Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Nieuwe denkstromingen: Realisme, positivisme, Marxisme

- Het mislukken van de revoluties van 1848

  • ° Intellectueel en politiek realisme (ipv idealisme of romanticisme)

Materialisme, Realisme, Positivisme

- Kunst: weg van de romantiek

  • Nood aan helder taalgebruik

- Vertrouwen in de wetenschap 

  • Het ware nut van het leven te achterhalen
  • Religie was niet wetenschappelijk en slechts figuurlijk te interpreteren

- Positivisme

  • Nood aan controleerbare feiten
  • Vermijden van wishful thinking
  • Bevragen van veronderstellingen en veralgemeningen

- Realpolitik

  • Geen utopische politieke ideeën (=ideologieën), maar eigen belang nastreven (strategische keuzes maken)
  • Oorlog werd geaccepteerd als het “nodig” was
  • Gevolgd door Bismarck, Marx en Napoleon III

Marxisme

- 3 stromingen samengevoegd:  Duitse wijsbegeerte

 Franse Revolutionaire ideeën

Britse industriële revolutie

- Marx geloofde in de samenzwering van de werkende klasse

  • Echte vrijheid kon enkel gerealiseerd worden indien privébezit werd afgeschaft
  • Groeperen van arbeiders over de grenzen heen
  • Enkel trouw zijn aan de eigen klasse (proletariaat)

- De waarde van een product wordt bepaald door de hoeveelheid arbeid erin kruipt

  • § De arbeider verdient hier echter slecht een fractie van
  • § De bourgeoisie wordt hierdoor rijker (these)
  • § Het proletariaat ontstaat (antithese)

- Concurrentie tussen bourgeoisie: macht komt in handen van een steeds kleinere groep

  • § De rest wordt proletariër (proletariaat )

- Tot op het punt dat het proletariaat zodanig talrijk is dat het de macht grijpt

- Dialectisch materialisme: vooruitgang in de geschiedenis bepaald door clash tussen these en antithese

  • § Hegel: nadruk op sociale veranderingen
  • § Marx: nadruk op materiële omstandigheden

- De proletariër mag niet “meedoen” met de staat (onderhandelen, betere lonen eisen, …)

  • § De staat kan nooit een element van welvaart worden

- Voordelen

  • § Wetenschappelijke claim

- Nadelen

  • § Te radicaal voor de meeste mensen
Lees meer...

Pruisische Revolutie

Berlijn: het falen van de revolutie in Pruisen

- Maart 1848: revolutie in Berlijn

- Koning Frederik Willem IV grijpt niet in, maar laat het volk een wetgevend orgaan stemmen

- Deze vergadering werd overheerst door anti-Junker extremisten

- Ze geeft de Polen in West-Pruisen en Posen zelfbestuur

  • De Duitse inwoners van deze gebieden weigeren het Pools gezag de accepteren
  • Gesteund door het leger: maakt een eind aan het Pools gezag

- De koning ontbindt de vergadering en herstelt de oude machten

Het Parlement van Frankfurt

- Machtsvacuüm in de Duitse staten na de revoluties van 1848

  • ° Parlement van Frankfurt

- Pro geleidelijke hervormingen (dus geen revolutie)

- Maar 2 problemen:  Geen geünificeerd leger

 Geen “Duitse staat” om op terug te vallen (geen verleden)

- Verdeeldheid: Klein-Duitse strekking VS Groot-Duitse strekking

  • Klein: Pruisen + Duitse staten (onder koning van Pruisen)
  • Groot: Pruisen + Duitse staten + Oostenrijk (onder de Oostenrijkse Keizer)

- Het Parlement van Frankfurt wilde een constitutionele (!) monarchie

  • Om de reden weigert de Oostenrijkse keizer de kroon
  • De junkers in Pruisen wensten absoluut geen constitutionele monarchie

De koning van Pruisen zag zich gedwongen te weigeren

- Het werk van het Parlement van Frankfurt was dus voor niets geweest

  • § De meeste leden keren terug naar ‘huis’
  • § Enkele extremisten volharden

 Het Pruisische leger maakt een einde aan het resterende Parlement

- Veel progressieve Duitsers emigreren (oa. Naar de VSA)

De Pruisische grondwet van 1850

- De Pruisische koning stelt zelf een grondwet op

- + oprichting van een parlement (verkozen dmv algemeen mannelijk cijnskiesstelsel)

  • Vooral vertegenwoordigd door Junkers

- Bevorderen van de industrialisatie

  • ° Zollverein (economische eenmaking van Duitsland)
Lees meer...

Wenen: Revoluties in centraal Europa en Italië

Achtergrond

- Oostenrijks Imperium => Multi-etnisch

  • Middelpuntsvliedende kracht (nationalisme)

Revoluties 1848

- Maart 1848: Opstand in Wenen (onder invloed van de Franse “Februari-Revolutie”)

  • De revolutionairen dringen het paleis binnen

 Metternich vlucht

- Revoluties in het gehele rijk

- Duitse Zone: ° Parlement van Frankfurt

  • Ook Bohemen is uitgenodigd
  • Bohemen is echter verdeeld in een Duitse en Slavische bevolking

 ° Pan-Slavisch parlement als reactie tegen het Parlement van Frankfurt

- Maar: steeds een zwakke basis:

  • Vooral intellectuelen (geen politieke figuren)
  • Nationalistische gevoelens niet door iedereen gedragen (bvb niet door het leger)
  • Onderlinge verdeeldheid (radicaal VS gematigd)

Contrareformatie

- Doel: revoluties doorbreken en terugdraaien

- Door keizer Ferdinand

- Overwinningen

  • Praag (vs Pan-Slavisch parlement)
  • Noord-Italië (vs Italianen, leger van Piedmont-Sardinië)
  • Hongarije (interne multi-etniciteit, minderheden gesteund door habsburg)
  • Wenen (vs revolutionairen)

- Keizer Ferdinand van Oostenrijk abdiceert onder druk van contrarevolutionaire leiders

  • Opgevolgd door Jozef

- Installatie van het Bach-Systeem

  • Tegen nationalisme, constitutionalisme en politiek liberalisme
  • Wil het volk vrijheid doen vergeten dmv welvaart (materiële vooruitgang en administratieve efficiëntie)
Lees meer...

Parijs en Frankrijk

Kader

- Koning = Louis Philippe (van Orleans)

- Weinig stemgerechtigden (1/30ste)

- Weinig representatie van de lagere klassen in het parlement

“Februari-Revolutie” (1848)

- Reformanten demonstreren op straat in Parijs

  • De koning krijgt geen steun van de burgerwacht

Abdiceert

Na de Revolutie

- Verdeeldheid: Republikeinen VS Monarchisten

- Republikeinen roepen de 2e republiek uit met een voorlopige regering

  • Echter ook verdeeld: Socialisten VS Liberalen
  • Veel meer Liberalen
  • Ateliers Nationaux (A.N.) als concessie voor de Socialisten

- Weinig bereikt

  • Enkel de afschaffing van de slavernij in de Franse kolonies

“Juni-Revolutie”

- A.N. verenigt arbeiders (ideeën wisselen, …)

- De arbeiders vallen gezamenlijk het parlement (grondwetvormende regering) aan

  • Start van een klassenoorlog

- Sterke repressie van de Burgerwacht

  • Groot aantal slachtoffers

- Maakt grote indruk @ Europa

De opkomst van Louis Napoleon Bonaparte

- Na de “Juni-Revolutie”: nood aan een president

- L. Napoleon ruim verkozen

  • Door naambekendheid en mythevorming rond Napoleon I

- De grondwetgevende regering wordt vervangen door een Assemblée Legislative

  • Raar: 2/3 monarchisten, 1/3 republikeinen (socialisten en burgerlijke liberalen)

 Onderling ook verdeeld: Monarchisten: Orleanisten & Legitimisten

Republikeinen: Socialisten & burgerlijke liberalen

- Napoleon wakkert de tegenstellingen aan en wint aan populariteit

  • 851: Pleegt een “staatsgreep”

 Laat zich herverkiezen voor 10 jaar

  • 852: Kroont zichzelf tot keizer van het Franse Rijk
Lees meer...

Kleine samenvatting

- De 1e ideeën rond democratie worden geformuleerd  door radicaal republikeinse strekking

 worden voor de 1e maal gerealiseerd in GB; via overleg en geleidelijke weg ( Frankrijk.)

- GB: bevat ook een radicale vleugel maar mondt niet uit in een politieke revolutie

- 1830: verschijnt een golf van politieke revoluties  geeft de hervormingsgezinde in GB de wind in de zeilen.

- 1815-1848: Europa  ontstaan van kloof tussen W-Euro en O-Euro

W-Euro: de dijk van restauratie barst door revolutiegolf

O-Euro: de dijk van restauratie houdt stand.

- Mondiaal: in Zuid-Amerika na 1815 is Europa verplicht er bakzeil te houden  Ontstaan van revoluties  nieuwe onafhankelijke staten.

Lees meer...

Overwinning van de W-Euro Burgerij

- Burgerij wordt nu geïdentificeerd in contrast met de arbeiders

 we bevinden ons in de periode die voor de Burgerij de zgn. Gouden Jaren zijn.

 Een systeem van wereldeconomie waarin W-Euro (vnl. GB) de leiding neemt

De frustraties en de uitdaging van arbeid

- Arbeiders bezitten nog steeds geen stemrecht  dus men gaat via revolutionaire kanalen op zoek naar een politieke stem.

 Belangrijk = sociale + economische hervormingen.

- In de overheersende doctrine is alles afhankelijk van de markt.

 Lonen worden bepaald door het spel van vraag en aanbod.

 Zorgt voor onstabiliteit van binnen de werkende gezinnen  2 ontsnappingsmogelijkheden

 De positie van de arbeider op de markt verbeteren  een formatie van vakbondsgroepen

 Het hele idee van kapitalisme en markteconomie verlaten  ontstaan van het Socialisme

Socialisme en Chartisme

- Een snelle verspreiding van het Socialisme

 In Frankrijk: samenvoegen met het revolutionair Republicanisme

 In GB: samenvoegen met de bewegingen die streven naar verdere parlementaire hervormingen

Wordt geleid door een groep van arbeiders de zgn. Chartisten

- Chartisme = was een massabeweging; was niet uitgesproken socialistisch maar wel anti-kapitalisme

 1e stap naar sociale hervormingen = vertegenwoordiging van arbeiders in het Parlement.

 Charter van 1838 bevat 6 punten.

 De beweging gaat ten onder aan interne twisten + repressie van de overheid.

Lees meer...

De doorbraak van het Liberalisme in het Westen: Revoluties van 1830-1832

- De dijk is doorbroken waarop vele reacties volgen: Onafhankelijkheid van Spaans Amerika, het neervallen van het congressysteem, ontstaan van een Griekse nationalistische beweging.

- Na het verslaan van Ypsilanti idee van gehele Griekse onafhankelijkheid

 Nicolas gaat deze beweging ondersteunen.

 een gezamenlijk Engels-Frans-Russische zee interventie zal de Ottomaans vloot vernietigen.

Gevolg: Een Russisch-Ottomaanse oorlog + crissis in het Midden-Oosten.

Frankrijk,1824-1830: De Juli-revolutie, 1830

- Een muur van reacties gaat ontploffen in Frankrijk.

- Koning= Karel X  Frankrijk = een vrij land.

 In de Regering: gaat de linkse oppositie wantrouwig zijn tov de regering

 Karel X ontbind de kamer en roept nieuwe verkiezingen deze verwerpen het beleid van de koning

 Karel X antwoordt met 4 ordinanties uitgevaardigd op zijn eigen authoriteit.

Leiden tot de Juli-Revolutie  grote beweging van de Republikeinen

 Karel X doet troonafstand  ≠ meningen over de nieuwe staatsorganisatie

 De hertog van Orleans: gaat regeren onder de naam Louis Phillippe  Juli-monarchie

De grote politieke verandering is er een van de klank: geen absolutisme meer

Revoluties van 1830: België en Polen

- Het effect van de Juli-Revolutie in Frankrijk  spoort een serie van andere revoluties aan.

 België

- Zit in een Nederlands-Belgische unie onder de troon van NL

- De koning had absolutistisch en centralistische ideeën

- Er ontstaat onrust in Brussel  men vraagt om een lokaal zelfbestuur maar door het militair verzet van de koning  vraagt men om onafhankelijkheid.

- Er komt een Nationale vergadering bijeen  opstellen van een constitutie

 Polen

- Nicolas wou troepen sturen naar België maar kon niet mijn zijn troepen door Polen.

- Het uitbreken van een revolutie  het incident leidt tot een volgend

 door onderlinge verdeeldheid kon men geen weerstand bieden tegen het Russische leger

 De Poolse revolutie wordt verpletterd.Polen behoort nu tot Rusland

 Gevolgen internationaal

- Wie wordt Belgische koning?

 Kandidaat moet geaccepteerd worden door de grootmachten  Leopold I (een Duitse prins die getrouwd in het Britse koningshuis.)

1831: tekenen van het verdrag waarin België een neutrale staat is.

Hervormingen in GB

- Gevolgen van de Juli-revolutie in Frankrijk.

- Tory-regime: begint losser te worden  sympathie voor het liberalisme + de vrijhandel

 2 zaken kon men niet doen  Hervormen van the House of Commons

 De Corn Laws in vraag stellen.

- Er ontstaan ≠ nieuwe stedelijke centra maar hadden niet het recht tot het kiezen van leden van het parlement  Deze industriële centra’s waren ondervertegenwoordigd in het Parlement.

 Deze steden waren enorm gegroeid door een grote migratiegolf (platteland  stad)

- ≠ in belangen en eisen   Fabriekeigenaars: willen een politiek op basis van vrijhandel

 Grootgrondbezitters:willen protectionisme voor hun graanproductie

 zijn oververtegenwoordigd in het parlement

 Er ontstaat een verzet van fabriekseigenaars + krijgen de steun van andere sociale groepen

 Whig minister neemt de regering over (hervormingsgezinde partij)  introduceren Reform Bill

 1832 wordt de Reform Bill wet  bewijs dat hervormingen ook mogelijk zijn langs wettelijk weg. Men gaat in GB dus verder op het pad van de evolutie (niet van de Revolutie)

- Door de Reform Bill: Verschuift het zwaartepunt in het Parlement (platteland  stad)

Uitbreiding van het kiesrecht tot de middenklasse

 door de aanwezigheid van de middenklasse gaan er vooruitstrevende wetten mogelijk gemaakt worden + enige sociale overwinningen.

GB na 1832

- De hervormingsgezinde Whigs gaan fuseren met Liberale Tories + radicale industrialisten

Gaan zich omvormen tot de Liberal Party

GB heeft dus een 2-partijensysteem: met de Liberalen en de Conservatieven.

- De Tories voelen zich beledigd door de vooruitstrevende wetten en doen een inhaaloffensief

 De Tories worden dus de voorvechters van de arbeidersklasse

 De fabrieksakte van 1833 + de Tien Uur Akte van 1847

- Anti-Corn Law League (combinative van Whig-Liberalen-Radicalen)

 De Corn Law zorgt voor het kunstmatig hooghouden van hoge broodprijzen  hoog minimumloon

1846: afschaffen van de Corn Law  men kiest dus voor een politiek van vrijhandel.

Hiermee wordt het einde van de evolutie in GB ingeluid  kiest voor Industrie

Industrie wordt verder gestimuleerd  industriële arbeid krijgt topprioriteit.

 gaat dan wel de sociale problemen gaan scherp stellen.

- De welvaart van GB gaat dus afhankelijk zijn van het behoud van vrijhandel in een wereldeconomie + het eeuwige behoud van de overmacht op zee van GB.

Lees meer...

De dijk en de Vloed: Internationaal

- Congres van Wenen: de grootmachten beloven elkaar om meerdere congressen te organiseren in de toekomst om het verdrag af te dwingen + nieuwe topics die verschenen er aan toe te voegen.

- Heilige Alliantie  Alliantie die revolutionaire + liberale activiteiten onderdrukt

Het congres van Aix- La –Chapelle, 1818

- De eerste algemene bijeenkomst na de Oorlog

- Belangrijkste item = het terugtrekken van het geallieerde leger uit Frankrijk.

- Voorstel Tsaar Alexander = een permanente Europese unie + het behoud van een internationale militaire kracht

 tegenstand van GB: wil wel militaire verbintenissen aangaan maar niets permanent

- Congres gaat ook de Atlantische slavenhandel behandelen

- De groei van internationale instituties wordt tegenwerkt door de ≠ interesse van de staten

Revolutie in Z-Euro: het Congres van Troppau: 1820

- Revolutionaire onrust  crisis

- Spanje (=Spanje) + Napels: neervallen van de regeringen

- Metternich: ziet de eerste symptomen voor een revolutionaire reeks in Europa

 Bijeenroepen van de grootmachten in Troppau  het neerdrukken van de opstand in Napels

 Tsaar Alexander, volgt Metternich in zijn politiek oordeel

Protocol van Troppau: alle erkende Europese staten worden beschermend door een collectieve internationale actie.  Zonder Frankrijk en GB

Is een verklaring van collectieve veiligheid tegen Revolutie .

 Een kloof tussen De Oostelijke en Westelijke Grootmachten.

Spanje en het Nabije Oosten: Congres van Verona, 1822

- Alexander Ypsilanti = Griek  Een Grieks Rijk ipv een Ottomaans

 Hoopt op Russische steun  Indien, onprettig voor Metternich

 Congres van Verona; Tsaar zet internationale solidariteit boven Revolutionair geweld  weigert

- Revolutie in Spanje = opgelost door Frankrijk interventie

Onafhankelijkheid van Latijns Amerika (= Lat-Am)

- De Napoleonistisch oorlogen  gevolgen in Lat-Am

 Nieuwe bewegingen die vechten voor nationale onafhankelijkheid

Gaat kans grijpen door de onrust in Europa

- Port: Om te ontsnappen van Napoleon vlucht men naar Brazilië, maar weigerde terug te keren  Brazilië wordt een rijk onafhankelijk van Portugal  een nieuw Braziliaanse Republiek.

- Spaans Amerika:

 GB is er actief wegens commerciële doeleinden.

 Politieke en sociale wrok van de Creolen tov van de peninsulars

 Belangrijkste figuren = Simon Bolivar + José de San Martin

- ≠ Opstanden vinden afzonderlijk plaats / geen Continentale actie.

 Resultaat = Bolivar bevrijd: Venezula + Colombia

San martin bevrijd: Argentinië + Chili

Samen bevrijden ze Peru

- Ondanks blijven de nieuwe Lat-Am staten kwetsbaar voor de interventies van buitenlandse machten.

 Op het congres van Verona  Discussie over de onafhankelijkheid van Spaans Amerika

GB: promoot de onafhankelijkheid  wegens hun belang in de vrije handel met afzonderlijke staten

 Blijft Spaans Amerika onafhankelijk en komt er geen interventie van de grootmachten

- De nieuwe staten krijgen steun van VSA  Monroe-Doctrine = Amerika voor de Amerikanen

Europa moet zich niet moeien met zaken in Amerika + dus niet proberen om ze terug te brengen tot een koloniale status.

 Revoluties in Amerika die worden erkend door de VSA behoren dus buiten het district van Europa.

 Einde aan de Europese koloniale macht in Amerika. (Uitzondering: Canada  GB: vrijwillig)

Einde van het Congres systeem

- Na Verona: poging voor een formeel internationale regeling voor Europese zaken werd opgegeven.

- De congressen faalden om vooruitgang te boeken naar een internationaal verdrag

 omdat men altijd het Status-quo wilt behouden.

- Men slaagden er nooit in om de aparte interesse ondergeschikt te maken aan een algemeen belang.

- Het neervallen van het conservatief internationaal systeem zorgt voor:

 het verder evolueren van het Liberalisme

 het openen voor een ongecontroleerd nationalisme van de soevereine staten.

Rusland (= Rusland): De December Opstand, 1825

- Dood van Tsaar Alexander I  signaal voor Revolutie

- Wie Opvolgen? Nicolas of Constantijn?

 Constantijn = de favoriet voor innovaties in het land MAAR doet zelf afstand in het voordeel van Nicolas. (Was de eigenlijke erfopvolger)

 De Opstand wordt al snel neergedrukt.

- Nicolas I behoud een onvoorwaardelijk en despotisch alleenheerschappij.

 “De dijk wordt overspoeld door de vloed”

Lees meer...

De dijk en de vloed: binnenlands

- ≠ politieke reacties en hervormingsbewegingen gaan zich installeren in Europa tussen 1815-1848

 Frankrijk: restauratie van de Bourbon dynastie  Lodewijk XVIII

GB: Torrie regering

 Oostenrijk: Metternich als dominant politiek figuur. Wou het prestige van Oostenrijk hoog houden.

- de maatregelen genomen door de overwinnaars zijn nogal gemitigd.

Reactie na 1815: Frankrijk, Polen

Frankrijk

- Lodewijk XVIII geeft amnestie voor de koningsmoorden  vonden het nieuwe Frankrijk echter oncomfortabel.

Ze kregen echter opnieuw hoop bij de terugkeer van Napoleon van Elb a

 Zorgt voor verbitterde royalisten die starten met een Witte Terreur.

 De dood van Lodewijk XVIII  Karel X.

Gaat het revolutionaire republicanisme, liberalisme en constitutionalisme uit zijn bevolking stampen.

Polen

- Na wenen: wordt er een constitutionele monarchie gecreëerd  onder de Russische Tsaar

- Conflict tussen de verkozen en de Hertog (= Rus)

- Poolse ambities: Hun oorspronkelijk koninkrijk  geheime organisaties

Reactie na 1815: GB en de Duitse staten

 De Duitse staten

- Verenigd in een losse federatie

- Het voorkomen van nationalistische ideeën (universiteiten,…)  Democratische oppositie

- Metternich komt tussen  pleit voor een verenigd DL (= Duitsland)

 samenroepen van een conferentie  Carlsbad akkoord

 GB

- Houdt vast aan zijn tradities + wordt meest geconfronteerd met sociale problemen

- een nieuwe Corn Law

- Een depressie in de industrie  radicaliseren van politiek ideeëngoed  Peterloo massacre

 ≠ Europese regeringen gaan reactionair beleid promoten (angst voor revolutie)

 het bouwen van dijken tussen alle landen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen