- geen hergroei van neuronen
- hergroei axonen
- perifeer wel: volgen van myelineschacht (~1 mm/dag)
doorgesneden: myeline schacht sluit niet aan verkeerde verbindingen
- CNS (hersenen, ruggemerg) nauwelijks: uitgroei < 2 mm
- beperkt door: littekens, wegtrekken van neuronen, beschadigde gliacellen remmen axongroei
- sprouting: afgestorven neuron, andere neuronen vormen axonaftakking naar vrijgekomen synaps: soms storend (N.B. axon en dendrietgroei gebeurt sowieso)
- postsynaptisch neuron wordt gevoeliger na
- verminderde activiteit (denervation supersensitivity)
- wegvallen axon (disuse supersensitivity)
- vanwege extra receptoren, en verhoogde receptor gevoeligheid
soms te sterke neuronrespons, pijn
- reorganisatie: collateral axon sprouting, verhoogde receptor gevoeligheid
- treedt ook op bij extreme oefening (bv. musicus)
- zo ook na CNS schade hersengebieden geselectederd vanuit buurgebieden na verlies input
bv. na amputatie: arm wordt gevoeld bij tactiele gezichtsstimulus (dwz. In geamputeerde/fantoom-arm)