Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

XENOFOBIE EN VERZET TEGEN VERNIEUWING

Zoals eerder aangehaald kwam er echter ook verzet tegen de nieuwe materialistische cultuur. Zo was er de Lost Generation die alles van zich afschreven, maar er ontstonden ook bepaalde groeperingen die wilden terugkeren naar het Puriteinse Amerika met zijn oude waarden en die liever de voorkeur gaven aan actie…
Xenofobie was wel verspreid, omdat men de immigranten als brengers van vernieuwing zag…
Hierdoor werd mede de FBI (Federal Bureau of Investigation) opgericht, die zich ook bezig houdt met te onderzoeken of dat de nieuwe immigranten een slecht gedachtegoed hadden.
Zo was er ondermeer de Red Scare: na de Russische Revolutie in 1917 en de oprichting van de Comintern was men erg bang dat de communistische ideeën zouden overwaaien naar de VS. Zo worden de Palm Raids georganiseerd (door Mitchell Palmer, de oprichter van de FBI) die vermeende communisten moet opsporen waardoor er ca. 4000 mensen werden opgepakt.

Er komt ook een heropleving van de Ku Klux Klan vooral in het Zuiden en de Midwest
Aanvankelijk waren ze tegen de zwarten, maar dat evolueerde naar White American Protest dat gericht was tegen alles wat als on-Amerikaans werd beschouwd (Zwarten, Joden, Katholieken, Immigranten).

De KKK was tegen de modernisering van de samenleving waarin andere bevolkingsgroepen (ook vrouwen) een betere plaats kregen… In 1923 telde de organisatie ongeveer 5 miljoen leden.

Er zijn ook nog andere voorbeelden waaruit blijkt dat Amerika in de jaren ’20 sterk had te leiden onder de toenemende xenofobie.
Zo waren Nicola Sacco en Bartholomeo Vanzetti Italiaanse anarchisten die in 1921 beschuldigd werden van moord en ter dood veroordeeld werden zonder feitelijke bewijzen.
De rechters en jury waren erg partijdig…hun Zuid-Europese afkomst bleek een rol te spelen…
Vanuit heel de VS en Europa kwam luid protest, maar ze werden echter geëxecuteerd in 1927.

Tussen 1921 en 1924 werden er immigratiewetten uitgewerkt die een beperking invoerde op het aantal immigranten uit Oost- en Zuid-Europa, er waren echter geen beperkingen voor Noord- en West-Europa.


Een ander voorbeeld van het sluipende antimodernisme is het Scope Trial, dat ook wel de Monkey Trial genoemd werd. Zo waren er religieuze fundamentalisten die vasthielden aan het scheppings-verhaal uit de bijbel en de evolutiegedachte van Darwin naast zich neerlegde, zo was het in enkele staten verboden om de evolutieleer te onderwijzen…

Één van die staten was Tennessee (behoort tot de Bible Belt) waar John T. Scopes het darwinisme wel had besproken in zijn lessen, hij werd vervolgd in 1927 in Dayton (Tennessee)? Zijn proces werd door gans Amerika aandachtig gevolgd.
De aanklager was William Jennings Bryen, die van het platteland kwam. De advocaat van Scopes was Clarence Darrow die uit de stad kwam. Zo stonden als het ware de ideeën v/h platteland tegenover die van de steden. Scope verloor echter omdat hij de wet had overtreden maar hij had de steun van het merendeel van de publieke opinie.
Uiteindelijk trokken de modernisten aan het langste eind en werd de evolutieleer algemeen aanvaard.

Lees meer...

MAATSCHAPPELIJKE VOORUITGANG

De levensomstandigheden verbeteren fors zo had 2/3 van de Amerikaanse bevolking in 1929 toegang tot elektriciteit

Door de invoering van het lopende bandsysteem door Henry Ford daalde de prijs van de Ford T van $850 bij zijn introductie in 1909 tot $300 in de jaren ’20.

De auto-industrie wordt een zeer grote en belangrijke industrietak, die zich voornamelijk in de motorcity Detroit vestigde. Er ontstond meer en meer concurrentie, zo daagde General Motor Ford uit door verschillende types (met variërende prijsklasse) te ontwikkelen in verschillende kleuren waardoor de industrie meer dynamisch en innovatiever werd.
Amerika werd een Nation on Wheels, zo waren er in 1920 8 miljoen geregistreerde auto’s, in 1929 waren er al echter 29 miljoen ingeschreven… Hierdoor steeg de mobiliteit en konden mensen, als ze dat al wilden, uit de steden wegtrekken, rustig wonen en een goed job in een groot bedrijf bemachtigen. Suburbia werd geboren.

Omdat steeds meer en meer minder welstellende immigranten naar de steden trokken wilden de meer welstellende verhuizen, hierdoor ontwikkelde zich in de suburbs een cultureel leven. Er komt als het ware een decentralisering op gang, de binnensteden waren niet meer noodzakelijk het centrum.
Zo groeide de voorsteden van Los Angeles en Chicago 5 à 10 keer sneller als de binnensteden.

Er ontstaat wetgeving ter uitbreiding van het wegennet, maar ook op het vlak van veiligheid en verkeerscontroles. De auto-industrie geven ook een impuls aan het ontstaan van nieuwe bedrijven: benzinestations, drive-in restaurants, en motels langs de weg.

Na de twee termijnen van de Democratische president Wilson kwamen er voor een periode van 12 jaar uitsluitend Republikeinse kandidaten aan de macht Ze steunde de industrie, en probeerde zo weinig mogelijk de interveniëren in de industrie. Dit was een stap terug in vergelijking met de Progressive Era, de 3 Republikeinse presidenten waren

  • Warren G. Harding (1921-1923)
  • Calvin Coolidge (1923-1929) “The man who builds a Factory, builds a Temple”
  • Herbert Hoover (1929-1933)

Door de toegenomen consumptiekracht van de gemiddelde Amerikaan, ontstaat een nieuwe branche: de advertentie-industrie, waarin met gigantisch grote bedragen werd gewerkt.
Zo komen er duizenden reclameborden langs de wegen, worden er radiospots uitgezonden daar in 1929 ongeveer 10 miljoen gezinnen een radiotoestel in huis hadden.

Het buy now, pay later syndroom ontstaat, zo worden er meer en meer aankopen op afbetaling gedaan,

zo werd in 1927 ¾ van de automobiles en ½ van huishoudelijke apparaten op krediet gekocht.

Er biedt zich ook een huishoudelijke revolutie aan, die de vrouwen toeliet om uit hun eeuwenoude voorgeschreven rol te treden, dit komt mede door een technische vooruitgang die een heleboel apparaten voortbracht dat het huishoudelijk werk verlichtte waardoor vrouwen meer vrije tijd kregen en zich daardoor gingen bezig houden met andere zaken…
Verder werden kleren ook in massaproductie gebracht (confectiekleren) en werd de werkweek én de werkdag ingekort waardoor er een hecht familiaal leven kon worden uitgebouwd.

Door de zelfbewustwording van vrouwen veranderde de samenleving echter fundamenteel, zo daalde het aantal kinderen en steeg het aantal scheidingen. Als ze wilden konden ze zelf gaan werken, maar dat w.as wel tegen een lager loon…
Er ontstond ook een nieuwe, meer open, moraal t.o.v. seksualiteit…die in sterk contrast stond met de vroegere Victoriaanse en Puriteinse periode. Zo begonnen vele vrouwen te roken, wat vroeger alleen voor mannen was voorbehouden, en droegen ze kortere rokken en korte haren, deze dames noemden men de Flappers

Door de kortere werkdagen en weken was er meer vrije tijd. Hierdoor ontstond er al snel een nieuwe recreatie-industrie die aan de basis lag van o.a. gezelschapspellen (monopoly,…), kruiswoordraadsels, minigolf en dans. Zo ontstond er een ware dansrage met vele dansmarathons (Charleston)
Men ging ook massaal naar de bioscoop, de uitvinding van de geluidsfilm in 1917 stimuleerde dit nog verder. De filmindustrie was oorspronkelijk gevestigd in New York, maar verplaatste zich al redelijk snel naar Californië (Hollywood) waar men door het betere en warmere klimaat gemakkelijker kon buiten filmen…
Enkele bekende acteurs en actrices waren Charlie Chaplin, Rudolph Valentino en Greta Garbo.


Sport was ook érg populair en er werd uitvoerig bericht over de sportwedstrijden in de pers.
Enkele bekende sporters waren ‘Babe’ Ruth in het baseball en Jack Dempsey in het boksen.

Charles Lindenberg vloog in 1927 met zijn vliegtuig de ‘Spirit of St. Louis’ een solovlucht van 33u over de Atlantische Oceaan van New York naar Parijs.

Op cultureel vlak gebeurde er ook van alles, zo waren er heel wat auteurs die zich niet konden terugvinden in het nieuwe, materialistische Amerika en vertrokken daarom vooral naar Europa.
Men noemt deze groep mensen de Lost Generation waaronder veel prominente auteurs zoals Ernest Hemmingway, Erra Pound en T.S. Elliot.
Ander hadden dan weer geen enkel probleem met de materialistische cultuur en schreven er zelf over, waaronder F. Scott Fitzgerard, Edith Wharton en John Dos Passos.

In de zwarte wijken van New York was er een opbloei, men spreekt zelf van de Harlem Renaissnce waardoor er een echte Afro-Amerikaanse literatuur ontstaat waaronder de bekende poëzie auteur Langston Hughes kan worden gerekend.
Verder ontstond er ook een nieuwe muziekstijl, nl. de Jazz met als boegbeelden Louis Armstrong, Duke Ellington en George Gershwin.

Lees meer...

DE JAREN ‘20

Na de Eerste Wereldoorlog kende de VS een ongekende economische groei als gevolg van de gestegen vraag uit Europa nadat een groot stuk van het oude continent in puin lag.
Tussen 1919 en 1929 steeg het BNP met maar liefst 40%, de salarissen van de werknemers steeg en de kosten voor het levensonderhoud bleven ongeveer gelijk…

Lees meer...

WOODROW WILSON (1913 – 1922)

Wilson studeerde rechten en politieke wetenschappen, en promoveerde later tot professor in de rechten en politieke economie aan de Princeton University.

Wilson’s politieke carrière begon in 1910 als gouverneur van New Jersey, waar hij naam maakte als progressief hervormer.

Zijn politieke en sociale hervormingen, de New Freedom, brak op het eerste zicht met het New Nationalism van T. Roosevelt in de zin van hun opvatting over de trusts.
Wilson vond dat: “If America is not to have free enterprise, she can have freedom of no sort whatever”

Hij was niet tegen grote (vrije) ondernemingen maar wel tegen monopolies omdat die laatste een struikelblok waren voor de vrije markt, hij een grote voorstander en supporter van KMO’s .
Het uiteindelijke verschil zat ’m niet in het resultaat, maar wel waarop het doel werd bereikt, zo kwam er een strengere en betere antitrustwetgeving, de Clayton Antitrust Act.

Uiteindelijk verliet Wilson meer en meer zijn New Freedom, en rende hij meer de geest van het New Nationalism achterna.

Zo voerde hij een gehele hervorming van het bankwezen door, zo werd in 1913 de Federal Reserve Act aangenomen die het systeem van de Amerikaanse Centrale Banken creëerde. Hiermee werd voor het eerst in de geschiedenis van de VS de nationale munt direct door de overheid gereguleerd en was de uitgifte van munten en bankbiljetten niet meer in privé handen. Er werden in totaal 12 Centrale Banken opgericht die gezamelijk onder controle van de Federal Reserve Board kwamen te staan.

Het democratiseringsproces in het algemeen werd ook onder Wilson verder gezet.
In 1913 verlaagde het Underwood Tariff de protectionistische handelstarieven op vele goederen zoals katoen, voedingsmiddelen, ijzer en staal, waardoor het gemiddeld levensonderhoud voor de gewone mensen veel goedkoper werd.
Verder werden wetten aangenomen die arbeiders nog beter moesten beschermen en werden de eerste stappen genomen aangaande sociale zekerheid voor werknemers die arbeidsongeschikt werden.
Een economische neergang die zich rond 1913-1914 inzette had negatieve effecten op de internationale handel en verminderde het effect van de Underwood Tariff.

Tijdens zijn presidentschap worden ook enkele amendementen aan de Grondwet toegevoegd:

  • 16de amendement: Congres gemachtigd om op federaal niveau inkomstbelastingen te heffen
  • 17de amendement: directe verkiezingen in plaats van getrapte voor Senatoren
  • 18de amendement in 1819: verbod op productie, verkoop en transport van alcohol
  • 19de amendement uit 1920: algemeen vrouwenkiesrecht voor federale verkiezingen

Wilson had de verkiezingen van 1916 gewonnen door te zeggen dat er geen Amerikanen gingen vechten in Europa, maar in 1917 moet hij toch toestemming gaan vragen aan het Congres om Duitsland de oorlog te verklaren…

  • Duitsland had rond GB een complete duikbotenoorlog ingesteld, elk schip werd getorpedeerd, zo werd ook in 1915 de Amerikaanse Lusitania vernield, de oorlog werd echter niet verklaard.

  • Op 16 januari 1917 werd echter het zogenaamde Zimmermanntelegram onderschept waarin Duitsland formeel de Mexicaanse regering steun aanbod indien Mexico de VS de oorlog zou verklaren indien Amerika zich tegen Duitsland zou keren. Mexico werd door de Duitsers onder andere belooft dat het gebied dat de VS in de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog had verkregen weer zou kunnen terugwinnen.

Na het Zimmermann-incident kon Amerika haar neutrale positie niet meer handhaven, en verklaarde vervolgens op 2 april 1917 de oorlog aan Duitsland.

Wilson was een uiterst godsdienstig man en had bijna een heus messianistische idealisme, Amerika moest volgens hem de democratie over de wereld verspreiden en een moralistisch leiderschap tonen. “To end all wars and to make the world safe for democracy” waren zijn woorden, het reflecteert ook de idée van het 17eeuws City Upon A Hill
Amerika neemt gedurende 19 maanden deel aan Wereldoorlog I, met een totale inzetting van 400.000 manschappen waarvan er 50.000 sneuvelen en 60.000 omkomen door ziektes (Spaanse griep)

Na de oorlog zette Wilson zich met wisselend succes in voor de wereldvrede. Op 8 januari 1918 sprak Wilson zijn beroemde Veertien Punten uit, waarin hij onder meer pleitte voor een verbondschap van landen, zelfbeschikkingsrecht der volkeren, voor een organisatie die instond voor de territoriale onschendbaarheid en politieke onafhankelijkheid van grote en kleine landen.

In Versailles wou Wilson een goed en rechtvaardig vredesverdrag:

  • Tegen zware herstelbetalingen omdat het een mogelijke voedingsbodem was voor frustraties.

  • zelfbeschikkingsrecht der volkeren, hij bedoelde hiermee dat een volk nooit oorlog wilt maar wel hun monarchen, het volk moet dus aan de macht zien te komen…
    Hierdoor werden ook de dubbelmonarchie van Oostenrijk-Hongarije opgeheven.

  • collectieve veiligheid d.m.v. de League of Nations waarin landen konden praten over hun problemen op basis van formele gelijkheid, de VS stapt uiteindelijk niet mee in het project.

Voor zijn inzet voor de wereldvrede ontving Wilson in 1919 de Nobelprijs voor de Vrede. Tot zijn grote teleurstelling werden de Verenigde Staten zelf geen lid van de Volkerenbond

Warren G. Harding (1920- 1924) werd de volgende president met de slogan ‘Back to Normalcy’ en trokken de Amerikanen zich terug op zichzelf.
.

Theodore Roosevelt en Woodrow Wilson waren beide moderne presidenten en brachten veel verandering in hun land maar ze hadden een totaal verschillende karakter. T. Roosevelt was de warrior, Wilson was de priest. Maar beide waren voorstander van de ‘The imperial presidency’: president boven het Congres. Theodore Roosevelt en Wilson hebben veel bijgedragen aan de Progressive Mouvement en hebben Amerika op de wereldkaart gezet.

Lees meer...

THEODORE ROOSEVELT

Theodore Roosevelt resideerde in het Witte Huis van 1901 tot 1909 en was een Republikein.

Onder zijn bewind nam het Progressivisme een hoge vaart en veranderde er heel veel in de VS, zijn presidentschap wordt als een van de meest succesvolste en belangrijkst gezien…

Na de Amerikaanse burgeroorlog kende men een sterk Congres en een zwakke president.
Theodore Roosevelt gaf het Witte Huis terug een centrale plaats in het politieke landschap, zijn presidentschap wordt ook wel de ‘Imperial Presidency’ genoemd. waarbij het witte huis een centrale rol speelt aan de macht.

Hij kwam uit een zeer welstellend gezin, hij zetelde op zijn 23 jaar al in de State Assembly van New York, dezelfde staat waarvan hij later Gouverneur zou worden.

Als kleine jongen had hij een redelijk slechte gezondheid, zo leed hij ondermeer aan astma.
Toen zijn eerste vrouw en moeder op dezelfde dag stierven en zijn gezondheid verslechterde (astma)

vertrok hij naar het Dakota Territory om er twee jaar als veehouder te werken.
Hij was een erg veelzijdig en energiek man: zo heeft hij niet alleen als rancher geleefd maar ook als ontdekkingsreiziger, historicus, jager en militair.

Theodore Roosevelt was een ware conservationist en bracht zijn voorliefde voor de natuur met zich mee naar het Witte Huis. Onder zijn regeerperiode werd ruim 1 miljoen km2 land gereserveerd voor het behoud van natuurschoon en unieke ecosystemen alsmede archeologisch belangrijke gebieden. Het systeem van Nationale Parken in de VS werd sterk uitgebreid, niet alleen met nationale parken maar ook met nationale bossen, monumenten en beschermde natuurgebieden voor diverse vogel- en diersoorten. Ze kwamen onder controle van de National Forest Servic.

In 1906 werd ook de ‘Pure Food and Drug Act’ aangenomen door ondermeer kritiek van Upton Sinclair op de gevaarlijke inhoud van bepaalde producten en zgn. medicijnen. Ook werd de kwaliteit v/h vlees door de federale overheid geïnspecteerd en werden bepaalde producten verboden voor hun overdreven inhoud van bepaalde, gevaarlijke en illegale stoffen (cocaïne,…)

Het was de eerste regeringsmaatregel ter bescherming van de consument.

In 1902 moest Theodore Roosevelt interveniëren in een 163-dagen durende mijnwerkersstaking van de United Mine Workers of America omdat de verwarmingsmogelijkheden van vele huishoudens in het gedrang kwam. De mijnwerkers kregen 10 % opslag en een 9uur werkdag.

Hij bond ook de strijd met de corruptie in de administratie en met de grote trusts die volgens hem misbruik maakten van de gehele samenleving. Theodore Roosevelt wordt ook wel de ‘Trustbuster

genoemd omdat hij veel grote bedrijven verplichtte zich te splitsen in verschillende kleine bedrijven. Hij maakte echter een onderscheid tussen goed en slechte trusts, of respectievelijk diegene die het algemeen belang dienen en vooruitgang brengen en diegene die de consument uitzuigen, de markt manipuleerde en veel ambtenaren omkocht.

Theodore Roosevelt had als doel een moderne, sociaalrechtvaardige en industriële samenleving uit te bouwen, waarbij de klemtoon van de macht bij de nationale, federale, regering lag
Hij wou een einde maken aan de laisser-faire politiek ten opzichte van de economie.

Men noemde zijn beleid de Square Deal of New Nationalism:

  • regeringscontrole over ondernemingen
  • consumentenbescherming
  • bescherming van de natuurlijke hulpbronnen
  • President werd de spilfiguur van de macht en het politieke leven, iedere actie of daad is veroorloofd tenzij het is verboden door de Grondwet.

Op het buitenlandsvlak was hij een echte internationalist/expansionist, volgens hem moest de VS betrokken zijn bij de internationale politiek en moest het zelf een imperiale mogendheid worden…
Zijn grootste succes op buitenlands gebied was volgens hem de realisering van het Panamakanaal.
In die tijd was Panama een deel van Colombia, daardoor had hij een pact gesloten met de Colombiaanse regering het plan werd echter in de Colombiaanse Senaat verworpen.
Daarop steunde hij een separatistische beweging die streefde naar een onafhankelijk Panama, de VS erkende als eerste het nieuwe land en kreeg in ruil voor haar steun de concessie om een kanaal te bouwen van de Atlantische naar de Grote Oceaan.

Roosevelt bouwde tijdens de Spaans-Amerikaanse Oorlog een vrijwilligersleger op eigen kosten, de zgn. ‘Rough Riders Regiment (1898)’Theodore Roosevelt was leider ervan en is er gaan vechten.

Roosevelt breidt de 19eeuws Monroedoctrine uit met de Roosevelt Corrolary, deze houdt in dat in
Latijns Amerika de VS het recht opeist om in deze landen de interveniëren wanneer in deze landen de politieke stabiliteit in het gedrang kwam of als de Amerikaanse belangen in gevaar kwamen. De VS intervenieerde diverse malen in Midden-Amerika en het Caraïbische gebied.

Ook in het Verre Oosten had Amerika interesse, maar omdat Amerika als laatkomer arriveerde, en een groot deel al was ingenomen door de Europeanen, eisten ze een Open Door Policy t.o.v. China waardoor iedereen zich er vrij zou mogen komen vestigen en handel drijven…

De marine werd onder Roosevelt sterk uitgebreid en de ‘Great White Fleat’ werd de hele wereld rondgezonden om te laten zien dat Amerika een grote mogendheid was geworden.

Roosevelt schoof na zijn twee ambtstermijnen (een traditie geschapen door Washington) William Howard Taft naar voor als nieuwe presidentskandidaat voor de Republikeinse Partij.


Tussen 1909-1910 ging Roosevelt op expeditie naar Afrika in opdracht van het Smitsonian Institution en het American Museum of Natural History , daar schoot en ving hij en zijn gevolg meer dan 100.000 dieren om ze in musea over geheel Amerika ten toon te stellen. Hij is ook op expeditie geweest naar het Amazonegebied in Brazilië waar hij een zijrivier van de Amazone ontdekt, nl. de Rio Teodoro.

Na vier jaar regeren had Taft zowel de Democraten als een groot deel van zijn eigen Republikeinse Partij tegen zichzelf in het harnas gejaagd en in 1911 brak ook Roosevelt met zijn protégé door zichzelf als kandidaat voor het presidentschap op te werpen. Tijdens de nomineringsconventie van de Republikeinen in 1912 was het lange tijd onzeker of Taft de meeste delegatieleden voor zich zou weten te winnen maar na twee weken was het voor Roosevelt duidelijk dat Taft aan het langste eind zou trekken. De oud-president brak hierop met zijn partij en richtte zijn eigen Progressieve Partij op. Deze partij kreeg de volksnaam Bull Moose Party nadat Roosevelt had verklaard zo fit als een eland (Engels: Moose) te zijn.

Tijdens de verkiezingen slaagde Roosevelt er niet in om de overwinning naar zich toe te trekken maar hij haalde zoveel stemmen weg bij de Republikeinen dat ook Taft een verlies moest verwerken. De uiteindelijke overwinning ging naar de kandidaat voor de Democratische Partij, die, hoewel hij minder stemmen vergaarde dan zijn twee concurrenten bij elkaar opgeteld, met gemak de overwinning in het kiescollege behaalde. Als gevolg van deze splitsing in de Republikeinse Partij zou deze laatste een steeds meer conservatieve koers gaan varen in de decennia die volgden.

Woodrow Wilson (1913-1922) werd verkozen als de nieuwe president.

Lees meer...

THE PROGRESSIVE ERA (1895 – 1920)

McKinley's presidentschap leidde tevens het begin in van het Progressieve tijdperk in de Amerikaanse politiek. Dit tijdperk werd gekenmerkt door een breuk met de corruptie die na de Burgeroorlog in de Amerikaanse politiek was geslopen. Ook waren de Progressieven tegen verkwanseling van de overheidsuitgaven. Verder wordt in deze periode een aantal amendementen op de grondwet aangenomen die o.a vrouwenkiesrecht en de directe verkiezing van senatoren regelde. Ook werden in een aantal staten maatregelen geïntroduceerd die burgers meer invloed gaven met betrekking tot het bestuur, zo kon een referendum op vraag van de burgers worden uitgeschreven.

De industriële revolutie, de énorme pool van werkkrachten, de immense immigratie en de explosieve stedengroei leidden tot sociaal-economische wantoestanden zo was de armoede er groot, waren er veel ziektes en was corruptie schering en inslag.
Tijdens de periode 1895-1920 worden deze zaken grondig aangepakt, dit aan de hand van het ‘progressivisme’. Het verschilt echter van het socialisme, zo blijft er een kapitalistische vrije markt maar worden de excessen ervan aangepakt d.m.v. wetgeving.

Het Progressivisme is langzaam aan gegroeid, zo begonnen journalisten de wantoestanden in hun artikelen aan te kaarten, ze werden de Muckrakers genoemd.

Zo schreef Lincoln Steffens een boek van gebundelde artikels ‘The Shame of the Cities’ (1904) waarin hij de corruptie in de steden aanklaagde. Verder schreef Upton Sinclair in 1906 ‘The Jungle’ waarin de wantoestanden in de vleesindustrie van Chicago worden besproken.

Jacob Riis publiceerde in 1890 ‘How the Other Half Lives’ waarin hij met tekst en foto’s de slechte leefomstandigheden in de achterbuurten van New Hork beschreef.

Een ander bekend figuur is Jane Adams, een sociaal werksterin de achterbuurten van Chicago, die in 1889 het buurthuis ‘Hull House’ stichtte, haar werk was een voorbeeld voor andere buurt- en armhuizen, ze kreeg in 1931 de Nobelprijs voor de Vrede.

Het idee en de invloed van het progressivisme verspreide zich als eerste in de steden daarna in de staten en als laatste op het federaal niveau ( het Congres).

Het idee dat het de taak was van de overheid om verbetering te brengen kreeg meer een meer voorstanders, desondanks er toch wel wat verzet was tegen deze groeiende overheidsinmenging.

Zo werd er gepleit voor betere werkomstandigheden (kortere werktijden, veiligheid op de werkvloer,…), betere leefomstandigheden in het algemeen en in bijzonder betere huisvesting en hygiëne (riolering, verlichting, openbare gebouwen,…)

Robert M. La Fallette, de gouverneur van Wisconsin tussen 1901 en 1906, was een van de boeegbeelden van het Progressivisme. Het was hij die de aanzet gaf tot de Wisconsin Idea’:

  • sociale hervormingen, zo was kwam er ondermeer een verbod op kinderarbeid en werd er een stelsel voorzien om arbeiders met een werkongeval op te vangen
  • democratisering van het belastingstelsel: mensen met hoge inkomens betalen meer dan mensen met lage inkomens…
  • gehele democratisering van het politiek stelsel, zo kregen vrouwen stemrecht (vanaf 1920 over het gehele land) en werden verder ondermeer de Primary Elections ingevoerd: uit verschilleden kandidaten voor een bepaald ambt (o.a. senator) werd er een persoon geselecteerd die dan de verkiezingsstrijd moest aangaan.

Verder werk ook de strijd aangebonden tegen alcoholmisbruik en prostitutie

Op 6 september 1901 werd echter president McKinley op de Pan-Amerikaanse tentoonstelling in Buffalo neergeschoten, waarna hij bezwijkt aan zijn verwondingen. Zijn vice-president Theodore Roosevelt nam echter het roer over.

Lees meer...

IMPERIALE MOGENDHEID

Met de presidentverkiezingen van 1896 werd William McKinley verkozen als nieuwe president.
Hij stond een meer agressief buitenlands- en protectionistisch handelsbeleid voor om zo de binnenlandse economie te beschermen.
McKinley's presidentschap was ook het begin van de overzeese expansie van de Verenigde Staten, men was met name geïnteresseerd in het eigen Westelijk Halfrond waar het al sedert de aanname van de Monroe-doctrine Europese inmengingen afwees.

Eén van de gebieden die McKinley's aandacht trok was het koninkrijk Hawaï. Naast uitbreiding van de buitenlandse markt voor Amerikaanse producten zag de president ook het potentieel in van de aanleg van een marinebasis op de eilanden Voor zijn presidentschap, als lid van het Congres, pleitte hij reeds voor de annexatie van de eilandengroep.

In 1894 bracht een staatsgreep een einde aan het koninkrijk, geholpen door Amerikaanse bedrijven die investeerde in Hawaï. Hawaï werd een republiek en in 1898 werden de VS en de Hawaïaanse President Sanford Dole het eens over een verdrag ter annexatie van de archipel bij de Verenigde Staten. Op 6 juli 1898 nam het Congres de annexatieresolutie aan, en op 30 april 1900 werd Hawaï een territorium van de VS.

Verder werd op het Westelijk halfrond ondermeer Cuba en Puerto Rico nog altijd bestuurd door Spanje, steeds werden meer en meer berichten over Spaanse wreedheden in Cuba in de VS gepubliceerd wat de publieke opinie fel tegen Spanje deed keren.

Uit voorzorg, en om Amerikaanse belangen in Cuba te beschermen, werd begin 1898 een marineschip, de U.S.S. Maine naar de haven van Havana gestuurd. Het werd aangevallen en daardoor werd de roep om oorlog steeds luider en luider…
Hoewel de oorlog begon om Cuba breidde die al snel uit naar de andere Spaanse bezittingen, o.a. Puerto Rico en de Filipijnen.
Na slecht 113 dagen oorlog werd met Spanje de ‘Vrede van Parijs’ getekend, hierdoor verloor ze Guam, de Filipijnen en Puerto Rico aan de VS, Cuba werd een aparte staat.

Verder werd in 1867 Alaska voor $ 7 miljoen gekocht van de Russen.

Lees meer...

DE VERSTEDELIJKING

Na 1880 zit men een enorme groei van de steden, dit is te verklaren door de toenemende immigratie, industrialisatie en de verbetering van de infrastructuur.

Er zijn veel meer staten die steden krijgen in deze periode, zo gaan veel boeren uit het oosten in de steden wonen daar ze niet opkonden tegen de zware landbouwconcurrentie uit de MidWest.

Zo spreekt de groei van Chicago tot de verbeelding: in 1840 had het 4.000 inwoners, in 1900 woonden er 1,7 miljoen mensen…

Vanuit het buitenland kwam een ware volksverhuizing op gang met miljoenen immigranten vanuit alle hoeken van de wereld die in de Verenigde Staten een beter bestaan wilde opbouwen, weg van de honger en oorlogen van het moederland, de pogroms en discriminatie.

In de periode 1870-1920 immigreerde in totaal ongeveer zo’n 25 miljoen immigranten naar de VS.

Zo kwamen tussen 1880 en 1920 zo'n 2 miljoen Joden Amerika binnen en kende de decennia van 1900 tot 1920 de influx van ongeveer 2 miljoen Italianen. Vele miljoenen arriveerde ook vanuit Duitsland, Polen, Rusland, het Habsburgse Rijk, Oost-Europa en Scandinavië. Ook vanuit Canada arriveerde er een miljoen Franstaligen die voornamelijk naar New England trokken.

Andere immigranten die het land binnenstroomden vestigde zich over het algemeen in min of meer gescheidde gemeenschappen. Zo ontstonden er een grote Italiaanse gemeenschap in New York City, vestigde vele Ieren zich rond Boston en werd de Midwest het nieuwe thuis voor Duitsers en Scandinaviërs.

Tijdens deze grote immigratiegolf vestigden vele nieuwkomers (vooral Italianen, Russen,…) zich in wijken van dezelfde etnische groep omdat ze het Engels niet machtig waren of omdat ze een stukje van hun oorspronkelijke thuis misten. Het is het begin van de zgn. Ghetto’s.
In de slums was het slecht leven door de geringe openbare diensten (geen scholen, parken, riolering,…) en vele ziektes (cholera, tyfus, pokken).
De politici zagen deze nieuwe immigranten graag komen, ze vingen ze op in ruil voor stemmen.
Sommigen politici brachten ook echt wel verbeteringen aan… (riolering, openbaar vervoer, scholen)

In 1921 en 1924 ontstonden er wetgevingen (quota) om de immigrantenstroom te beperken. Zo werden ernstige chronische en mentaal zieke mensen geweerd.
Een groot deel van de immigranten kwamen in New York op Ellis Island, waar ze geïnspecteerd werden en keken of ze genoeg geld bij hadden.

De Verenigde Staten verstedelijkt meer en meer, vooral aan de Eastcoast. In de grote steden komt zelf de mobiliteit in het gedrang, daarom worden ondermeer metro’s aangelegd en trams en trolleybussen in gebruik genomen…
De mobiliteit in het gehele land werd verzekerd door de spoorwegen en door de steeds meer populair wordende auto.
Henry Ford ontwikkelde in 1908 de T. Ford waarvan er in 1908 10.000 exemplaren werden gemaakt, wanneer hij een lopende band systeem invoert in 1913 worden de productiekosten zodanig verkleind dat de automobiel ook bereikbaar werd voor de ‘gewone man’

Het leven werd praktischer en gemakkelijker. Zo werden er grote warenhuizen opgericht, typ- en naaimachines ontwikkeld en kwam er massaproductie inzake kleding.
Verder maakt de eerder aangehaalde ontwikkeling van de gloeilamp het leven niet alleen praktischer, het laat het ook toe dat er ’s avonds geleefd en gewerkt kan worden.
Verder wordt tijd en ruimte nog meer gecomprimeerd door de ontwikkeling van de telefoon door Alexander Graham Bell.

Door de grote economische groei, de hogere lonen, de kortere werkdagen en betere leefomstandigheden ontstaat er rond 1900 een nieuwe wijze waarop de vrije tijd werd besteed aan sport, cultuur en showbusiness. Men evolueert naar een massacultuur waarbij iedereen mee kan participeren (musicals, vaudevilles, film,…)

Er ontstaat ook een massapers, met een steeds grotere inbreng van de advertentie-industrie.

De grote krantenmagnaten waren William Randolph Hearts en Joseph Pulitzer

Ook de ‘hoge’ cultuur verspreidt zich steeds meer via scholen, universiteiten, bibliotheken,… door sponsering van grote bedrijfsleiders of bepaalde maatschappelijke groepen.

Lees meer...

TREK NAAR HET WESTEN

De reeds voor de Burgeroorlog begonnen expansie naar het westen zette zich na het conflict onverminderd voort. Via de Oregon Trail en andere routes stroomden duizenden mensen de relatief onbevolkte gebieden ten westen van de Mississippi binnen. Al voor de Burgeroorlog waren enkele staten gevormd en in de halve eeuw tussen 1865 en 1915 zouden er nog vele volgen.

Bij de (nieuwe) trek naar het westen speelde de spoorwegen een zeer belangrijke rol, aan de rand van de spoorlijnen groeiden nieuwe dorpen en steden.

In 1870 heeft men de ‘New Frontier’ ten westen van de Mississippi. Daardoor ontwikkelen zich nieuwe staten, in 1889 treden North-Dakota, South-Dakota, Montana en Washington toe, een jaar later volgen Wyoming en Idaho

De trek naar het westen ging niet echt gepaard met zorg voor de natuur. Toch waren er mensen die gingen zorgen voor het milieu. Zo is er de Conservation Mouvement. Ontstaan van natuurparken zoals Yosemite Park (Californië)en Yellowstone Park (Wyoming)

De periode 1860- 1880 is de periode van de Cattle Ranches en Cattle Trails in het gebied van de Great Plains (= Montana, Colorado, Wyoming, North en South Dakota, Nebreska, Kansas, Oklahoma, Texas en New Mexico). Dit kwam door de toegenomen vraag naar vlees in de steden en voor de spoorwegarbeiders en de betere infrastructuur om het vlees te exporteren naar de steden. De Cattle Trails was als het ware een spoorlijn om vee vanuit de (South)West naar het Oosten te vervoeren.

Het vee werd twee keer per jaar bijeengebracht, nl. in het voorjaar om te brandmerken en in de herfst om de volwassen dieren er uit te pikken en op transport te zetten. Vooral in Chicago werden veel koeien geslacht.

Het vee graasde oorspronkelijk in open land (niet in een wei), maar toen de vraag naar vlees groeide werd het land overbegraasd. Er ontstonden meer en meer conflicten tussen boeren en veehouders, die door hen beschuldigd werden hun vee over akkers te laten lopen.
Hierdoor kwam er een einde aan de ‘open begrazing’ en werd het vee in weiden geplaatst omgeven door prikkeldraad.
Bovendien gingen tegen 1890 grote veehouders (en Holdings) kleine concurrenten opkopen waardoor de traditionele branche van ‘catteling’ (en hun cowboys) wegviel.

In 1862 werd de Homestead Act ingevoerd, dit is een wet waarbij grote gebieden aan particulieren worden opengesteld: Als je 5 jaar een stuk grond bewerkte (60ha/per) werd dit jouw gebied.

Tot 1910 ging ruim 85 miljoen ha naar de pioniers, hierbij verdrievoudigde de productie. De landbouw groeide explosief en de export naar Europa nam toe.

De Indianen waren echter de dupe. Het waren zij die oorspronkelijk leefden in de Great Plains van de buffeljacht (voedsel, beschutting, kleding, brandstof).

Maar door de bouw van spoorwegen en deHomestead Act ontstaan er conflicten en oorlogen. Er werden misleidende verdragen afgesloten met hen en ze werden verjaagd van hun gronden/reservaten. Ook werden de buffels met duizenden afgeslacht door de blanken, voor het vlees of gewoon voor het plezier, William Cody beter bekent als Buffalo Bill was de bekendste. In 1885 blijven er een paar 100 van 13 miljoen bizons over.

Het Congres voerde in 1887 de Dawes Act in waardoor een eind gemaakt werd aan het gemeenschappelijke grondbezit van indianen. Ze moesten vanaf nu individuele gronden hebben. Zo wou de overheid meer en meer hun visie van beschaving aanreiken/opdringen. Verder werden de kinderen van Indianen naar kostscholen gestuurd. De Dawes Act was doordrongen van een Euro-Amerikaans christelijk wereldbeeld dat werd opgedrongen aan de Indianen.

Een familie moest op een stuk grond gaan wonen (dat ze ev. pas na 25 jaar mochten verkopen) dat de overheid aan haar toewees, de wet geeft ook de mogelijkheid aan de overheid om al het vrijgekomen land, dat niet wordt toegewezen, te verkopen.

Nadat er een wijziging was aangebracht in de Dawes Act in 1906 konden mensen met indiaans en blank bloed hun stuk grond verkopen wanneer ze zelf wilden. Velen die het deden werden bedrogen.
Het was een slecht bestaan in de reservaten voor de Indianen, zo blijven er eind 19de eeuw nog maar 200.000 à 300.000 Indianen over…

Lees meer...

INDUSTRIALISERING

De Verenigde Staten wordt tijdens de periode 1877-1920 een geïndustrialiseerd land, dat meer en meer exporteerde. Zo is er tijdens deze periode maar liefst een vervijfvoudiging van de export.
Verder is er een zeer grote groei in de staalnijverheid en oliesector.

Noodzakelijk voor een goed en sterke economie is een goed transportnetwerk , daarom begint men in 1869 aan de bouw van de 1ste Transcontinentale Spoorweg gebouwd.
Van Oost naar West werd voornamelijk door Ieren gebouwd, andersom door Chinese gastarbeiders.
Met de voltooiing van de spoorlijn werd de tijd die nodig was om over land van New York City naar San Francisco te reizen van meerdere maanden gereduceerd tot één week.

De spoorwegen comprimeren tijd en ruimte énorm…hierdoor worden in 1883 vier tijdzones ingevoerd: Eastern, Central, Mountain en Pacific Timezone.


In 1884 zijn er al 4 Transcontinentale spoorwegen die kleine vertakkingen hebben. Zo lag er in 1860 48.000 kilometer spoor, in 1900 384.000 km spoor en in 1910 ligt reeds 1/3 van alle sporen in de wereld in Amerika.

De periode van economische vooruitgang en bevolkingsgroei van na de Burgeroorlog en de Reconstruction staat bekend als de Gilded Age, die duurde van 1877 tot aan 1893 toen een diepe economische depressie het einde van een lange periode van groei betekende.

Het vertrouwen in de industrie was érg groot, zo vertwintigvoudigde de investeringen in de zware industrie tussen 1860 en 1900.

De Gilded Age werd gekenmerkt door een snelle groei in het aantal middelgrote en grote corporaties en kleinere bedrijven zoals spoorwegmaatschappijen, banken en fabrieken alsmede een groei in het aantal immigranten die het land binnenstroomde en die deze expansie voortstuwde.

Industriële magnaten zoals John D. Rockefeller, J. P. Morgan, Cornelius Vanderbilt en Andrew Carnegie vergaarde enorme rijkdommen, soms via hardhandige tactieken die de competitie buitenspel zette.

Ze werden gezien als ‘self-made men’ en hadden groot aanzien. Ze werden ook wel de ‘Captains of Industry’ genoemd, hun tegenstanders noemden hen echter ‘Robber Barons’

De Verenigde Staten, gedreven door de enorme economische expansie, werd het toneel van vele technische en wetenschappelijke innovaties. Rond de tijd dat Amerika haar 100-jarig bestaan vierde in 1876 werden de telefoon en telegraaf gemeengoed en Thomas Edison, recordhouder wat betreft het aantal patenten die hij in bezit had, ontwikkelde de grammofoon, de fonograaf en de gloeilamp in de jaren direct erna. Andere uitvindingen van belang waren bijvoorbeeld de typemachine en de vereenvoudiging van de fotocamera door George Eastman, de oprichter van Kodak.

Tijdens de Gilded Age vinder er grote veranderingen plaats qua productiewijze en qua de structuur en organisatie van bedrijven, er is een algemene tendens van schaalvergroting en automatisering. Hierdoor ontstaan er grote industriële complexen:

De arbeid wordt hervormt, men evolueert van individuele arbeid naar ploegenarbeid en lopende band werk.

schaalvergroting → productie wordt goedkoper → massaconsumptie → afzetmarkt groeit

Verder gaan bedrijven meer en meer met elkaar samenwerken, hierdoor ontstaan er de grote, zgn. Corporations. In 1919 waren 31% van de bedrijven Corporations en zij stelden 80% van de loontrekkers in dienst en maakte 90% van de Amerikaanse productie uit.

De winst moet stijgen en dit doet men door de productiekosten te drukken en de concurrentie te verkleinen, maar hierdoor stijgt echter de monopolisering.

De bedrijven consolideerde zich in trusts en monopolies die de welvaart en macht in handen van een beperkt aantal corporaties gaf:

  • Trust (trustees) grote bedrijven die ook de aandelen van kleine bedrijven uit dezelfde sector beheersen.
  • Holding Companies zijn grote ondernemingen die ook interesse hebben voor bedrijven uit andere sectoren.

De strijd tegen deze praktijken zou zich vooral in de periode van na de depressie van 1893 afspelen,

de overheid trachtte ook al wel eerder een rem op het systeem te zetten omdat het tegen de vrije concurrentie inging. Zo dateert de Sherman Anti-Trust Act uit 1890 met als doel de trusts in perken, maar de wet was echter ondoeltreffend.

De bedrijven werden steeds groter en machtiger, er was zelfs een soort van samenwerking tussen de political bosses en de businessmen. De political bosses hadden geld nodig en de businessmen wilden Carte Blanche om uit te breiden.

De overheid werd dus als het ware gebruikt door de Trusts en Holdings…

Het bestaan voor de gemiddelde arbeider in de late 19e en vroege 20e eeuw, hoewel vaak beter dan in andere landen, was niet altijd makkelijk. Monopolies betekende weinig competitie in vele bedrijfstakken en vaak werkte men 10-12 uur per dag voor relatief lage lonen.

Aangezien de bedrijven maar groter en groter worden, ze de politici in hun zak hebben en daardoor zeer veel macht hebben, groeit bij arbeiders de vraag naar bescherming.

Zo ontstaan er ook vakverenigingen in Amerika. Ze bestonden echter al van begin 19e eeuw maar hun ledenaantal was niet erg groot (het lidmaatschap was beperkt tot geschoolde arbeiders uit bepaalde industrietakken). Zo waren er omstreeks 1865 650.000 arbeiders (van de 3 miljoen) aangesloten bij een vakvereniging. In 1900 waren er 1 miljoen arbeiders (van de 27 miljoen) lid van een vakbond.

De eerste echte stappen voor arbeidersrechten werden in 1869 gezet toen in Philadelphia de Knights of Labor werd opgericht. Later werd de meer succesvolle American Federation of Labor opgericht, met als doel de werkcondities voor arbeiders te verbeteren via kortere werkweken en hogere lonen.

Vakbondsleden werden echter door rechtbanken gezien als samenzweerders tegen de overheid.

Vakbonden werden echter door de werkgevers en de Republikeinen beschouwd als slecht, er werd zelfs een zwarte lijst opgemaakt van arbeiders die in vakbond zaten.

De arbeidsmarkt was tevens oververzadigd, zo kwam tijdens de Gilded Age een ongelooflijke migrantenstroom opgang van mensen over de gehele wereld die droomden van een beter leven in Amerika…

Hierdoor was er een énorme arbeiderspool van ongeschoolde immigranten die de bedrijven konden aanboren om over goedkope arbeidkrachten te beschikken.

Verder kwamen ook heel wat zwarten uit het Zuiden naar het Noorden opzoek naar een job en een betere leefomgeving.

Deze beide groepen waren bereid om voor een laag loon in slechte omstandigheden te werken. Vaak werd ook in hun contract vermeld dat ze geen lid van een vakbond mochten worden.

Tot vandaag beschouwen velen Amerikanen de belangenbehartiging door de vakbonden als on-Amerikaans. Je moet zelf maar voor je zaakjes opkomen!

In de periode 1880- 1900 waren er heel veel stakingen die door de overheid werden gebroken aan de hand van politie en leger. De overheid en federale rechters kozen de kant van de ondernemers

Op 1 mei 1886 waren er in Chicago 100.000 stakers, anarchisten lieten echter die dag een bom ontploffen, dit is bekend als de Haymarket Riot. Dit had met als gevolg dat in de VS ‘Labor Day’ niet op 1 mei wordt gevierd, maar wel op de eerste maandag van september.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen