1)postsynaptisch in glutamaat-receptoren (komen in het gehele brein voor)
- AMPA (gewone glutamaat) receptor: opening door glutamaat en AMPA laat natrium door depolarizatie (in dendriet geen actiepotentiaal!)
- depolarizatie: NMDA receptor laat natrium en calcium door calcium selectedert CaMKII eiwit beïnvloedt synapse, namelijk
- meer, gevoeligere en beter gepositioneerde AMPA receptoren, soms meer NMDA receptoren, meer dendrietvertakkingen, meer parallelle synapsen
- dus: veel glutamaat NDMA receptoren ook geopenend AMPA receptoren reageren sterker
2)presynaptisch: retrogade transmitter (m.n. NO) versterkt ook de presynaptische activiteit