Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Gemeenschap: Europa 1600-1800

Verhaal ter inleiding:

1690:

  • groep boeren uit Denemarken in conflict met de baljuw om een som geld
  • baljuw neemt vee in beslag als zekerheid (zonder wettelijke toestemming)
  • boeren voeren wettelijk proces => baljuw arresteert ze quasi allemaal
  • de ontsnapte legt een verklaring af => sheriff beboet baljuw en stuurt aan op de bevrijding van de boeren => baljuw laat sheriff ontslaan
  • boeren 6 maand later vrij => baljuw dwingt hen tot betalen en verontschuldiging
  • 7 jaar later opeenhoping van klachten => onderzoek door de kroon => misbruik en corruptie van baljuw & gouverneur komt aan het licht => beiden gesanctioneerd, boeren vergoed

Evaluatie:

- We kennen de feiten enkel omdat het land eigendoom was van de kroon, op privé eigendom zou geen verder onderzoek gedaan zijn

- De druk uitgeoefend door baljuw en gouverneur werden zowel door de slachtoffers als door de kroon als onjuist beschouwd

- Verschillen in sociale status waren van enorm belang – voor minder belangrijken was zekerheid een illusie

ð Veel van het materiaal voor de historicus is eenzijdig

Lees meer...

De Zeventiende Eeuw: De staat en de handel & industrie

  • De 17e-eeuwse crisis zorgde dat de regeringen vanaf 1650 hun protectionistische ideeën uitwerkten (de meeste vrees was er voor de Nederlanders) door o.a. tariefheffing
  • Frankrijk nam het voortouw in het tariefbeleid met importtarieven op Nederlands en Engels textiel na de instorting van haar vreemde industrie. Het wilde de oude textielcentra doen heropleven en een nieuwe luxe-industriesector oprichten.
  • Transoceanische handel en verscheping waren één van de meest dynamische sectoren in de Engelse en Franse economie van 1660 tot 1690
  • De concurrentie met de Nederlanden op het gebied van handel en verscheping was groot:

- 1650-1663: Engelse navigatieverdragen om de Nederlanden uit te sluiten van de transoceanische handel

- Frankrijk voerde na 1670 een gelijkaardig beleid

  • Protectionisme stuurde het Europese handels- en productiepatroon in de war, maar t.v.v. de landen die een mercantilistisch beleid volgden.
  • De landen die hun handel en industrie niet beschermden kenden de traagste commerciële ontwikkeling: bv. Spanje: veel van haar industriële en commerciële onderontwikkeling is te wijten aan de afwezigheid van zo’n beleid

Conclusie

Wat onderscheidde de zeventiende eeuw van de 16e en 18e:

- Bevolkingsstagnatie

- Achteruitgang van landbouwproductie met daaraan verbonden crisissen

- Achteruitgang van stedelijke nijverheid

- Opkomst van plattelandsindustrie

  • Bevolkingsstagnatie door:

- Engeland en de Nederlanden: epidemieën

- Frankrijk, Spanje en Italië: indirect verband tussen sterften ó hongersnoden

  • Het ondermijnen van de landbouw in West-Europa is te wijten aan drie exogene factoren (en niet aan Malthusiaanse factoren):

- mortaliteitscrisissen

- postcrisis landtransfers van boeren naar andere sociale klassen

- De stijging van verpletterende fiscale afpersing

  • In Oost-Europa hadden de landbouwcrisissen ook duidelijk socio-politieke oorzaken i.p.v. Maltusiaanse
  • In het algemeen kende de 17e een terugval van stedelijke nijverheid. De stedelijke industrie behield haar voordeel in de kapitaalsintensieve processen (zoals textielverven), en in de productie van luxegoederen
  • De vraag naar rurale industriële goederen was elastischer dan de stedelijke
  • Op lange termijn tekende de plattelandsnijverheid de lijnen uit voor de industriële groei van de 17e eeuw

Lees meer...

Industrie en handel 1600-1650

- 1600-1620 : nazomer van commercieel systeem 16de E

- veel industrie -> piek

- boom eindigde met handelscrisis van 1619-1622

- waterscheiding (?) in Europese economie

- Internationale crisis had grootste impact op Fr, Dui, Centraal en mediterraan Europa

- Engeland en lage landen minder getroffen

- verschuiving van kerngebieden naar NW-Europa

- Crisis werd voorafgegaan door 30j-oorlog

- devaluaties

- markt verdeeld in Duitsland en Centraal Europa

- destabilisering buitenlandse handel en industrie

- Vraag in Europa naar fabrieken zat in een depressie van 1630-1660 door 3 op elkaar inwerkende economische trends

- mortaliteitscrisis

- agrarische crisis

- toename van belastingen

- Probleem van dalende stedelijke industrie

- gilde wijzigde basisdesign van producten niet

- stedelijk fabriekswezen onflexibel in internationale economie

- continue revolutie nodig in producttypes

- grootste innovaties in NW Europa

- tot 1650 meer in stedelijke omgeving

- NW-Europa als belangrijkste europese regio komt niet overeen met proto-industrieel model waar nadruk ligt op groei van rurale productie

- Herstel Vlaamse industriële economie gebaseerd op flexibele stedelijke productie

Lees meer...

Industrie en handel: Europa 1600-1800

Industrie en handel: Europa 1600-1800

- Hoewel landbouw de dominante activiteit was in Europa rond 1600, had Europa de capaciteit om agrarische gebruiksvoorwerpen en basisproductiegoederen te leveren

- Kern van fabriekswezen -> ambachtslui in steden en dorpen

- goederen voor lokale markt

- Landbouwstreken -> peasantshuishoudens

- zelfvoorzienend

- soms in dienst genomen door stedelijke kooplui

- Proto-industrie

- Grootste concentraties van fabriek was bij ambachten en werkplaatsen van grote steden (?-

- kwaliteitstextiel

Lees meer...

Oost en Centraal Europa: 1500-1800

- 16e E : Agrarische economieën in Oost-Europa zijn niet gelijk aan die van W-Europa

- W landheren : stijging inkomen door verhoging van de pacht

- O landheren : gaat niet

- lage bevolkingsdichtheid

- direct productie voor de markt

- op de domeinen is er horigheid

- tot late 16de E was last van horigheid niet zo zwaar dat het de economie
ondermijnde

- 17de E : transformatie van horigheid door 2 factoren

- 30-jarige oorlog en andere conflicten -> daling bevolking en agrarische crisis

- oorlog en verminderde vraag in W -> contractie en export van graan en vee

- compensatie door minder arbeidskrachten

- in stand houden van inkomen ondanks dalende vraag

- Economische logica van de positie van de landheren -> aandeel van gedeelde domeinen te
verhogen door de krimpende markt (?)

- intensifiering horigheid

- opleggen van horigheid

- Voorwaarde voor stijging van horigheid

- staten bevestigend toegenomen macht van de landheren

- staten te zwak om zich te verzetten

- Intensifiering van horigheid is niet het onvermijdelijke resultaat van de crisis

- seigneurale systeem zakte ineens tijdens 30-jarige oorlog

- horigen weigerden om mee te werken

- na oorlog -> absolutisme

- meer bescherming voor peasants

=> Totale financiële last opgelegd aan peasants tot in 17de E

- Productie van O daalde in 17de E

- opbrengst op domeinen lager dan bij peasants

- gedwongen werk -> slecht

- horigen wilden trekkracht dieren en mest voor hun eigen land gebruiken ipv
domein

- Groeiend gebruik van gedwongen arbeid en bestaansmiddelen op domeinen ipv op eigen boerderij -> verslechtering productiviteit

- Veeleisende vraag van domein naar arbeid verhinderde reconstructie van peasant systeem van voor de oorlog

- 2/3 van de peasant gronden hervatte volledige productie

- aantal werkelijke horigen viel mee

- Domeinen werden herbouwd en breidden uit maar productie daalde met 20-25%

- arbeiders hadden niet de nodige middelen

- landheren wilden niet investeren

Lees meer...

Agrarische verbeteringen: Europa 1500-1800

- Crisis in agrarische productie en landverdeling in 17e E -> destabilisatie van landbouw
door externe factoren

- mortaliteitscrisis

- toename van belastingen

- Kleine boerengemeenschappen hadden niet veel capaciteit om productie te verbeteren.

- W-Duitsland : meest stagnerende technieken maar laagste productieniveau

- limieten van peasant landbouw weerspiegelen intense belang van graan

- Peasant land -> rotatiesysteem (drieslagenstelsel?)

- 2 jaar graan, 1 jaar braak

- 1/3 tot ½ van het land ongecultiveerd

- Verbetering door eliminatie van braakkland en gebruik van meer velden

- meer dieren grootbrengen was moeilijk door gebrek aan weiland + grond voor graan
is niet flexibel (?)

- Lage productiviteit kon verbeterd worden door 2 dingen.

- nieuw rotatiesysteem en productie van voedergewassen (stikstof)

- converteerbare landbouw (akker -> wei -> akker)

- Systemen worden geïntroduceerd wanneer marktprijzen gunstiger waren voor vee dan voor graan + deden braak verdwijnen en stijging van aantal velden (graan), maar vooral door meer dieren te kweken

- 2 omstandigheden

- landbouw wordt gedomineerd door stedelijke markt

- grote vraag naar dierlijke producten

- 1580-1670 : economische recessie in Vlaanderen, Italië en Ndl’en

- men stemde de landbouwontwikkeling minder af op de stad

- verschuiving van relatieve prijzen na 1650

- graanprijzen daalden, veeprijzen stegen

- weinig impact op peasants

- commercialiseerden slechts klein deel van hun
opbrengst

- In 2 regio’s leidt verlies van gronden tot creatie van grote boerderijen

- Centraal en Zuid Engeland

- Noord- Frankrijk

- groei van de markt wordt versterkt door groeiende vraag van steden

- Engelse landbouw steeg door verbeterde methodes en interregionalewissel in land

- nieuw rotatiesysteem -> boost graanopbrengst en verbeterde kwaliteit akkers

- kleibodem Midlands -> converteerbare landbouw

- antwoord op hogere prijs en superieure productiviteit van graan

- Frankrijk : grote stap in productiviteit

- landbouw steeg in 16-17de E

- toch onderproductie omdat landbouw niet gelijk steeg met populatie

- Waarom is er een verschil in agrarische opbrengst vanaf 1650?

- Economische vooruitgang in Engeland en Frankrijk in 17de E

- motor : grote boerderijen

- minder in Frankrijk dan in Engeland

- negeert proces waarbij bourgeois en clerus peasants aanwerven om
landbouw te domineren in bepaalde regio’s

- 1670 : slechts 20% van de eigendommen waren in handen van peasants

- Bekken van Parijs : limitatie voor voedergewassen

- 2 gevolgen

- Boerderijen in Noord-Frankrijk minder dieren dan Engeland

- geen dierlijke bemesting mer en 1/3 van het land wordt braak gehouden

- Waarom geen innovatie op die boerderijen?

- was niet nodig omdat grote boerderijen veel peasants ter beschikking hadden.

- Verschil tussen dorpen in Engeland en Frankrijk

- Frankrijk : merendeel van de kleine boeren had een stukje land

- Engeland : slechts ¼ van de boeren had een stuk land en enkele dieren

- Waarom groter arbeidssurplus in Frankrijk gezien transformatie van peasants naar landloos in Engeland groter en diepgaander was

- Surplus in Engeland wordt opgenomen in de rurale industrie

- snelle industriële ontwikkeling als gevolg van agrarische vooruitgang

- In Frankrijk was de arbeidsefficiëntie hoger door gebrek aan innovatie

- Niet echt logisch dat er een verschil is in relatieve beschikbaarheid van peasants in
Eng en Fr

- 2 dingen belangrijker

- vrijheid van taxatie en de mortaliteitscrisis ondersteunden de voorspoed van pachters
en rijkere boeren

- verschil in economisch gedrag van landheren tijdens agrarische depressie na 1660

- Eng : doorbraak in agrarische productie

- Frankrijk slaagt er niet in om innovaties door te voeren

- Reactie van Eng landheren op depressie

- vermindering van pacht

- afschrijven van achterstand

- nemen verantwoordelijkheid voor belasting en toename van agrarische

ontwikkeling op zich

- Eng landheren dwongen weerspannige regering om bodemprijs te installeren :
uitvoerpremie voor graan

- Franse landheren hadden politiek niets te zeggen

- wilden pacht hoog houden

- commerciële boeren waren gevangen tussen hoge pacht en lage graanprijzen

- reactie landheren : kleine boeren failliet doen gaan

- moesten hoofd bieden aan agrarische hervormingen

- geen hoop meer op coöperatieve relaties met pachters

- 1ste herstructurering na verwoestingen door godsdienstoorlogen wanneer landheren
trouw bleven aan pachters en al het mogelijke deden om landbouw te herstellen

-2de herstructurering na crisis halverwege de eeuw

-landheren hadden pachters failliet doen gaan

- pachters hielden op met winst maken en concentreerden hun land in
grote boerderijen (?) verhuurd aan fermiers

- in depressie van 1660 werden fermiers onteigend en hun goederen in beslag
genomen

- vanaf 1640 ruïneerde ze rurale klasse die voor verbetering kon zorgen

- Engelse landheren : korte crisis (burgeroorlog en hoge belasting

- co-operatieve aard van realtie tss landhere en pachters weerspiegelt interesse

- grondbezit in Engeland werd gedomineerd door lage adel

- leefden op het platteland

- Frankrijk : landheren was clerus en bourgeoisie

- leefden in de stad

- waren ongeïnteresseerd in economische problemen op het platteland

=> Structureel contrast tussen Engelse kapitalistische en Franse pre-kapitalistisch economie

- Nederlanden : landbouw gebaseerd op kapitalistische basis

- Landheren volgden Frans patroon

- wanneer landbouw niet meer winstgevend was werden gronden verkocht

- verergerde landbouwdepressie

- Gedrag was rationeel

- land was economisch, niet rationeel

- verschil in strategie in NW-Europa

- brede verschillen in economische, sociale en politieke structuur

- meer dan contrast kapitalisme <-> boereneconomie

Lees meer...

Peasant en agrarische, sociale crisis: Europa 1500-1800

- Identificatie van problemen van peasant farming is voornaamste oorzaak van agrarische crisis ondersteunt Brenner : vasthoudendheid van peasants aan landbouwgrond is rem op economische ontwikkeling

- ondermijnd door transfer van land in West- Europa van peasants naar sociaal
gepriviligieerde groepen

- Waarom worden peasants in Europa onteigend?

- Waarom leidde herorganisatie niet tot algemene verbetering?

- West-Europa : 16de E bezit (vaak erfelijk) werd verpacht tegen een vaste som

- Snelle groei van bevolking voor 1600 -> verdeling van pachtgrond door erfenis

- fragiele economie die gevoeling is voor crisis

- inkomens dalen, uitgaven stijgen door inflatie

- cash reserves aanspreken

- dieren verkopen

- lenen

- overbelasting

- Ritme van onteigening volgde voedselcrisis (gelijktijdig)

- Regering stelde geen regeling op voor privé-land en deed weinig om schuldenlast van
peasants te voorkomen

- Fr : dorpen : collectieve verantwoordelijkheid voor belastingen

- vanaf 1660 in handen van intendanten

- stabilisering van eigendom leidt tot daling gemene grond

- Sp : alle peasant gemeenschap toegang tot gemene grond

- verkocht onder financiële druk

- 1590 : bleven verschuldigd met betaling

- grond naar schuldeisers

- W-Dui : staat beschermde peasants

- meest veerkrachtige gemeenschap in Europa

-verhouding middelgrote-grote peasants is stabiel va 1600-1700

- aantal bijna landlozen daalt itt rest van Europa

- overdracht van land ging niet via de markt, maar door vererving

- stabiliteit door grotere bureaucratie en kleinere patrimoniale staten die peasants beschermt

- 30-jarige oorlog : vaste pacht

- afschrijven achterstallige schuld tijdens herstelperiode en interventie in land-en
kredietmarkt

- Verzwakking van adel door overwinning landheren

- hoge belastingen

- onteingeing door stedelijke commerciële klasse en professionele klasse

- sociale prestige

- oude bourgeoisie

- Stedelijke elite zag zichzelf als oligarchisch

- proces van sociale uitsluiting vooral in Dui, Fr, It, Sp en steden in Ndl’en

Lees meer...

Agrarische stagnatie en crisis: Europa 1500-1800

- In bijna elke W-Europees land had de bevolkingsgroei van 1500 agrarische crisis als gevolg

- daling van opbrengst en winst

- 1ste blangrijke crisis : 1590 – 1650

- groeiende markt en inflatie van landbouwprijzen

- Centraal Spanje : misoogst en pest

- Noord Italië : voedselcrisis en pest 1630-31 leidden tot een
ineenstorting van de opbrengst en duurde tot 1660

- Frankrijk : daling van de graanproductie

- Duitsland : bevolkingsdaling en daling in landbouwproductie door 30-
jarige oorlog en nasleep

- 2de periode van crisi na 1660

- dalende markt en prijzen

- grootste impact in W- en Z-Frankrijk en Nederlanden

- stijgende bevolking -> stijging relatieve graanprijs

- boeren verhogen opbrengst door ongecultiveerd land in cultuur
te brengen

- verminderde agrarische productie omdat beste grond al
gecultiveerd was

- geen braakland meer (enige manier om grond
vruchtbaarder te maken)

=> = verklaring voor 1ste crisi

- Weinig bewijs voor Malthusiaanse crisis in 16e E

- stijgende prijzen en dalende lonen -> daling arbeidsproductiviteit, maar geen daling
in landproductiviteit in de decennia voor de crisis

- Geen daling in gemiddelede Europese opbrengs

- Indien landbouwgrond nit daalde voor/tijdens crisis, wat verklaart dan productievermindering?

- bevolkingsdaling veroorzaakt een klassiek Malthusiaans antwoord

- verlaten van marginale gronden + conversie van graan naar andere producten

- daling opbrengst bij kleinere boeren die een massale productie leverden

- Omschakeling graan naar vee compenseerde daling niet

- Noord –Italië : daling graan -> daling wijn en olijven

- Spanje : daling graan -> daling schapen

- grootste belemmering voor grondherverdeling was lage prijs voor vee door
ineenstorting stedelijke economie

- Belangrijkste antwoord was overgang van tarwe naar rogge, gerst en maïs

- minder arbeid en groeide beter op arme gronden

- Crisis in peasant landbouw is veroorzaakt door voedsel-en mortaliteitscrisi

- Epidemies doden productieve werkers

- daling arbeidskracht

- verarming peasants

- onteigening

- hoge huur

- toename van belastingen

- Castilië en Frankrijk is er een verband tussen belastingstoename en daling in
landbouweconomie

- Stijging van belastingen ook in 2de cyclus van crisis

- grootste impact in Z-Frankrijk en Ndl’en

- Europese depressie in graanprijzen gekoppeld aan recessie in fabriekswezen en
handelseconomie vanaf 1660

- Languedoc daling wolindustrie

- Ndl’en : belasstingsstijging voor Frans-Staatse oorlog

- Z-Frankrijk belastingsstijging door overschakeling op pachters

- daling wijn en graan

- armoede van boeren

=> Belasting is goede graadmeter voor agrarische crisis in de 17de eeuw

- Engeland geen agrarische crisis

Lees meer...

West-en Middellandszee- Europa: Europa 1500-1800

- Verwezenlijkingen van landbouwsector in 17e E zijn niet impressionant

- Twee economieën verbeterden hun landbouw

- Nederlanden en Engeland

- sociale interactie tss staat, landheren en peasants

- itt tot landen met absolutistische regimes

- peasants : hoge belastingen, maar land wordt wel beschermd
door de staat

- Volhouden van peasants hield cyclus van stagnatie in stand

- te kleine boerderijen, niet genoeg kapitaal en conservatief
beheer

- Engeland : staat vergemakkelijkt onteigening van eigendomsrechten :
ontstaan van landbouwkapitalisme

- samensmelting van verschillende kleine boerderijen tot 1 grote

- Drie vragen :

- Waarom ondervonden zoveel W-Europese regio’s landbouwproblemen in 17e E?

- Het best te verklaren door peasants?

- Waarom verbetering in landbouw enkel in Lage landen en Engeland?

Lees meer...

Landbouw en agrarische samenleving: Europa 1500-1800

- Agrarische sector -> grootste in Europese economie

- W en Mid Zee-Europa : land bewerkt door vrije boeren

- Ook boeren die arbeid huurden -> productie voor de markt

- Oost-Europa : meeste boeren : horigen die ‘huur’ betaalden : arbeid op het domen

=> Agrarische systemen in West-en Oost-Europa compleet verschillend

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen