Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

De geografie van waardeketens

Doelen:
- Verkrijgen van inzicht in commodity chains, offshoring en outsourcing.
- Structuur en geografie van commodity chains leren begrijpen.

Global commodity chains:
- Bundel van sociale en geografische relaties.
- Belangrijk bouwblok van mondiale economie.
- Drijfveren: kostenvoordelen (lonen, milieu), maar ook specialistische kennis.

Commodity chain: (veel) meer dan alleen maar 'tastbare' inputs, ook allerlei diensten (financiering, design, verzekeringen, marketing etc.)

- Patroon ook complexer dan simpele keten: Global Production Network.

Commodity chain: opeenvolgende fasen in het productieproces van winnen van grondstoffen via transformatie tot eindproducten tot distributie aan eindgebruikers (consumenten): het pad dat een product aflegt van producenten tot consumenten (en daarna).

Lees meer...

De Kredietcrisis

1.Opkomst Global Finance.
- Deregulering. Banken hoefden zich aan minder regels te houden.
- Spaaroverschot. Van landen met veel geld zoals China (exportoverschot), olielanden.
- Opkomst van andere financiële instituties (hedge funds, fund management companies)
- Schaalvergroting van banken. Banken worden groter.
- Functieverschuiving: van handels- en leenbank naar "investment bank". Banken gaan zelf
investeren.

2. Securitization
- Banken gaan over tot securitization: onderdeel van financialization. Zie dia.
Voordelen bank van CMOs/CDOs:
- Balansverkorting: minder schuld, geringere eigen vermogensbuffer.
- Verbeteren van liquiditeitspositie (toekomstige geldstromen direct te gelde gemaakt)
- Groot aanbod van spaargeld (savings glut).
- Spreiding risico.

3. Proces van securitization nader bekeken.
- Koper van huis krijgt hypotheek van bank.
- Bank zet aantal hypotheken van wisselende kwaliteit bij elkaar in CDO/MBO: securitization.
- CDO/MBO wordt door verkocht, al dan niet verder versneden, via financiële markten, aan weer
andere financiële instellingen: hedge funds, pensioenfondsen, andere banken.

- Interdependentieketens langer en mondiaal en minder transparant.

4. Wat ging er fout?
- Sub-prime mortages: lenen aan niet-solvabele huizenkopers: banken als pushers. Konden
huizenkopers het niet terugbetalen verkocht ze gewoon de huizen door stijgende huizenprijzen.
- Crediet bubble: consumenten zijn steeds meer gaan lenen.
- Prikkelstructuur in financiële sector gericht op korte termijn winsten (bonussen).
- Casino gedrag: gokken inherent aan financiële systeem.
- Herd behavior: denken dat huizenprijzen alleen maar omhoog kunnen. Rating Agencies hebben
onderschat hoe slecht de hypotheken waren.
- Intransparantie: volstrekt onduidelijk hoe groot risico is en waar het zit.
- Systeem geen risico spreiding, maar juist systemic risk dat vrijwel complete global finance getroffen
heeft: bijna alle banken hadden direct of indirect wel besmette.... zie dia

5. De kredietcrisis.
- Sub-prime mortgages: aflossingen worden niet meer betaald.
- Huizenprijzen gingen dalen: onderpand minder waard.
- CDOs en MBOs dalen in waarde.
- Financiële instellingen zien plotseling eigen vermogen dalen (leverage werkt andere kant uit: meer
leningen intrekken).
- Grote onzekerheid over kredietwaardigheid van financiële.... ZIE DIA

6. Nasleep kredietcrisis.
- Overheden moeten banken redden en massaal geld in systeem pompen.
- Afname kredietverstrekking.
- Eurocrisis.
- Vertrouwen in global finance ondermijnd.

Global Cities: Concentratie van top-level financiële functies in paar steden: "commanding heigths of capitalism" of "global cities": Londen, New York, Tokyo, Hong Kong. Aanwezigheid hoofdkantoren multinationals. Arbeidspool van hoogopgeleide specialisten. Gerelateerde bedrijvigheid: advocatenkantoren, consultancies. Kennisuitwisseling via Face-to-Face contacten. Waarom is F2F in sommige gebieden beter dan bijv. skype, mail? Betere inschatting van betrouwbaarheid, makkelijker om iemand op de punt van de tong te proeven, directe uitwisseling, rijkere communicatie. Culturele en consumentenvoorzieningen. Transport- en communicatieinfrastructuur.

Lees meer...

Collateralized debt/mortgage obligations

Zogeheten asset-backed security. Concreet onderpand, bijvoorbeeld een huis. Gebundelde schuldpakketen die aan verschillende investeerders kunnen worden verkocht die daar dan rente op kunnen trekken. "the engine that powered the mortgage supply chain", cruciaal element. Risico niet duidelijk, gebrek aan transparantie. Warren Buffet (professionele beleggers): "financial weapons of mass destruction, carrying dangers that, while now latent, are potentially lethal".

Raghuram Rajan: geen reductie van risico, maar juist verspreiding van risico en onzekerheid door hele financiële systeem.

Rating agencies (dat zijn instellingen, commerciele bureaus, die bepalen of een land of een bank wel voldoende credietwaardig is, hoogste waardering is AAA, allerlei gradaties): verkeerde beoordeling van risico.

Lees meer...

Securitisation

(proces) Omzetten van contractuele schulden (zoals hypotheken voor woningen, bedrijfspanden, leningen voor auto's, creditcard schulden etc.) in verhandelbare financiële begrippen.... zie dia.

Lees meer...

Security

Financieel instrument dat verhandeld kan worden waarvan de waarde door de markt bepaald wordt (vb. aandelen en obligaties). Men commodificeerd allerlei contractuele verplichtingen. Cruciale component van financialization.

Lees meer...

Arbeid kleeft aan plaats vast

1. Grenzen aan forensen (gemiddeld 2 keer 30 minuten reistijd). Maar: tijd loopt op met inkomen en tweede huis in combinatie met pied-à-terre in de stad.

2. Reproductie van arbeid is lokaal gekoppeld aan alledagse instituties als familie, scholen enz.

3. Gehechtheid aan plaats. Internalisering van identiteit plaats: Ajax, de Melkweg, cafés, clubs, grachten.

4. Productie meestal gelokaliseerd op vaste plek (gaat steeds minder op dankzij ICT: vb. oDesk--> bedrijf waarbij men scripties en onderzoeken kan kopen die geleverd worden door mensen van de hele wereld).

5. Regulering van arbeid altijd lokaal. Kapitaal in principe mobieler dan arbeid, maar:

  • Sociale verschillen in relatie kapitaal-arbeid, deel arbeid zeer mobiel (bv. topvoetballers, maar ook aspergeplukkers).
  • Geografische verschillen in relatie kapitaal-arbeid: landschap van productie gedifferentieerd. Positie arbeid en ook wijze van reporductie van arbeid afhankelijk van breder institutioneel kader. Kader (nog steeds) grotendeels nationaal. Significante verschillen in institutionele kaders tussen landen. Verschillen structureel, interlocking en padafhankelijk.

Typologie David Soskice:

1. LMEs: Liberal Market Economies. (voorbeeld VS)
2. CMEs: Co-ordinated Market Economies (Duitsland; Nederland)

LMEs: Financieel systeem met nadruk op korte termijn, maar wel hoge risico's mogelijk.
CMEs: Financieel systeem gericht op lange termijn financiering.

LMEs : Arbeidsverhoudingen: gedereguleerde arbeidsmarkt; zwakke vakbonden, sterke controle door topmanagement.
CMEs: Gereguleerde arbeidsmarkt, vakbonden belangrijke rol, consultatie binnen ondernemingen en tussen ondernemingen.

LMEs: Onderwijssysteem: gericht op algemeen onderricht.
CMEs: Onderwijssysteem: gericht op voortgezet (hoger) beroepsonderwijs vaak in samenwerking met bedrijfsleven.

1. LMEs: Vorm van concurrentie: scherpe concurrentie; geen samenwerking tussen bedrijven ("arm's length"). Kartelvorming wordt zwaar op gelet.

2.CMEs: Vorm van concurrentie: samenwerking mogelijk tussen bedrijven op gebied van onderwijs, standaards, productontwikkeling e.d.

1. Aard van innovatie. Grotere kans op radicale innovaties: Google, Facebook, Apple.
2. Aard van innovatie. Grotere kans op incrementele innovaties (Mercedes, BMW). Veel meer
bestendig en taaier. Nieuwe bedrijven veel minder in Duitsland.

1. Aard producten. "Nieuw" staat voorop, weinig oog voor kwaliteit.
2. Aard producten. Kwaliteit staat voorop, complexe producten.

Hoorcollege 4. 10-2-2014. De geografie van Global Finance. De geografie van waardeketens.

Doelen:
- Kennen van enkele kernbegrippen van global finance.
- Begrijpen van relatie met neoliberalisme.
- Begrijpen van ontstaan kredietcrisis.
- Begrijpen van geografie van global finance.

Financialization: "refers to the increasing importance of financial markets, financial, motives,
financial institutions, and financial elites in the operation of the economy and its governing
institutions, both at the national and international levels" (Epstein, 2001). Kijk voor andere definitie
van wikipedia en Grete Krippner op de dia's.

Hoorcollege 5. 17-2-2014. De geografie van Global Finance. De geografie van waardeketens.

Lees meer...

Grotere mobiliteit van kapitaal door

  • Liberalisering (minder regels en beperkingen ten aanzien van buitenlandse handel en investeringen m.n. val van communisme en opening van China).
  • Space-shrinking technologies. (ICT heeft enorme impact gehad op het verkeer van kapitaal. De informatie van waar je kan investeren gaat bv. via ICT, proces waardoor kapitaal mobiler is geworden)
  • Institutionele weefsel (banken, media, transportknooppunten--> zijn allemaal meegegroeid).

Opties van bedrijven:
1. Veranderen van productielocatie.
2. Uitbesteden. Inkopen van productieonderdelen.
3. Veranderen productiewijze in een locatie (flexibiliseren (uitzendbureaus, ZZP-er), downgrading,
multiskilling)
4. Discursive strategies: mondialisering als stok achter de deur om arbeidsvoorwaarden uit te hollen.

Lees meer...

Klassieke bezwaren tegen vermarkting:

  • Ongelijke toegang: lage inkomens minder toegang. (Over het algemeen zijn economen het hier mee eens)
  • Externe effecten: wat niet in prijs wordt meegenomen. (Ook hier zijn economen het over het algemeen mee eens)


Michael Sandel:

  • Vermarkting/commodificatie kunnen aard van product veranderen, geen neutraal proces.
  • "sometimes, market values crowd out nonmarket values worth caring about"
  • Kyoto verdrag: maakt het acceptabel om te vervuilen door er voor te betalen: morele stigma op vervuilen verdwijnt.


IVF (eicel bevruchten buiten het lichamelijk lichaam) maakt "unbundling of the supply chain"mogelijk: eicel kan van andere vrouw zijn dan degene die baarmoeder beschikbaar stelt: "gestational suroogacy" maakt "comercial surrogacy" mogelijk (extreme vorm van commodificatie): $20000 - $25000 per zwangerschap in VS, maar $4500-$7500 in Anand, India.

Lees meer...

Vier vormen van eigendom

- Gemeenschappelijk (bv. zee). Gevaar: geen verantwoordelijkheid dus het kan snel uitgeput worden.
- Staatseigendom en staatsexploitatie (Saoedi Arabië).
- Staatseigendom en exploitatie door de private sector (aardgas in Nederland).
- Privé-eigendom en exploitatie door private sector (boer in Nederland).

Trends in eigendomsstructuren:


- Trend naar meer bepalen van eigendomsrecht van natuur.
- Grotere rol van staten in controleren van natuur (Gazprom).
- Privatiseren van collectieve hulpbronnen (bv. water)
- Trends hebben eigen geografie.

Commodificatie van nadelige milieu-effecten. Onderdeel van neoliberalisme: vergroting van domein van marktallocatie. Geef natuur een prijs en probeer externe effecten te internaliseren: commodificatie van vervuiling, maar prijs moeilijk te bepalen, "productie" moeilijk te meten en te controleren.

Michael Sandel: filosofische analyse van commodificatie en expansie marktdomein na "era of market triumphalism". Niet alleen een markteconomie, maar ook een marktsamenleving.

Lees meer...

Typen staten

1) Neoliberale staten (vb. VS, VK)

  • Democratie met meer partijen
  • Overheid houdt, in principe, afstand van bedrijven en sectoren.
  • Belangrijkste rol van de overheid is werking markt bevorderen en handhaven.
  • Flexibele arbeidsmarkt en goed ontwikkelde kapitaalmarkt. (ontslaan en aannemen is gemakkelijk)

2) Verzorgingsstaten (vb. Duitsland, Frankrijk, Nederland)

  • Democratie met meer partijen.
  • Overheid bemoeit zich actief met de economie via regelgeving. Bijvoorbeeld t.a.v. arbeid, of via sociaal zekerheidsstelsel

3) Ontwikkelingsstaten (vb. Zuid-Korea, Taiwan, Singapore)

  • "Soft authoritarianism", één dominante partij.
  • Overheid relatief autonoom tav maatschappelijk middenveld. Overheid voert industriepolitiek en exportbevorderend beleid (via lage lonen) en reguleert arbeidsmarkt en kapitaalmarkten.

4) Autoritaire staten (bv. China, Rusland)

  • "Strong authoritarianism", één dominante partij.
  • Gecentraliseerd politiek systeem in combinatie met open economie. Probleem met institutionele kader en met eigendomsrecht en naleving contracten. Mix van private en staatsondernemingen.

Maar: dit is een grove typologie afkomstig uit de Comparative Political Economy. Op nationale schaal
wel degelijk grote verschillen tussen regio's en sectoren mogelijk binnen een type staat. Niet statisch:
verschuivingen mogelijk in institutioneel kader, doch wel vaak padafhankelijk.

De staat


Mondiale trend van neoliberalisme: privatisering (afstoten naar bedrijven), liberalisering (de barrières voor handel omlaag halen, export/import veel makkelijker) en deregulering (minder regels): meer markt

Convergentie (dat de verschillende staten op elkaar gaan lijken) niet vanzelfsprekend: varieties of neoliberalism

China "red capitalism" economisch succes zonder democratische rechtstaat.

Veranderingen in "Governance"


Rescaling: verschuiving van bevoegdheden van nationale staat naar supra- ("upscaling") of subnationale niveaus ("downscaling"), vb: urban entrepreneurialism.

Hollowing-out: Verschuiving van governance naar QUANGOs (quasi-NGO's, niet helemaal duidelijk),
NGOs en private sector.Hoorcollege 3. 6-2-2014 Milieu/natuur en economie. De productiefactor arbeid.

Doelen:
- Begrijpen van proces van commodificatie van natuur.
- Bekend zijn met veranderingen in structuur van eigendoom van natuur.
- Bekend zijn met rol van markten als mechanisme om milieudoelen te halen.

Natuur als goed
- Alle economische processen impliceren een transformatie van natuur dmv menselijke arbeid.
- Transformatieproces vereist sociale structuren zoals institutie van eigendom.
- Externe effecten als aantasting milieu moeilijk te bepalen.

Commodificatie van natuur centraal proces:
- Natuur wordt tot Kaufware gemaakt die op een markt kan worden verhandeld.
- Bepaling van eigendom (akker, bos, zee, DNA)

Twee sleutelvariabelen die geschiedenis en geografie van commodificatie van natuur bepalen:
1. Technologische en wetenschappelijke kennis.
2. Economische omstandigheden. (relatieve prijzen)

Natuur nimmer een abstract goed, altijd een materiële dimensie en daarmee ook een relatie met conrete geografie:


- Vindplaats, voorkomen (bv. erts, druiven)
- Verwerking (soort van sociale omgeving, vb. seizoensarbeid)
- Kenmerkende eigenschappen (bv. houdbaarheid, productie melk dicht bij stad anders zure melk)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen