag. Daar is het Arbitrage Hof niet voor bevoegd, maar AH zegt dat ze bevoegd zijn voor alle wetten, decreten en ordonnanties. Dus ook al goedkeuringswetten. Dus AH keek naar het verdrag. Tot op vandaag blijft GW Hof dit toepassen.

Is een bep wet , het EU verdrag rechten van de mens of die niet strijdig is met GW, Raad Van State stelt deze vraag aan hat Arbitrage Hof. Prejudiciele vragen gaan enkel voor goedkeuringswetten van verdragen.

ART 893 + ART 26

Verzekeringen

Lees meer...

ART 74 en volgende

Is een artikel mbt hoe wetten tot stand komen (bicameraal/unicameraal)

Bv een wet komt tot stand volgens de bicamerale procedure, terwijl er eigenlijk een andere procedure moet gebruikt worden. Schema: zie notites

Lees meer...

Het arbitragehof

= een arbiter tussen gemeenschappen en gewesten (1984) ART 127 GW

Wat doet het arbitragehof?

Nagaan en toetsen aan de GW + bijzondere wetten

Bij de communautarisering van het onderwijs werden de bevoegdheden van het AH uitgebreid. ART 24 : de keuze van onderwijs werd grondwettelijk bepaald. Door de 3 de staatshervorming kunnen wetten, decreten ook getoetst worden aan ART 24, 10 en 11.  Grote uitbreiding van de bevoegdheden van het AH!

Bv abortuswet: men zocht naar een manier om die nietig te laten verklaren. Men greep naar het gelijkheidsbeginsel  de vader heeft geen inspraak! Maar dit argument werd afgewezen door het AH

ART 10 & 11 = de belangrijkste toetsingsgronden van het Arbitrage Hof.

Het arbitrage hof toetst wetten aan andere grondrechten. Hoe?

  1. Bevoegdheden verdelende regel
  2. ART 24/10/11
  3. Vanaf 2003 bevoegdheid uitgebreid naar titel 2

2007 Arbitrage hof  Grondwettelijke hof

Lees meer...

Een tweede bres: de staatshervorming

Bevoegdheden zijn gedeeld, een exclusieve bevoegdheidsverdeling om conflicten te vermijden.

Maar een zeer complexe bevoegdheidsverdeling. Vanaf 80’ constateert men conflicten. Met normenhierarchie kon men dit niet oplossen want wet en decreet staan op hetzelfde niveau.

Oplossing? Een afzonderlijke instantie: Het arbitrage hof

Lees meer...

Van dualisme naar monisme

  • Een verdrag is nu belangrijker

Een verdrag verschijnt in normenhierarchie boven de wet. Een verdrag is nu een autonome rechtsbron. Staat zelfs boven de wet, dit was een beslissing van het hof van beroep.

Gevolg: franco suisse le ski heeft gelijk en de staat gaat naar cassatie, maar cassatie bevestigd. Dit is een mijlpaalarrest, een leading case  wetten zijn niet langer onschendbaar! Rechter zal verdragsregel toepassen en de wet wordt opzijgeschoven

Lees meer...

Principe van onschendbaarheid vd wet Case 1971 Smeerkaasarrest

Nov 58’ België gaat importrechten heffen op zuivelproducten, maar binnen de EU gemeenschap waren import en exportrechten afgeschaft. Eerst besliste de EU gemeenschap om status quo te houden, dus bestaande im/export rechten blijven maar geen nieuwe

De comissie kan een inbreukprocedure tegen België invoeren omdat België de gedragsverplichtingen niet naleeft. En in 1965 trekt België het KB dan ook in.

Maar zuivelbedrijven gaan in protest, want hebben invoerrechten betaald. Het gaat hier om een KB die strijdig is met een wet.(verdrag bestaat eigenlijk niet, is omgezet tot een wet)

Franco-ski le suisse gaat in beroep; zijn bedrijf heeft minder winst kunnen maken en stapt naar de rechtbank om geld terug te vragen. (er is iets uitbetaald wat ze eigenlijk niet moesten betalen) De rechter zegt dat hij geen juridische grond heeft om Belgische overheid verplichten geld terug te vragen. = Een slecht arrest.

In 67 doet de rechtbank van eerste aanleg een uitspraak. Men maakt een wet: de gelden op basis van dat besluit kunnen niet worden terugbetaald.

Dus als een rechter hiermee te maken heeft, strijdigheid van wetten, en hij moet de jongste wet toepassen, die van 67 dus. Franco ski-le suisse gaat in beroep. En de rechter voelt aan dat het verdrag primeert boven een wet, dus de wet moet niet worden toegepast.

Lees meer...

Relatie wet & grondwet

Ook wetten moeten grondwetten respecteren. Controle gebeurd door het Grondwettelijk Hof , opgericht 1985. Vroeger gebeurde dit onderzoek door de rechters, zij onderzochten of een wet overeenstemt met de grondwet.  Ongrondwettelijke wetten werden gesanctioneerd.

Waarom zou een rechter er van afblijven?

Scheiding der machten, de rechter is niet democratisch verkozen. Het parlement maakt wetten, vertegenwoordigd het volk. Dus rechters mengen zich niet in de wetgeving, wetten zijn de stem van het volk. Een rechter is enkel rechterlijke macht

  • Bv Obamacare in strijd met grondwet?  Supreme court oordeelde niet in strijd met GW
  • Bv Verbod van bedrijven om presidentscampagnes te financieren.  niet in strijd met GW

Supreme Court in VS beslist, rechters hebben dus veel macht.

In België  Geen “governement of judges” rechters zijn geen wetgevers!

Lees meer...

Normenhierarchie

Lagere besluiten moeten hogere besluiten respecteren

Bv Examen voor functie ambtenaar op federaal niveau. Een blinde kandidaat eist voor dit examen af te leggen een pc en wetboek. Hij krijgt dit niet en slaagt niet voor het examen. Hij stapt naar de Raad Van State afdeling bestuursrechtspraak. Het gaat om beroep van nietig verklaring. Het juridisch argument om dat koninklijk besluit nietig te verklaren is dat de blinde ‘achter staat’ en dus niet op gelijke positie start.  het gelijkheidsbeginsel wordt dus geschonden  dus mensenrechten zijn geschonden.

In België zijn er 2 beschermingsmiddelen tegen de administratieve overheid:

  1. Nietigverklaring door Raad Van State (binnen de 2 maanden)! RVST is pas in 1946 opgericht
  2. Voor de rechtbank, de rechter oordeelt of het moet worden toegepast. Het verdwijnt dan niet, maar wordt gewoon niet toegepast.

ART 159 GW

Legaliteitsbeginsel = Een juridisch/rechterlijk beschermingsmiddel

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen