Horizontale bewegingen
- Gepubliceerd in Economie
bewegingen van de ene bedrijfskolom naar de andere, te onderscheiden in specialisatie en parallellisatie.
bewegingen van de ene bedrijfskolom naar de andere, te onderscheiden in specialisatie en parallellisatie.
bewegingen binnen één bedrijfskolom, te onderscheiden in integratie en differentiatie
omvat alle bedrijven die eenzelfde soort product voortbrengen of een gelijke productieve handeling verrichten.
is een schematisch overzicht van de belangrijkste productiefasen die een product doorloopt.
is een bewerking die een product ondergaat.
De naamloze vennootschap (NV) en de besloten vennootschap (BV) zijn rechtspersonen.
Een rechtspersoon is een organisatie die zelfstandig rechten en verplichtingen kan hebben. De naamloze vennootschap
Bij een naamloze vennootschap (VN) zijn de gezamenlijke aandeelhouders eigenaar van het bedrijf één aandeelhouder kan meerdere aandelen bezitten. Als het bedrijf zijn verplichtingen niet nakomt, kunnen de aandeelhouders niet aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van het bedrijf. Er is een strikte scheiding tussen de privébezittingen van de aandeelhouders en het bedrijf.
De besloten vennootschap
De besloten vennootschap (BV) komt in veel opzichten overeen met de NV. Het grote verschil is dat de aandelen van een NV vrij verhandeld kunnen worden en die van een BV niet.
Alle opeenvolgende productieprocessen – vanaf de winning van de oorspronkelijke grondstof tot en met de winkel waarin het eindproduct wordt verkocht – noemen we de bedrijfskolom.
is een ondernemingsvorm waarbij twee of meer mensen onder een gemeenschappelijke naam een bedrijf uitoefenen.
Bij een vennootschap onder firma (afgekort als VOF, firma of Fa.) zijn minstens twee mensen eigenaar van het bedrijf. Deze mensen worden de vennoten van de firma of de firmanten genoemd. De vennoten nemen samen alle beslissingen.
Eén persoon is eigenaar en geeft tevens leiding aan het bedrijf.
deze hangen samen met de aansprakelijkheid voor de verplichtingen die door het bedrijf zijn aangegaan.
de keuze voor een bepaalde rechtsvorm hangt onder meer samen met het antwoord op vragen als: wie draagt de risico’s van het ondernemerschap, op welke manier kunnen de middelen van het bedrijf worden uitgebreid?