Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Activiteiten van de Staat

“Over time, the weight and impact of state activities standing lower in the diagram – adjudication, production and distribution – grew faster than those at the top – warmaking, statemaking, extraction and protection.”

De kernactiviteiten van de staat omvatten de staatsvorming tegen rivalen binnen het territorium en oorlogvoering tegen rivalen buiten het territorium, bescherming van de belangrijkste bondgenoten van de overheersers in en buiten het territorium en (cruciaal) belastingen. Op termijn ontstond er inmenging in arbitrage bij conflicten, herverdeling van de goederen en controle op productie van goederen en diensten. Er bestaat interactie en verschuiving van het belang tussen deze zeven domeinen van staatsinmenging.

Samen met dit proces was er een voortdurende creatie van nieuwe administratieve structuren op lokaal, regionaal en nationaal niveau en een invloed op de belangen van de bevolking. Dit gebeurde op ingrijpende vaak negatieve wijze aangezien de staat land, kapitaal, goederen en diensten opeiste wat verzet uitlokte van de gewone mens. Dit gebeurde via een reeks verplichtingen die opgelegd werden aan de onderworpen bevolking. Deze werden verbonden met maatregelen en straffen.

Er is duidelijk een sterke variatie tussen het karakter en gewicht van deze staatsinmenging afhankelijk van de functie van de dominante economie en de relatieve concentratie van kapitaal en dwangmiddelen binnen de staat. Tily spreekt over coercion intensive regio’s of dwang intensieve regio’s, capital intesive regio’s of kapitaal intensieve regio’s en regio’s of capitalized coercion of regio’s van gekapitaliseerde dwang (“Both the character and the weight of state activity varied systematically as a functieloon of the econom that prevailed within a state’s zondares.”).

Lees meer...

Besluit

Het is duidelijk dat men het verleden zeker niet moet idealiseren. Tegenwoordig is er een tendens naar labelling en criminalisering, maar ook het onvermogen om bepaalde gedragingen informeel te corrigeren. Belangrijk zijn wel de plaats in de samenleving en de sociale ankerpunten. Er is dringend nood aan bemiddeling, compensatie en herstel.

Lees meer...

Repressie versus zorg

Tijdens het ancien regime was er geen problematisering van jeugdcriminaliteit. De negentiende eeuw dient hier als breuk. Vanaf dan ontstaan juridische en maatschappelijke beleidsmaatregelen expliciet gericht op jongeren met ‘deviant’ gedrag. De perceptie verandert. We spreken over moral panics, waarbij de burgerij jongeren labelt. Dit is een zeer klassen bepaalde reactie (notie van arbeidsdiscipline).

Er ontstaan veranderingen in de positie van kinderen ten aanzien van de strafwet: gedragingen van jongeren worden gecriminaliseerd. Men spreekt over de economy of makeshifts: meer sociale criminaliteit zorgt voor een grotere behoefte aan noodoplossingen bij gezinnen. Ook is de tolerantie sterk verzwakt.

Het probleem nu is wie er in aanmerking komt voor repressie of zorg. De ernst van de overtreding biedt geen voldoende verklaring. Wel is duidelijk dat de meeste jongeren in justitie een categorie omvat met typische kenmerken. Deze kenmerken omvatten kinderen in materiële nood, op zichzelf aangewezen kinderen en kinderen in morele nood (misvormde gezinsverbanden). Dit komt vooral tot uitdrukking in crisisjaren. In de negentiende eeuw waren er meer migratiestromen en een snellere verstedelijking wat leidde tot grotere concentraties van kinderen.

Langzaamaan ontstond het jeugdbeleid met vormen van controle afhankelijk van de belangen van de staat, de klassen of privé-personen. Humanitaire bewegingen boden een zorg voor daders met als bedoeling het positieve te verwezenlijken, maar een probleem omtrent de meningen over finaliteit van de opvoedingspraktijk.

Lees meer...

Genderperspectieven

Meisjes zijn duidelijk minder terug te vinden in criminaliteitsstatistieken. Dit vanwege hun zachtere natuur en striktere controle. Wel spreekt men over de dreiging van seksualiteit van meisjes aangezien men zich afvraagt waarom zij zelden de aanleiding vormen tot strafrechtelijke vervolging. Van groot belang is de sociale context van meisjes. Hiermee bedoelen we hun houding ten aanzien van voorhuwelijks geslachtsverkeer en huwelijksstrategieën, tegenover kindermoord en verlating. Dit is allemaal sterk afhankelijk van de context en zeer persoonsgebonden.

We zien vrouwen vaak ofwel als slachtoffer ofwel als verleidster. Dit is afhankelijk van de identiteit, van maatschappelijke integratie en van sociale klassenverschillen tussen dader en slachtoffer. We zien een tendens naar meer infrajudiciële regelingen bij meisjes, afhankelijk van aangiftebereidheid. In dit geval was een straf meer de zaak van de identiteit van de dader en zijn maatschappelijke integratie.

Lees meer...

Sociale relaties en netwerken

Sociale netwerken deden dienst als brug tussen het micro en het macro niveau. We moeten in gedachte houden dat transacties die mensen en groepen van mensen aangaan zeer belangrijk zijn om de sociale structuur en het sociaal gedrag te begrijpen. Centraal in deze analyse staan de relaties tussen de verschillende actoren.

We spreken over het reciprociteitbeginsel als het gaat over sociale ruil of uitwisseling. Vaak zijn deze gematerialiseerd en dienen ze als middel om een persoonlijke band te creëren en te onderhouden, als een impliciete verplichting om iets terug te geven of soms is ze verhuld.

Pierre Bourdieu sprak over drie vormen van kapitaal: economisch, cultureel en sociaal. Sociaal kapitaal bestaat uit de bestaande netwerken en de zelf opgebouwde relatienetwerken. Hij spreekt over het volume van sociaal kapitaal wanneer het gaat om de grootte van de netwerken en de hoeveelheid kapitaal van kennissen die tot het netwerk van een bepaalde persoon behoren. Zeer belangrijk bij sociaal kapitaal zijn wederzijdse herkenning en erkenning: er moet een homogeniteit bestaan tussen de leden en het kapitaal moet erkend worden door anderen, hoe groter het kapitaal, hoe winstgevender en een onderscheid tussen geobjectiveerd en belichaamd sociaal kapitaal. Daarnaast is ze niet waardevast. Dit wil zeggen dat men nood heeft aan voortdurende niet aflatende institueringsarbeid en het aanknopen van rendabele contacten. Dit wil zeggen dat relaties duurzame verplichtingen met zich meebrengen en institutioneel beschermd worden in rechten.

Lees meer...

Gevestigden versus buitenstaanders

De aard van het misdrijf was over het algemeen van minder belang dan de persoon die het deed. De plaats van de dader binnen het sociaal relatiepatroon was dus zeer belangrijk. Er bestond een verband tussen mobiliteit en criminaliteit in die zin dat migratie een norm was tijdens het ancien regime, waardoor heel wat mobiele jongeren in hoge mate gecontroleerd en getolereerd werden. Perioden van economische crisis en sociale ontwrichting zorgden echter voor een sterke daling van deze tolerantie.

We zien dat jongeren niet speciaal geviseerd werden. Gedragingen werden niet gedefinieerd als jeugdcriminaliteit en de doorslaggevende factor was maatschappelijke participatie en de sociale relaties waarover men beschikte.

Lees meer...

Infrajudiciële conflictregeling versus rechtsvervolging

In de late middeleeuwen en de nieuwe tijd waren veel jongeren in het straatbeeld. Dit bracht vaak delicten met zich mee over het algemeen in groep of in geritualiseerd verband. Men probeerde op deze manier niet ingeloste vormen van reciprociteit of van gewoonterecht af te dwingen of zijn reputatie en plaats in de samenleving op te bouwen en te verdedigen.

Over het algemeen was er toen een relatief hoge tolerantiegraad en gebeurde er heel wat infrajudiciële conflictregeling. Het staatvormingsproces maakte hier geen einde aan. Bij publieke rechtzetting door de rechtbank werden delicten voornamelijk aangebracht door benadeelden door het indienen van een klacht en een weg uit te stippelen om correctie te eisen. Bij jeugdige daders werd rekening gehouden met verzachtende omstandigheden en deed men vaak pogingen tot informele correctie.

Nu rijst de vraag wie dan wel de criminaliteitsstatistieken bevolkt. Het gaat hier om mensen met weinig sociaal kapitaal, wat wijst op het belang van locale sociabiliteitsnetwerken. Ook hadden zij vaak geen geregeld huishouden en bezetten ze op uitgesproken wijze de publieke ruimte. Dit hing vaak samen met een vorm van geografische mobiliteit: landloperij.

Lees meer...

Uitgangspunten

Duidelijk is dat deviant gedrag niet uitzonderlijk is en dus ook niet was in het verleden. Slechts een klein aantal geeft aanleiding tot publiek debat of interventie en er is geen evenredig verband tussen de zwaarte van een bepaald delict en de bestrijding ervan of de strafmaat. Veel criminaliteit blijft onzichtbaar zowel wat de daders als de slachtoffers betreft. Tegenwoordig is jongerencriminaliteit meer in beeld als daders dan als slachtoffers. Het gaat hier om het belang van de sociale ruimte. We beschouwen dergelijke criminaliteit als een maatschappelijke constructie. Dit wil zeggen dat ze ook veranderlijk is. Wel is er nood aan historisch onderzoek wat betreft de daden die gecriminaliseerd worden en waarom en de percepties ten opzichte van probleemjongeren.

We moeten onze aandacht houden bij volgende punten: slachtoffers ten opzichte van daders, infrajudiciële conflictregeling ten opzichte van rechtsvervolging, gevestigden ten opzichte van buitenstaanders, meisjes ten opzichte van jongens, repressie ten opzichte van zorg en verleden ten opzichte van het heden.

Lees meer...

De rol van sociale controle

Het gaat hier om de omgang van officiële instanties met geweld. De autoriteiten geraken steeds meer betrokken bij de regulering van interpersoonlijk geweld dankzij een vermindering van de zichtbare straffen en dus een privatisering van de openbare strafvervolging. Daarnaast werd de definieerring van doodslag complexer en werd ze meer een zaak voor de rechtbanken. Geweld raakte ingebed in een breder proces van toename van sociale controle dankzij het ontstaan van gecentraliseerde administraties en juridische organisaties, een proces van sociale disciplinering via onderwijs, opvoeding en religie en de invloed van dominante groepen in de samenleving. Het systeem van veranderende waarden en normen kan ook dagelijkse routines en gedragspatronen veranderen. Daarnaast werden twee culturele stromingen vaak geassocieerd met een daling van het geweld: het protestantisme en het moderne individualisme.

Het protestantisme omvat een gigantisch disciplinerend project met de nadruk op introspectie en de cultivering van schaamte en schuld. Het gaat om een golf van religiositeit waarbij priesters binnendrongen in het private leven en daarnaast fungeerden als de ruggengraat in de toename van bevolking. Het protestantisme werd mee gedragen door de katholieke reformatie.

Het modern individualisme omvat een culturele verspreiding van het moderne ideaal van het individu sinds de zestiende eeuw. Men nam afstand van de buitenwereld met idealen als autonomie, authenticiteit en verantwoordelijkheid. Volgens Emile Durkheim was dit een cruciale variabele voor de daling van geweld dankzij een bevrijding van de collectieve banden en emoties, een meer subjectieve reflectie en een zekere emotionele afstand in conflictsituaties.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen