Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

SAMENVATTING H6

  • codering: bepaalt door baan
  • bouw van het oog (cornea, pupil, lens, retina)
  • bouw van de retina (verschillende cellen en hun rol, blinde vlek, fovea)
  • retinale receptoren (staafjes en kegeltjes)
  • kleurwaarneming (trichromatische theorie, opponent process theorie, retinex theorie)
  • verwerking van visuele signalen van optisch chiasma
    • via LNG naar cortex
    • via superior colliculus naar o.a. hypothalamus
  • laterale inhibitie
  • ganglioncellen: parvo-, magno, koniocellulair
  • corticale verwerking: V1-V4, MT
  • ventrale en dorsale stroom
  • verwerking in V1: simpele, complexe, hypercomplexe cellen, corticale kolommen, feature detectors
  • kleurherkenning, bewegingswaarneming
  • ontwikkeling van het visuele systeem, kritische periode

Lees meer...

KRITISCHE PERIODE

  • kritische periode
    • functie ontwikkelt zich door groei van axonen vanuit synchroon-vurende neuronen naar de cortex
    • GABA start kritische periode
    • verschilt per cortexgebied

  • corticale neuronen blijken bij geboorte al ongeveer met dezelfde gebieden in beide ogen verbonden …

  • maar visuele ervaringzorgt voor fine-tuning
    • katjes: afwisselend linker en rechteroog, of scheelkijken  corticale neuronen reageren op slechts 1 oog  (later) geen stereoscopisch dieptezien
    • ontwikkeling gestuurd door neurotrofines
Lees meer...

DE ONTWIKKELING VAN HET VISUELE SYSTEEM

-kinderen < ~ 6 maanden

  • moeite met verschuiven van de aandacht
  • kijken met name naar gezichten
    • herkent nog geen gezichts-details
    • ITC leert geleidelijk een gemiddeld gezicht te herkennen
    • gezichtsherkenning = detecteren van afwijkingen

-algemene regel: visuele ervaringen gedurende de kritische periode zorgen voor ontwikkeling van het visuele systeem

  • periode bij mensen: ~ < 2-6 maanden?

1) bij afsluiting van één oog in de kritische periode blijkt dat oog na 4-6 weken blind

niet-actieve axonverbindingen verdwijnen

(bij afsluiten van beide ogen: niet blind, minder scherp)

  • blindgeboren met herstelde visus na de kritische periode

-wel locatie en helderheid, nauwelijks vormen en objecten

-visuele cortex gevoelig voor tast en auditieve waarneming

2) amblyopia (‘lui oog’) & strabisme (scheelzien): pleister over goede oog doet luie oog verbeteren (strabisme: correctie vóór het 6e levensjaar)

3) blootstelling aan stereozien (verschil tussen linker en rechter oog = retinale dispariteit) in kritische periode

4) astigmatisme (oogbol niet rond): corrigerende (cylindrische) lensen helpt niet goed na 3-4e levensjaar  blijvend corticaal effect

Lees meer...

BEWEGINGSWAARNEMING

  • rol magnocellulair systeem: grove patroonsveranderingen
  • rol parvocellulair systeem: verschil linker en rechteroog
  • beide geven input naar o.a.
    • mediale superieure temporele cortex (MST)

-ventraal MST: als objecten bewegen t.o.v. de achtergrond (ongeacht oogbewegingen!)

-dorsaal MST: expansie, contractie, rotatie  van belang voor eigen beweging

MST onderscheidt tussen effecten van oogbewegingen en object bewegingen

  • midden-temporele cortex (MT = V5)

-cellen reageren op bewegingen in een specifieke richting (onafh. van vorm, kleuretc.) én op foto’s die beweging suggereren (auto’s e.d.)

Lees meer...

VORMHERKENNING NA V1

  • toenemend omvang receptieve velden indien verder in de cortex  positieonafhankelijk
  • V2: complexere vormen als cirkels, lijnen onder een hoek
  • inferior temporal cortex (ITC): cellen reageren op diverse variaties van een stimulus (bv. spiegelbeeld, zwart/wit omkering, oriëntatie)
    • shape constancy, activiteit ongeacht perspectief
  • afwijkingen in waarnemingen bij beschadiging van dergelijke gebieden, bv.
    • visual agnosia (temporaal cortex): object wordt wel gezien maar niet herkend
    • prosopagnosia (fusiforme gyrus in ITC): gezichtsherkenning verstoord door beschadiging

fusiforme gyrus lijkt geleerde complex vormen te herkennen (met name, maar niet alleen, gezichten)

Lees meer...

VERDERE VISUELE VERWERKING

  • een feature detectordetecteert specifieke stimulus eigenschappen
    • bestaan afgeleid uit gedragsonderzoek (m.n. functieleer)
  • zijn visuele cortex cellen feature detectors?
  • wellicht: habituatie bij langdurige waarnemen verklaart illusies, bv.
    • de waterval illusie doordat cellen voor beweging naar beneden vermoeid raken (en die voor beweging naar boven niet)
Lees meer...

VERDERE VISUELE VERWERKING

  • o.a. Hubel & Wiesel (50-er jaren): maten elektrische spanningen in apenhersenen bij aanbieden visuele stimuli
  • vormwaarneming: in de visuele cortex zijn drie verschillende soorten neuronen ontdekt
    • simpele cellen (V1)

-balkjes/streepjes in 1 specifieke richting en afhankelijk van de locatie op het netvlies (en sinusgolven-Fourier analyse)

  • complexe cellen (V1 en V2)

-in 1 specifieke richting, onafhankelijk van de locatie van het licht op het netvlies

-krijgen input van de simpele cellen

  • hypercomplexe cellen (end-stopped; V1 en V2)

-zoals complexe cellen zolang het licht niet in een bepaald gebied komt

  • cel reactie is relatief: cellen worden geëxciteerd door een range van stimuli rond een maximale gevoeligheid
  • cortical columns: corticale neuronen met soortgelijke reactieve eigenschappen liggen bij elkaar
    • bv. linker oog en lijn-oriëntatie, of beide ogen en lijn-oriëntatie, etc.
Lees meer...

VENTRALE EN DORSALE STROOM

  • deze drie banen komen uit op grofweg twee verdere banen
    • temporaal: ventrale stroom (‘what’)
  • object herkenning:

- de banen voor vorm, beweging,
kleur, helderheid

- V1  V2  V4  temporaal cortex

- context afhankelijk  visuele illusies

  • dorsale stroom (‘where’/’how’)

bewegingssturing:

- V1  V2  V3 MT  pariëtaal cortex

- minder context-afhankelijk
(onafhankelijk van visuele illusies)

Lees meer...

GESCHEIDEN VISUELE BANEN

  • in visuele cortex drie banen (outputs)
    • magnocellulaire baan

ventrale tak: bewegingswaarneming

dorsale tak (parietaal cortex): vision & action

  • gemixte baan

helderheid, kleur, (vorm)

  • parvocellulaire baan

vormwaarneming

Lees meer...

GESCHEIDEN VISUELE BANEN

  • visuele informatie retina  LGN V1 (= striate cortex = primaire visuele cortex)

  • primaire visuele cortex (V1)
    • eerste verwerking van visuele informatie
    • actief bij visuele voorstelling (bv. bij gesloten ogen)

  • secondaire visuele cortex (V2)
    • verdere verwerking
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen