Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Opportuniteitskost

  • De waarde van de verloren gegane best mogelijke alternatieve aanwending van de gebruikte schaarse middelen.
    • De kost als gevolg van de keuze voor iets.
  • Kiezen = verliezen
  • Om iets te kunnen krijgen moet je iets anders opofferen.
  • De kost als gevolg van de keuze voor iets.

Vb. een moeder die niet gaat werken maar thuis blijft om haar kinderen op te voeden.

  • Opportuniteitskost: het hoogst mogelijke gemiste inkomen op de arbeidsmarkt
  • Schaars middel: tijd

Vb. wonen in een eigen huis.

  • Opportuniteitskost: de hoogst mogelijke gemiste huuropbrengst
  • Schaars middel: 1 huis
Lees meer...

Waarover denken economen?

- Materiële voorwerp van de economische wetenschap.

  • Economen spreken over de ervaring van een welvaartstekort.

Mensen willen beter wonen, willen reizen, willen cultuur,…

De activiteiten om dat welvaartstekort op te vullen, leggen beslag op schaarse middelen.

  • Ze denken na over het beheer van de schaarse middelen.

- Hoe kunnen we ze optimaal gebruiken?

Schaarse middelen = productiemiddelen

Productiemiddelen = grondstoffen, arbeid, kapitaal

  • Hoeveel en wat gaan we produceren?
  • Hoe gaan we produceren?

- Welke productietechnologie

- Hoe de productie organiseren

Vroeger: iedereen voorziet in eigen behoeften

Nu: arbeidsdeling en specialisatie

  • Waar gaan we produceren?

- Afhankelijk van de lokale input en output markt

(kostenoverweging)

- Globalisatie

(men gaat proberen exporteren)

  • Voor wie gaan we produceren?

- Wie krijgt de geproduceerde goederen

- Wie verdient hoeveel

Lees meer...

Strafbepaling

1) Strafbaarstelling

  • Hier wordt de strafreden uitgeschreven

2) Straftoemeting

  • Hier wordt de straf aangeduid in geval van inbreuk

- Het kan voor natuurlijk persoon ook vrijheidsberoving zijn als straf

- Rechtspersoon:

  • Geldboete
  • Ontbinding
  • Bijzondere verbeurdverklaring
  • Burgerlijke aansprakelijkheid
    • XXXXX

- Art. 12 & 14 GW  Geen misdrijf zonder wet

  • Bij wet/krachtens wet: Koning en regering kan niet in strafbepaling voorzien

- Sancties:

  • Straf: Procedurele en materiële waarborgen
    • Vb.: recht op rechter, reden, redelijke termijn
    • Administratieve aard  door ambtenaar
      • Vb.: Je rijdt dronken rond  Meteen intrekking van je rijbewijs door ambtenaar (voor je eigen veiligheid) = administratieve sanctie
      • Rechter geeft je 14 dagen rijverbod = straf

- Art 7 EVRM: Notie ‘straf’ heeft autonome betekenis:

  • Criteria:
    • Intern rechtelijk
    • Aard van het strafbaar feit
    • Aard/omvang van de sanctie

- Art 11 BWHI:

  • Nieuwe strafmaatregel, niet in boek
    • Advies van de ministerraad nodig!
Lees meer...

Omzetting van Europese richtlijnen in de interne rechtsorde

- Verordeningen

  • Art 249, lid 2, EG-verdrag: De verordening heeft een algemene strekking, zij is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
    • Daaruit volgt : Een Eg-verordening behoeft geen nationale maatregel om de rechtsonderhorige te binden, volgens, gegeven de primauteit van het EG-recht op het nationale recht
    • De aanpassing naar de vorm daargelaten, kan het zijn dat de EG-verordening inzonderheid op 2 punten een nationale aanvulling vergt:
      • 1) Als in de verordening aan de lidstaat de verplichting wordt opgelegd de nationale overheid aan te wijzen die met de uitzondering van de in de verordening omschreven opdracht wordt belast
        • Vb. examen: Wanneer nationale aanvulling?
  • 2) Als ook wanneer de behoefte bestaat om de overtreding van de voorschriften van de verordening strafbaar te stellen.  Er is nog geen EG-strafrecht! (zonder sanctie lijkt het niet meer dan een aanbeveling)
    • Particulier kan zich voor nationale rechter beroepen voor verordening

- Richtlijnen

  • Art 249, lid 3, EG-verdrag: de richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties (ook gemeenschappen en gewesten voor België) wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen .
  • De uitvoering van een richtlijn vereist veelal de omzetting ervan in het interne recht door middel van nieuwe wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen.

Soms zal de bestaande juridische context de omzetting d.m.v. nieuwe wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen overbodig maken. Dat impliceert nochtans volgens het Hof van Justitie dat die juridische context daadwerkelijk de volledige toepassing van de richtlijnen door de nationale overheden verzekert, dat de uit die context voorvloeiende rechtssituatie voldoende bepaald en duidelijk is en dat de begunstigden in staat zijn kennis te krijgen van al hun rechten en deze, zo nodig, te doen gelden voor de nationale rechterlijke instanties.

  • Afgezien van deze bedenkingen moet men goed voor ogen houden dat in haast alle richtlijnen 2 groepen van bepalingen voorkomen
    • 1) De verplichtingen die bij uitsluiting tot de bevoegde Belgische overheid zijn gericht en die derhalve geen regelgeving behoeven
      • Vb.: verplichting tot het raadplegen of informeren van een EG-instantie omtrent de uitvoering van de richtlijn of de toepassing van de erin vervatte verplichtingen, …
  • 2) De verplichtingen die als reglementering tot regelen van het interne recht moeten worden gemaakt

Nationaal normerend optreden is slechts zinvol indien daardoor concrete verplichtingen worden opgelegd aan de Belgische geadministreerden: het louter hernemen in het interne recht van bepalingen van een richtlijn, die uitsluitend gericht zijn tot de overheid, heeft geen zin!

  • De uitvoering van EG-richtlijnen verloopt (voor België) in 2 fasen:
    • 1) Een wet of decreet waarbij de Koning of een gemeenschaps- of gewestregering ertoe gemachtigd wordt de uitvoering te verzekeren van de verplichtingen die uit de EG)richtlijn voortvloeien, welke maatregelen niet zelden het opheffen en wijzigen van wets- of decreet bepalingen kunnen inhouden
    • 2) Vervolgens het uitvoeringsbesluit waarbij het Belgische recht effectief wordt aangepast. Zo nieuwe strafmaatregelen nodig zin, moet daarin bij wet of decreet worden voorzien
    • Uitvoering van de richtlijn moet gebeuren bij wege van regelgeving, en niet door middel van administratieve instructies.
    • Ondanks de richtlijn de adressaat de vrijheid van keuze van vorm en middelen lat, dienen deze zodanig te worden gekozen dat zij het meest geschikt zijn om, mede gelet op het onderwerp daarvan, het nuttig effect, dat wil zeggen, een redelijke en effectieve toepassing van de richtlijn, te realiseren.
      • De lidstaat kan zich in geen geval op zijn keuzevrijheid betreffende de middelen tot uitvoering beroepen, om ieder rechtsgevolg aan de richtlijnbepaling te ontnemen.
      • De materiële inhoud van de nationale uitvoeringsmaatregel moet overeenstemmen met de draagwijdte van de richtlijn. Deze moet volledig worden uitgevoerd, dus ook de elementen ervan die voor minder belangrijk kunnen doorgaan.
      Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen kan men afleiden dat de nationale maatregel waarbij een richtlijn wordt uitgevoerd, niet steeds de bewoording van de richtlijn letterlijk hoort over te nemen, voorzover aantoonbaar is dat de richtlijn juist is uitgevoerd. Sommige bepalingen van de richtlijn zullen trouwens uit hun aard geen omzetting in het interne recht behoeven omdat zij zich bij uitsluiting tot de bevoegde Belgische overheid richten.

Afgezien daarvan verdient het aanbeveling zo dicht mogelijk bij de bewoordingen van de richtlijn aan te sluiten, omdat op die manier de kans op discussie omtrent de juistheid van de bedoelde uitvoering wordt verkleind. Als Franse tekst letterlijk is moet Nederlandse dat ook zijn.

  • Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft geoordeeld dat in het uitzonderlijke geval waarin de lidstaat heeft nagelaten de krachtens de richtlijn vereiste uitvoeringsmaatregelen vast te stellen of dat die uitvoeringsmaatregelen niet met de richtlijn in overeenstemming zijn, de rechtsonderhorige zich op de rechtstreeks werkende bepalingen van een richtlijn mag beroepen tegenover de Staat die, binnen de hem door de richtlijn opgelegde termijn, zijn verplichtingen niet is nagekomen.

Alleen particulieren kunnen zich op de rechtstreeks werkende bepalingen van een richtlijn beroepen, en dan nog uitsluitend tegen met overheidsgezag beklede autoriteiten. Richtlijnen kunnen daarentegen nooit tegen een particulier worden opgeworpen, niet door nationale overheden evenmin door andere particulieren.

Lees meer...

Tekst Vande Lanotte over Raad van State:

- Raad van State: algemeen

  • Opgericht in 1946
  • Doel: wetgevende en uitvoerden macht op wetgevend en reglementair gebied van advies te dienen en om als administratief rechtscollege over bepaalde geschillen uitspraak te doen..
  • Sinds 1993 GW statuut
  • 2 delen:
    • Bestuursrechtspraak (uitspraken als administratief rechtscollege)
    • Wetgeving (advies verlenen)

- Samenstelling Raad van State:

  • Algemeen:
    • De raad bestaat uit 44 leden = ‘rechters’ (22N & 22F)
      • Eerste voorzitter, voorzitter, 14 Kamervoorzitters en 28 staatsraden
  • Auditoraat (80)
    • Doen eerste onderzoek, geven verslag
  • Coördinatiebureau (=referendarissen)
    • Vroeger in boeken elke dag verandering van het staatsblad bijhouden in een groot boek
    • Nu: computer databank beheren
  • Griffiers
    • Meer organisatoren enz.
  • Concordantie dienst:
    • Vertaaldienst (onder toezicht van de staatsraad)
    • Afdeling wetgeving
      • 12 leden die door eerste voorzitter zijn aangewezen
        • Eerste voorzitter en voorzitter (ze zijn ook kamervoorzitters)
        • 3 kamervoorzitters
        • 8 staatsraden
        • 10 assessoren (max)

¨ Proffen in hun vakgebied

  • 4 kamers (2N & 2F)
  • Samenstelling:
    • Gewone samenstelling: voorzitter, 2staatsraden, 2 griffie en 2 assessoren
    • Gereduceerde samenstelling: enkel staatsraden
    • Verenigde kamers:
      • Bij samenstellingsakkoorden  Overheden samen overeenkomen (delicate kwesties)
      •  NED + FRA samen zetelen:
  • 4 staatsraden
  • 2 assessoren
  • 2 auditoren
  • Algemene vergadering afdeling wetgeving
    • Bij grote, gevoelige zaken (politiek, ethisch, …)
    • 4 kamers zetelen samen (2F, 2N)

v Raad van State: Afdeling wetgeving

  • Belangrijkste taak:
    • Gemotiveerde adviezen verlenen aan de verschillende wetgevende vergaderingen en regeringen over voorontwerpen en voorstellen van wet, decreet, ordonnantie en reglementaire besluiten.  Enkel advies voor teksten die moeten of mogen onderworpen worden voor advies
      • NIET voor GW-herziening en samenwerkingsakkoorden die niet bij wet, decreet of ordonnantie worden goedgekeurd.
      • Facultatieve raadplegingvan de afdeling wetgeving:
        • Door de voorzitter van een wetgevende vergadering
          • Advies over een ontwerp of voorstel van wet, decreet of ordonnantie kan worden gevraagd door de voorzitter van de Senaat of kamer (zowel gemeenschaps- als federaal)
  • Door de ministers van de federale Regering of van een gemeenschaps- of gewestregering
    • Leden van de uitvoerende macht kunnen advies vragen over alle voorstellen van wet, decreet of ordonnantie alsook op de amendementen hierop.
    • Minister die bevoegd is voor arbeid kan advies inwinnen over een ontwerp van KB tot algemeenverbindendverklaring van een cao.
    • Verplichte raadplegingvan de afdeling wetgeving:
      • Door voorzitter van een wetgevende vergadering:
        • Advies over een voorstel van wet, decreet of ordonnantie moet worden gevraagd door de voorzitter van de Senaat, Kamer of van een gemeenschaps- of gewestparlement als minstens 1/3 van de leden van de betrokken vergadering erom vraagt

¨ In praktijk is dit om obstructie te voeren ;)

  • Voorzitter van Senaat en Kamer van Brussels Hoofdstedelijk Parlement moet advies vragen wanneer een meerderheid van de leden van een taalgroep van de betrokken vergadering erom verzoekt!
  • Door ministers van de federale Regering of van een gemeenschaps- of gewestregering:
    • Ze moeten advies inwinnen over alle voorontwerpen van wet, decreet en ordonnantie en over alle ontwerpen van reglementaire besluiten[1].
    • Bij ontwerpen van reglementen en besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering  NIET onderworpen aan adviesverplichting.
    • Uitzonderingen op verplichte raadpleging
      • Ontwerpteksten aangaande begrotingen, domeinverrichtingen, legercontingent en naturalisatiewetten zijn niet onderworpen aan de adviesverplichting  Geen normatieve draagwijdte!  Het zijn louter formele wetskrachtige akten
        • Wetten (decreten/ordonnanties) houdende goedkeuring van internationale verdragen en samenwerkingsakkoorden[2] moeten wel voor advies worden voorgelegd ook al zijn het ook geen normatieve handelingen
  • In geval van gemotiveerde hoogdringendheiddient het ook niet aan advies onderworpen te worden Vb.: Uitbreken van de (varkens)pest
    • Als hoogdringendheid is ingeroepen blijft het advies vereist maar beperkt het zich tot:

...1)De vraag of het voorontwerp betrekking heeft op aangelegenheden die zich tot de bevoegdheid van de Staat, de gemeenschap of het gewest behoren

...2)De vraag, wanneer het gaat om een voorontwerp van wet of de tekst betrekking heeft op monocamerale, bicamerale of optioneel bicamerale aangelegenheden.

  • Uitzondering: de ontwerpen van kb’s die op basis van een opdrachtwet bestaande wettelijke bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen.  Geen hoogdringendheid hiervoor
  • Kenmerken advies:
    • Toetst juridische kwesties (en geen inhoud)
      • Bevoegdheid
      • Rechtsgrond
      • Te vervullen vormvoorschriften
      • Naleving artikelen 74, 77 en 78 GW door de federale wetgever
      • Overeenstemming ontwerp met bestaand recht
      • Interne samenhang van het onderwerp
      • Volledigheid van het onderwerp
      • Terminologie
      • Overeenstemming tussen Nederlandse en Franse versie
  • Gemotiveerd advies:
    • Zeggen waarom en aangeven hoe de vastgestelde problemen te verhelpen
  • Niet bindend advies:
    • Niet bindend MAAR geniet wel groot gezag in juridische wereld
  • Advies is geen wettigheidsattest
    • Geen opmerking ≠ niks op in te brengen
    •  Geld in het bijzonder wanneer gestelde termijn kort is waardoor het onderwerp niet grondig onderzocht kon worden!
  • Wordt tot op zeker hoogte bekendgemaakt
    • Voorontwerp van wetgeving:

¨ advies samen met voorontwerp gevoegd bij de memorie van toelichting van het ontwerp en wordt dus bekendgemaakt in de parlementaire stukken

  • Ontwerp van besluit:

¨ samen met verslag, aan Koning, Regering of (Verenigd) College, bekendmaken in het Belgisch Staatsblad

  • Krachtens de GW en wettelijke regels betreffende de openbaarheid van bestuur:

¨ Advies moet worden meegedeeld aan eenieder die daarom verzoekt door de minister of het lid van het college aan wie advies is verstrekt

  • Kan geweigerd worden in bepaalde gevallen die worden opgesomd in de wet decreet of ordonnantie
  • Bij beroep tegen een verordeningsbesluit:

¨ Het advies dat over het onderwerp gegeven is, maakt deel uit van het administratief dossier en moet het als zodanig worden meegedeeld

  • Regels die gelden voor de termijnen

Termijn

Bijzondere motivering van de adviesaanvraag

Bereik van het advies

Geen termijn opgegeven

Neen

v Geen beperking van het onderzoek van voorgelegde tekst

v <15 dagen vormvereisten zijn vervuld

30 dagen (45 dagen in geval van algemene vergadering of verenigde kamers)

Verlenging van de termijn mogelijk

Neen

Het advies mag worden beperkt tot de volgende kwesties:

  • Vormvereisten
  • Bevoegdheid
  • Rechtsgrond
  • Naleving art 74, 77 en 78 van de GW

Als vormvereisten ≠ OK : toch advies geven  niet gemotiveerd!

SPOEDEISEND:

5 dagen (8 dagen in geval van algemene vergadering of verenigde kamers)

Verlenging van termijn mogelijk

Ja

Het advies wordt beperkt tot de volgende kwesties:

  • Bevoegdheid
  • Rechtsgrond
  • Vormvereisten (advies wordt toch gegeven ook voldoet het niet aan de vormvereisten)
  • Naleving art 74, 77 en 78 van de GW

  • Sancties bij niet-nakoming van de adviesverplichting:

Principe

Hoogdringendheid

Sanctie

1) Reglementaire besluiten

Advies verplicht

Mits motivering, geen advies vereist of advies binnen korte termijn

Bij niet inwinnen van advies, zonder gemotiveerd de hoogdringendheid in te roepen: mogelijke vernietiging of buiten toepassing laten (art 159 GW) van het besluit

2) Voorontwerpen van wetskrachtige normen (wet/decreet/ordonnantie)

Advies verplicht

Kortere termijn + beperkter advies

Politieke sanctie

3) KB’s die bestaande wetgeving opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen

Advies verplicht

Geen mogelijkheid om hoogdringendheid in te roepen

è ALTIJD ADVIES

Mogelijke vernietiging of buiten toepassing laten van het besluit

¨ Verdere uitleg reglementair besluit:

  • Cassatie/RvSt
    • Substantiële vormvereisten  onwettigheid
    • RvSt:
      • Annulatieverzoek: < 60 dagen
        • Gevolg: vernietiging
        • Annulatieverzoek: > 60 dagen:
          • Exceptie van onwettigheid

¨  Art. 159GW : als het niet wettig is, het niet toepassen

  • Cassatie
    • Enkel exceptie van onwettigheid

Lees meer...

Terugwerkende kracht

In de regel hebben wetgevende handelingen en bestuurshandelingen geen terugwerkende kracht. Terugwerkende kracht is een uitzondering op deze regel; de voorwaarden waaronder terugwerkende kracht aanvaardbaar is, zijn op veranderende wijze aangegeven in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en door de afdeling wetgeving van de Raad van State.

Wat wetgevende handelingen betreft, heeft het Grondwettelijk Hof bij verscheidene gelegenheden beslist dat “de niet-retroactiviteit van wetten (...) een waarborg (is) ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat eenieder in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht”. Een terugwerkende bepaling is dan enkel verantwoord “wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang, zoals de goede werking of de continuïteit van de openbare dienst” . Indien de terugwerkende kracht bovendien tot doel heeft “dat de afloop van gerechtelijke procedures in een welbepaalde zin wordt beïnvloed of dat rechtscolleges verhinderd worden zich uit te spreken over een aanhangig gemaakte rechtsvraag, vergt de aard van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden een verantwoording bieden voor het optreden van de wetgever, dat ten nadele van een categorie van burgers inbreuk maakt op de jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden” .

Wat bestuurshandelingen aangaat, wijst de afdeling wetgeving er dikwijls op dat bestuurshandelingen krachtens een algemeen rechtsbeginsel in de regel geen terugwerkende kracht hebben. Terugwerkende kracht ervan kan echter gewettigd zijn indien zij door een wetgevende handeling wordt toegestaan en indien dit aanvaardbaar is in het licht van de criteria waaraan hierboven herinnerd is. Wanneer dat echter niet het geval is, is terugwerkende kracht alleen aanvaardbaar bij wijze van uitzondering, inzonderheid wanneer dat nodig is voor de continuïteit van de openbare dienst of voor de regularisering van een rechts- of feitelijke toestand en voor zover de vereisten inzake rechtszekerheid en de individuele rechten geëerbiedigd worden.

Wet/decreet

Uitvoeringsbesluiten

- Verbod op TW-kracht  Geen GW regel

-Uitzondering: Strafwet!

  • Art 14 GW: Enkel straffen via wet
  • Art 7 EVRM
  • Art 15 BUPO

v GW Hof:

1) Terugwerking kan bij verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang. (bijzondere omstandigheden)

2) Terugwerkend ingrijpen in hangende rechts

  • Uitzonderlijke rechtsomstandigheden: Dwingende motieven

-Verbod op terugwerkende kracht

-Uitzonderingen:

1) Wet of decreet laat het toe

  • Wettelijke of decretale grondslag

2) Met in achting neming van het gelijkheidsbeginsel

3) Noodzakelijk voor continuïteit of goede werking van de openbare dienst en zo ook geen verkregen wetten worden aangetast

Lees meer...

Ondertekening en medeondertekening

  • Ondertekening
  • Voor de federale overheid:
    • a) wetten en koninklijke besluiten worden ondertekend door de Koning;
    • b) ministeriële besluiten worden ondertekend door de ministers bevoegd voor de behandelde aangelegenheid;
    • c) besluiten van staatssecretarissen worden ondertekend door de staatssecretarissen bevoegd voor de behandelde aangelegenheid.

Om te weten welke minister of staatssecretaris bevoegd is voor de behandelde aangelegenheid, raadpleeg de benoemingsbesluiten die hun bevoegdheden vaststellen.

  • Voor de deelgebiedenkunnen uit de verschillende bestaande bepalingen de volgende algemene regels worden afgeleid.
    • a) decreten van de gemeenschappen en gewesten, ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en besluiten van de gemeenschaps- en gewestregeringen worden ondertekend zowel door de ministers bevoegd voor de behandelde aangelegenheid als door de minister die de regering voorzit;
    • b) ministeriële besluiten van de gemeenschappen en gewesten worden ondertekend door de ministers bevoegd voor de behandelde aangelegenheid;
    • c) ontwerpen van ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en besluiten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden ondertekend door de leden van het Verenigd College bevoegd voor de behandelde aangelegenheid ; (127)
    • d) decreten van de Franse Gemeenschapscommissie en besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie worden ondertekend zowel door de leden van het College bevoegd voor de behandelde aangelegenheid als door het lid van het College dat het College voorzit.

Om te weten welke minister of welk lid van het (Verenigd) College bevoegd is voor de behandelde aangelegenheid, raadpleeg de benoemingsbesluiten die hun bevoegdheden vaststellen.

  • Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mogen ordonnanties en besluiten van de regering in beginsel niet worden ondertekend of medeondertekend door de gewestelijke staatssecretarissen, omdat ze geen deel uitmaken van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, zoals blijkt uit de artikelen 34, § 1, tweede lid, en 41, § 2, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen . Steunend op deze bepalingen heeft de Raad van State twee besluiten van de (128) Brusselse Hoofdstedelijke Regering vernietigd, die ondertekend waren door leden van de regering en door een gewestelijke staatssecretaris . (129)

Artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering bepaalt evenwel: “De ontwerpen van ordonnantie en de in de Regering beraadslaagde besluiten worden ondertekend door de Minister en, eventueel, de Staatssecretaris die bevoegd zijn voor de aangelegenheid die het voorwerp uitmaakt van het ontwerp van ordonnantie of van het besluit.”

Gelet op de bewoordingen in de voormelde bijzondere wet en de interpretatie ervan door de Raad van State, rijst de vraag of dit artikel 8 kan worden toegepast zonder gevaar dat het besluit, dat ook ondertekend is door de gewestelijke staatssecretaris, wordt vernietigd of niet wordt toegepast door het bevoegde rechtscollege.

  • Medeondertekening
  • De medeondertekening betreft alleen de akten van de Koning. Overeenkomstig artikel 106 van de Grondwet kan “geen akte van de Koning gevolg hebben, wanneer zij niet medeondertekend is door een minister, die daardoor alleen reeds, ervoor verantwoordelijk wordt” .

Koninklijke besluiten moeten dus worden medeondertekend. Hetzelfde geldt voor wetten, daar deze door de Koning worden bekrachtigd en afgekondigd.

Medeondertekening kan gebeuren door één enkele minister, ongeacht diens bevoegdheden. Voor bepaalde aangelegenheden kan medeondertekening door enkele welbepaalde ministers evenwel bij wet of besluit worden voorgeschreven .

Krachtens artikel 104 van de Grondwet hebben de federale staatssecretarissen, voor de hun toegewezen aangelegenheden, alle bevoegdheden van een minister. Ze kunnen dus koninklijke besluiten medeondertekenen . Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 maart 1972 betreffende de Staatssecretarissen, is, naast deze medeondertekening, evenwel die van de ministers waaraan ze zijn toegevoegd vereist voor:

  • a) koninklijke besluiten waarbij een ontwerp van wet bij de Wetgevende Kamers wordt ingediend;
  • b) bekrachtiging en afkondiging van wetten;
  • c) reglementaire koninklijke besluiten;
  • d) koninklijke besluiten houdende oprichting van een betrekking van de rangen 15 tot 17 in een ministerie of van dezelfde belangrijkheid in een instelling van openbaar nut, of houdende benoeming in een zodanige betrekking.

Lees meer...

Uitvoeringsbepaling koninklijk besluit

  • Omschrijving
  • De uitvoeringsbepaling is het artikel van een koninklijk besluit, van een besluit van de regering of van het college dat de persoon of personen aanwijst, belast met de uitvoering van het besluit.
    • Nut van de uitvoeringsbepaling
      • Uit de uitvoeringsbepaling kan worden opgemaakt welke ministers of leden van het college verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het besluit.
    • Teksten met een uitvoeringsbepaling
      • Alleen in koninklijke besluiten, besluiten van een regering en besluiten van het college staat een uitvoeringsbepaling.

Wetten hebben geen uitvoeringsbepaling daar de Grondwet de Koning belast met de uitvoering ervan. Decreten en ordonnanties hebben er evenmin één, daar de bijzondere wetten, naargelang van het geval, de regering of het college belasten met de uitvoering ervan.

Ministeriële besluiten hebben geen uitvoeringsbepaling, daar de uitvoering ervan deel uitmaakt van bestuurlijke maatregelen van interne orde.

  • Bevoegdheden die voortvloeien uit de uitvoeringsbepaling
  • De uitvoeringsbepaling verleent geen verordeningsbevoegdheid. Ze maakt het alleen mogelijk de bestuurlijke uitvoeringsmaatregelen te nemen die het besluit vereist.

Voorbeelden

  • - het besluit bekendmaken in het Belgisch Staatsblad
  • - de nodige kredieten uittrekken op de begroting om de uitgaven te dragen
  • - de diensten organiseren
  • - eventueel extra personeel in dienst nemen
  • - erop toezien te beschikken over voldoende materiële middelen
  • - circulaires opstellen met instructies betreffende de toepassing van de regelgeving
  • Personen die belast kunnen worden met de uitvoering van een besluit
  • De personen die belast kunnen worden met de uitvoering van een besluit zijn de ministers of de leden van het college die bevoegd zijn om op te treden in de bij dat besluit geregelde aangelegenheid.

Op het tijdstip dat het besluit wordt uitgevaardigd, stemt de vermelding van de personen belast met de uitvoering van een besluit dus overeen met de vermelding van de personen die datzelfde besluit voordragen en medeondertekenen.

  • Aanwijzing van de personen belast met de uitvoering van een besluit
  • De uitvoering van een besluit moet gewaarborgd blijven over de wisseling van ministers en leden van het college heen.

De minister of het lid van het college bevoegd voor de bij het besluit geregelde aangelegenheid moet derhalve op abstracte wijze aangewezen worden, en niet individueel met vermelding van zijn bevoegdheden zoals ze voorkomen in zijn benoemingsbesluit.

Een staatssecretaris mag niet aangewezen worden om koninklijke besluiten uit te voeren, zelfs indien hij ze heeft voorgedragen of medeondertekend. In elke federale regering zit immers niet noodzakelijk een staatssecretaris bevoegd voor de beschouwde aangelegenheid. Alleen de minister wordt dus vermeld, met dien verstande dat de Koning, bij de benoeming van een staatssecretaris, deze kan belasten met de uitvoering van de besluiten waarvoor de minister aan wie hij is toegevoegd, bevoegd is.

  • Voorbeelden
    • a) Schrijf in een koninklijk besluit: “De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.”
    • b) Schrijf in een besluit van een regering: “De minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.”
    • c) Schrijf in een besluit van het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: “De leden van het Verenigd College bevoegd voor de Derde Leeftijd zijn belast met de uitvoering van dit besluit.”.
    • Voor besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering mogen geen gewestelijke staatssecretarissen aangewezen worden, daar deze geen deel uitmaken van de gewestregering . (124)
      • Plaats van de uitvoeringsbepaling
      • Plaats het artikel waarin de personen worden aangewezen die belast worden met de uitvoering van een besluit aan het slot van het dispositief.

Lees meer...

Lot van uitvoeringsbesluiten van een opgeheven wetgevende tekst (p.88)

- Aangaande het lot van uitvoeringsbesluiten van een opgeheven wetgevende tekst kunnen er zich drie mogelijkheden voordoen.

  • Eerste mogelijkheid: de uitvoeringsbesluiten ontlenen geen rechtsgrond aan de nieuwe wetgevende tekst.
    • In dat geval kunnen de uitvoeringsbesluiten van de opgeheven wetgevende tekst niet meer worden toegepast en moet de steller ervan ze uitdrukkelijk opheffen.
    • Om de rechtszekerheid onmiddellijk te waarborgen, hoeft men niet op de steller van de uitvoeringsbesluiten te wachten: de nieuwe wetgevende tekst kan de uitvoeringsbesluiten zelf opheffen samen met de oude wetgevende tekst waarop ze gegrond zijn.

- Tweede mogelijkheid: de uitvoeringsbesluiten ontlenen wel rechtsgrond aan de nieuwe wetgevende tekst.

  • In dat geval hoeft de steller van de besluiten niets te doen: de besluiten kunnen gewoon gehandhaafd worden; ze hoeven niet gewijzigd te worden enkel en alleen om rekening te houden met het feit dat de basiswetgeving gewijzigd is.
  • Derde mogelijkheid: de uitvoeringsbesluiten ontlenen onvoldoende rechtsgrond aan de nieuwe wetgevende tekst, in die zin dat slechts een aantal bepalingen van de besluiten er rechtsgrond aan ontlenen.
  • In dat geval kan in de nieuwe wetgevende tekst worden bepaald dat die besluiten bij wijze van overgangsregeling van kracht blijven. Het is dan wel raadzaam te verduidelijken dat die besluiten van kracht blijven tot ze door de steller ervan worden opgeheven. Zonder beperking in de tijd kan de nieuwe wetgevende tekst immers zo geïnterpreteerd worden dat hij de bestaande besluiten impliciet tot wetgevende teksten maakt, die de uitvoerende macht bijgevolg niet mag wijzigen of opheffen.

- De bestaande besluiten moeten zo snel mogelijk daadwerkelijk worden opgeheven, gelijktijdig met het uitvaardigen van nieuwe uitvoeringsbesluiten.

  • Doel van een bepaling die de inwerkingtreding vaststelt
    • Een bepaling die de inwerkingtreding van een regelgevende tekst vaststelt, geeft aan vanaf welke datum deze tekst verbindend wordt, dit wil zeggen rechtsgevolgen kan hebben die aan de rechtsonderhorigen kunnen worden tegengeworpen: vanaf deze datum kunnen de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de bepalingen van de tekst verbonden worden aan de rechtsfeiten die onder het toepassingsgebied ervan vallen . Concreet gezien is de datum van inwerkingtreding van de tekst dus (113) het tijdstip waarop:
      • a) de betrokkenen de hun opgelegde verplichtingen in acht moeten nemen;
      • b) de betrokkenen de toekenning van de hun verleende rechten kunnen beginnen te eisen;
      • c) de overheden belast met het toezicht op de naleving van de toepassing van de tekst de overtredingen ervan kunnen beginnen vast te stellen;
      • d) de rechtbanken de tekst moeten toepassen op de feiten die onder het toepassingsgebied ervan vallen.
  • Verwar de inwerkingtreding van een tekst niet met het toepassingsgebied ervan in de tijd. Met de inwerkingtreding wordt aangegeven op welk tijdstip de rechtsgevolgen van de tekst zich kunnen voordoen. Met het toepassingsgebied in de tijd, daarentegen, wordt het tijdstip aangegeven waarop de rechtsfeiten waarop de tekst betrekking heeft zich moeten voordoen, opdat de rechtsgevolgen erop van toepassing zouden zijn . (114)
  • Voorbeeld:

Een koninklijk besluit van 1 december 2004, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 december, voorziet in een loonsverhoging met terugwerking tot 1 januari 2004 en bevat een bepaling die als dag van inwerkingtreding van het besluit 1 januari 2005 voorschrijft.

  • In dit geval kunnen de rechtsgevolgen van het koninklijk besluit zich eerst vanaf 1 januari 2005 voordoen, maar op deze datum moet de loonsverhoging inzonderheid worden betaald aan al diegenen die sinds 1 januari 2004 hebben gewerkt en die aldus het recht op een verhoogd loon voor heel het jaar 2004 hebben verkregen.
  • Datum van inwerkingtredingvan een regelgevende tekst die geen bepaling bevat die deze datum vaststelt
    • Wanneer een wetgevende of regelgevende tekst geen bepaling bevat die de inwerkingtreding ervan vaststelt, treedt hij in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad . Dit is de gemeenrechtelijke regel die zowel voor wet- en regelgeving van de federale overheid geldt als voor die van de deelgebieden

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen