Europese Unie
- Gepubliceerd in Wetgeving
28 lidstaten, heeft toegewezen bevoegdheden. De lidstaten hebben de residuaire bevoegdheden. Actief op veel terreinen. Hanteren het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel.
28 lidstaten, heeft toegewezen bevoegdheden. De lidstaten hebben de residuaire bevoegdheden. Actief op veel terreinen. Hanteren het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel.
= europese top. Vergadering met elke president of premier van elk EU-land en de voorzitter van de commisie (Barosso). Voorzitter van de europese raad = Herman Van Rompuy. Bezitten geen wetgevende bevoegdheid, wel grote invloed.
Macht ligt bij centrale overheid (met deconcentratie en decentralisatie)
Bestuursvorm waarin het volk de vertegenwoordigers kiest die de wetten maken. (toegepast in Belgie)
Bij deductie wordt vooral een gevolgtrekking gemaakt uit het algemene naar het bijzondere, de conclusie wordt afgeleid of gededuceerd vanuit het algemene (individualiseren).
Inductieve methoden werken andersom, hierbij komt men tot een algemene regel, generalisatie geheten, op grond van een aantal specifieke waarnemingen (algemeen making).
Macht en competenties worden overgedragen van overheid naar lagere instanties: hierarchisch gezag. Wordt gebruikt om sneller en efficienter beslissingen te nemen op lokaal niveau.
Het overhevelen van taken en bevoegdheden naar een lager niveau van bestuur: bestuurlijk toezicht. De macht wordt evenredig verdeeld over gelijkwaardige rechtspersonen.
Rechtstelsel dat gehanteerd wordt in België. Kenmerken:
- wetgever
- dictaat
- principe
- deductie
professionele rechter
Onafhankelijke deelstaten met eigen soevereiniteit. Bepaalde aangelegenheden worden gemeenschappelijk geregeld.
Bevoegdheden die aan meerdere overheden toekomen.