Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Criterium van Pareto

Criterium van Pareto = het criterium waarmee we het resultaat van het marktgebeuren beoordelen.

Onder de voorwaarden van VM leidt het vrije marktgebeuren tot een pareto-efficiënt resultaat waarbij er geen paretoverbeteringen meer mogelijk zijn.

De vraagcurve reflecteert de bereidheid tot betalen van de consumenten voor extra eenheden van het goed.

De aanbodcurve geeft de MK van de producenten weer.

Zolang deze niet aan elkaar gelijk zijn, zijn er welvaartsverbeteringen mogelijk die niemand benadelen.

Een maatschappelijke toestand is Pareto-efficiënt als het onmogelijk is een wijziging door te voeren, waarbij de welvaart van ten minste 1 individu toeneemt, zonder dat de welvaart van ten minste 1 ander individu afneemt.

Een marktvorm is Pareto-efficiënt als het onmogelijk is de welvaart van de consumenten (of de producenten) te doen toenemen zonder dat de welvaart van de producenten (of de consumenten) afneemt.

Grafiek:

Zie figuur p 297!!!

De Paretogrens geeft weer hoeveel welvaart een individu maximaal kan verwerven wanneer de welvaart van alle andere individuen is vastgelegd.

De Paretogrens is vergelijkbaar met de productiemogelijkhedencurve.

Alleen gaat het hier om welvaartniveaus van de individuen in de samenleving, en niet over geproduceerde hoeveelheden.

Lees meer...

Averechtse selectie

Op de markt bestaan er goede en slechte producten. Door asymmetrische informatie kan het zijn dat de goede producten van de markt verdwijnen.

De aanwezigheid van slechte goederen beïnvloedt op een negatieve manier de prijs die de kopers voor het goed willen betalen.

Dit kan ertoe leiden dat goederen van betere kwaliteit uit de markt verdrongen worden. Zo neemt de kans op een slecht lot nog toe en wordt de biedprijs verder naar beneden aangepast.

Dit mechanisme drijft op zijn beurt nog meer producten van een iets lagere kwaliteit uit de markt.

Het uiteindelijke resultaat kan zijn dat de markt helemaal verdwijnt.

Vbn.

Auto verkopen

Koper

verkoper

Goed

3000

2700

slecht

2400

2100

Situatie 1:

De koper heeft gebrek aan informatie. De verkoper niet.

Vb. verborgen gebrek (asymmetrische informatie)

De koper gaat ervan uit dat 1/3 van de tweedehandsauto’s goed is en 2/3 slecht.

1/3 . 3000 + 2/3 . 2400 = 2600

De koper wil maximaal 2600 euro betalen dus de goede auto geraakt niet verkocht.

  • Alle goede auto’s verdwijnen van de markt omdat ze niet verkocht raken
  • Er zijn alleen nog slechte auto’s te koop

Oplossing:

Als je een goede auto hebt moet je het gebrek aan informatie van de koper opvullen.

Dit kan door vb 2 jaar garantie te geven. Dan denkt de koper dat 2/3 van de tweedehandsauto’s goed zijn en 1/3 slecht.

2/3 . 3000 + 1/3 . 2400 = 2800

  • Goede auto wordt verkocht
  • Averechtse selectie verdwijnt
  • Gebrek aan informatie wordt opgevuld
  • Asymmetrische informatie wordt kleiner

Andere vbn zie samenvatting!

Lees meer...

Asymmetrische informatie

Er is asymmetrische informatie als een partij meer weet dan de andere. De verkoper en koper beschikken over ongelijke informatie.

Vb. de prijs die de verschillende aanbieders aanrekenen is onbekend voor de consument.

ð De consument zal de laagste prijs moeten zoeken en daarbij loopt hij zoekkosten op.

Vb. een veelvoorkomend geval is dat de kopers de kwaliteit van het gekochte product onvoldoende kunnen inschatten.

ð Er ontstaat averechtse selectie

Asymmetrische informatie is niet gebonden aan een bepaalde marktvorm.

Lees meer...

Optimaal productieniveau

Op KT is het optimaal productieniveau bij MM vergelijkbaar met het optimaal niveau bij de monopolist.

Zie figuur p 278!!!

Op LT ontstaat er steeds een nulresultaat door vrije toe- en uittreding (dit geldt niet voor de monopolist!)

Zie figuur p 279!!!

Lees meer...

monopolistische mededinging

Een marktvorm met veel aanbieders die echter van elkaar verschillen doordat ze bewust streven naar heterogene goederen en dus naar productdifferentiatie.

Monopolistische mededinging heeft kenmerken zowel van VM als van MON.

Monopolie

VM

Marktmacht

Veel aanbieders

Prijszetter

Vrije toe- en uittreding

Marktmacht: iedere aanbieder heet een eigen deelmarkt

Veel aanbieders: er zijn veel aanbieders die een gelijkaardig product op de markt brengen

Zwart: Vmm

Blauw: Vmon

Rood: Vvm

Lees meer...

Productdifferentiatie

Wanneer vergelijkbare producten als verschillend worden ervaren door de vragers, hebben we temaken met productdifferentiatie.

Vb. automarkt

Het is een doelbewuste strategie van producenten om marktmacht te verwerven.

Kan ontstaan door:

- Kwaliteitsverschillen

- Bestaan van merken

- Lokalisatievoordelen

- Dienstverlening gepaard gaande met de verkoop

Grote productdifferentiatie: kleine (zwarte rechte)

Q -> Q1 bij een prijsstijging van p -> p’

Er is veel marktmacht

Ze hebben iets bijzonders van het product gemaakt.

De daling in q is klein want er is een grote productdifferentiatie binnen mercedes.

  • Mensen blijven met mercedes rijden als de prijs stijgt.
  • Mensen zweren bij mercedes

Kleine productdifferentiatie: grote (rode rechte)

Q -> Q2 bij een prijsstijging van p -> p’

Er is weinig marktmacht

De daling in q is groot want er is een kleine productdifferentiatie binnen Fiat.

  • Mensen kopen geen fiat meer als de prijzen stijgen.
  • Vb. mensen willen niet perse een fiat. Ze willen een goedkope auto met minder hoge kwaliteit, ze nemen dus sneller een ander merk vb volkswagen.

V1 v2

Mercedes beschikt over meer marktmacht! Ze kunnen de prijs verhogen zonder dat dit invloed heeft op de vraag.

Lees meer...

Dominante strategieën

De dominante strategie hier is voor allebei bekennen.

= Nash evenwicht

Hierbij wenst geen enkele speler zijn strategie te wijzigen, ongeacht de strategie van de andere speler.

Nash evenwicht is hier niet het optimale resultaat.

Om het optimaal resultaat te bereiken zijn er bindende afspraken nodig zoals bij de maffia.

Er kunnen ook 2 Nash evenwichten zijn, welk dan gekozen wordt hangt af van de machtspositie.

Andere vbn zie cursus

Lees meer...

Spelers, strategieën en resultatenmatrix

De beslissingnemers = de spelers

De mogelijke acties van de spelers= zuivere strategieën

Speltheorie veronderstelt dat iedere speler door eigen belang wordt gedreven en voor zichzelf de best mogelijke uitkomst in het spel nastreeft.

De spelers worden dus verondersteld individualistisch te zijn.

Er is ook een rationaliteitsveronderstelling: de spelers verstaan de spelregels.

De uitkomsten worden weergegeven in een resultatenmatrix.

Het winstniveau hangt voor iedere speler niet alleen af van de eigen strategie, maar ook van de strategieën van de rivalen.

Vb.

Speler 2

bekennen

Ontkennen

Speler 1

Bekennen

8j,8j

1j,10j

Ontkennen

10j,1j

2j,2j

2 individuen hebben een roofoverval gepleegd, daarbij werd geschoten en zijn gewonden gevallen. Ze werden allebei gearresteerd, maar de politie heeft geen sluitende bewijzen. De politie kan alleen bewijzen dat de gebruikte wapens hun eigendom waren.

Ze worden apart gevangen gehouden en apart ondervraagd. Indien ze beide ontkennen krijgen ze allebei 2 jaar voor verboden wapenbezit.

Lees meer...

elementen van de speltheorie

bij oligopolie is het aantal aanbieders in die mate beperkt dat wel rekening moet gehouden worden met de beslissingen van de andere aanbieders.

Ook bij een spel moet je rekening houden met de beslissingen van de andere spelers.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen