Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Brits Oost-Afrika: Kenia, Tanzania, Oeganda

Kenia

- Britse kolonisten beheersten het economische en politieke leven

- Er groeit een onafhankelijkheidsbeweging

  • § Olv Jomo Kenyatta

- GB weigert aanvankelijk de onafhankelijkheid te schenken

  • § Hierop volgt een gewelddadige reactie van de onafhankelijkheidsbeweging

- 1963: Kenia wordt onafhankelijk

  • § 55.000 Europeanen verlaten het land

- 1964: ° Republiek Kenia

  • § Kenyatta wordt president
  • § Autocratisch bewind, oppositie wordt uitgeschakeld
  • § Anti-westers
  • § Pan-Afrikaans
  • § Neutraal @ Koude Oorlog

- 1978: Kenyatta 

  • § Opgevolgd door Daniel arap Moi
  • § Zet hetzelfde bewind verder

- Economische malaise

  • § Internationale leningen weigeren hulp te bieden tot er hervormingen komen

- 2002: Moi treedt af

  • § Oppositieleider neemt macht over
  • § Onrust blijft

Tanzania

- Tanganyika en Zanzibar waren Britse kolonies

- 1961: Tanganyika & Zanzibaronafhankelijk

- 1964: verenigd als Tanzania

  • § Olv Julius Nyerere(president)
  • § Regeert autocratisch
  • § Verenigt verschillende etnische groepen binnen 1 natie
  • § Afrikaans Socialisme (nationaliseert economie)
  • § Kant van de SU en Volksrepubliek China @ Koude Oorlog

- Economisch weinig vooruitgang

- Na 25 jaar heersen wordt hij opgevolgd

  • § Opvolgers denationaliseren de economie
  • § Kleine landbouw tracht men te hersellen

- 1995: Eerste verkiezingen met meerdere partijen gehouden

  • § Benjamin William Mkapaverkozen als president
  • § Stabiliteit blijft behouden
  • § Herverkozen in 2002

Oeganda

- Sinds 1890 een Brits protectoraat

- 1921: eerste stappen naar zelfbestuur

  • § Maar Afrikanen werden pas vanaf 1945 toegestaan
  • § Druk voor onafhankelijkheid Ý

- 1963: ° Republiek Oeganda

  • § Olv Milton Obote (eerste minister)
  • § Koning van Boeganda (= centrale koninkrijk van Oeganda) wordt ceremoniële president

- 1966: Obote dwingt de koning van Boeganda te vluchten

  • § Obote wint aan macht

- 1971: generaal Idi Amin grijpt de macht

  • § Dictatuur
  • § Gewelddadig regime (moord, slachtingen, genociden, martelingen, …)
  • § Economische belangrijke mensen vluchten

 economie Þ

- 1976: Amin roept zichzelf uit tot president voor het leven

- 1979: Valt Tanzania binnen

  • § Leger van Tanzania werpt de dictator omver

- Obote komt terug aan de macht

  • § Ontdoet zich van alle oppositie
  • § Wederom 10.000’en doden en vluchtelingen

- 1986: guerrillaleider (tegen Amin) Yoweri Museveni grijpt de macht

  • § Democratisering Ý
  • § Internationale steun: economische heropleving + bestrijding aids
  • § Politieke klimaat wordt vrijer

- 21ste eeuw: guerrilla oorlogen blijven

Lees meer...

Brits West-Afrika

- GB onderdrukt aanvankelijk nationalistische bewegingen in Sub-Sahara Afrika

- Door economische problematiek en stijgende kracht van nationalistische bewegingen gaan ze toch concessies doen

Goudkust/Ghana

- Goudkust (=Ghana)

  • § Nationalistische beweging olv Kwame Nkrumah
  • § Aanvankelijk onderdrukt en gevangengezet
  • § 1951: vrijgelaten
  • § Verkiezingen: Nkrumah wint overtuigend

 wordt eerste minister

  • § 1957: volledige onafhankelijkheid met dominion-status
  • § 1960: ° Republiek Ghana

 naamsverandering om van imperialistisch geconnoteerde “Goudkust” af te komen

  • § Nkrumah wordt president voor het leven
  • § Regeert autocratisch
  • § Anti-Westers beleid
  • § Legt de basis voor een pan-Afrikaanse beweging
  • § Band met SU en Volksrepubliek China @ Koude Oorlog
  • § Staat controleert de economie (Afrikaans socialisme)
  • § Economische neergang in de jaren 1960
  • § 1966: Militaire coup

 Nkrumah wordt afgezet

 instabiliteit Ý, 10 jaar instabiel

  • § 1979: Jerry John Rawlings neemt de macht over
  • § Tracht Ghana autonoom te maken (autrakisch)
  • § Meer staatscontrole op de economie + leningen van de Wereldbank
  • § Economie herleeft in de jaren 1980’s
  • § 21ste eeuw: Rawlings treedt af
  • § Opgevolgd door John Agyekum Kufuor

 democratisch verkozen

  • § Ghana stabiel

Nigeria

- Grootste Britse kolonie

- Grote etnische verdeeldheid

  • § Hausa en Fulani (Noorden)
  • § Yoruba en Ibo (Zuiden)

- Indirect rule

  • § De etnische groepen hadden eigen politieke en economische systemen in Pre-koloniaal Nigeria
  • § GB bestuurde via de lokale heersers

- Opgeleide Nigerianen eisen de onafhankelijkheid na WOII

- 1960: Nigeria onafhankelijk

- 1963: ° Republiek Nigeria

  • § Olv Nnandi Azikewe (president)

- De noordelijke regio’s hebben echter al snel bijna alle macht

- Nigeriaanse Burgeroorlog (1967 – 1970)

  • § De Ibo’s uit het Zuiden plegen in 1966 een militaire coup
  • § De Hausa (N) plegen echter ook een coup

- 1970: de overheid start een politiek van hereniging na vele doden (vooral Ibo’s)

- 1985: nieuwe militaire coup

- 1993: verkiezingen

  • § Gewonnen door oppositieleider Moshood Abiola
  • § Maar uitslag wordt ongeldig verklaard en Abiola wordt gevangengezet

- Leidt tot protesten

  • § 1999: verkiezingen
  • § Generaal Olusegnu Obasanjo wint
  • § Herstelt het volksbewind (ipv militair bewind)

- 2003: Obasanjo verkozen tot president

- Nog steeds problemen

  • § Etnische conflicten, religieuze conflicten, …

- 1970’s: economie boomt

  • § Door oliereserves

- Nood aan voedselimport

  • § Door droog klimaat en bevolking Ý
Lees meer...

Frans Noord Afrika

- In de jaren 1920’s ontstaan er nationalistische bewegingen in N-Afrika

- 1956: Onafhankelijkheid van Marokko en Tunesië

  • § Waren Franse protectoraten geweest
  • § Sultan wordt koning
  • § Grondwet
  • § Maar koning wint aan macht over de jaren
  • § Wordt een republiek
  • § Habib Bourguiba als president (30 jaar aan de macht)

Marokko

Tunesië

Algerije

  • § Was een volwaardige kolonie van Frankrijk sinds de 19e eeuw
  • § FR beloofde meer politieke toegevingen te doen als Algerije meer westers zou zijn
  • § Tijdens het interbellum enkele veranderingen maar niets spectaculair
  • § Na WOII stijgt de eis voor onafhankelijkheid

 door nationalistische beweging

  • § De Europese inwoners van Algerije willen dit voorkomen

 bang dat ze hun politieke (electorale) en economische privileges zouden verliezen

  • § Eerste oproeren neergeslagen door Franse leger
  • § Maar nationalistische beweging groeit

Front de Libération Nationale (FLN)

- Frans-Algerijnse oorlog

  • § 1954: FLN organiseert een guerrilla oorlog tegen de Fransen
  • § Gesteund door Egypte en andere Arabische staten
  • § In FR: 1958: De Gaulle terug aan de macht
  • § Wil onderhandelen over Algerijnse onafhankelijkheid
  • § 1962: Algerije wordt onafhankelijk

- Algerije na de onafhankelijkheid

  • § FLN bestuurt tot 1992
  • § Partij wordt echter corrupt
  • § Slechte sociale omstandigheden voor de Algerijnse bevolking
  • § Islamitisch Bevrijdingsfront Ý

 extremistische partij

  • § 1991: Islamitisch Bevrijdingsfront wint de eerste verkiezingen
  • § Worden ongeldig verklaard door het FLN
  • § Gewelddadige fase: terreur van Islamitische partij en van het leger (repressie)
  • § 2000: staakt-het-vuren.
Lees meer...

Veranderingen in Latijns Amerika

De koloniale ervaring en de onafhankelijkheidstrijden

- Terug in de tijd: Spaanse en Portugese kolonies  incorporeren van autochtone bevolking

 stimulans om zich te vestigen in de kolonies

- Rijkdom van de economie  naar moederland

- Creolen worden zelfbewust  onafhankelijkheidsstrijd (Bolivar en San Martin)

 Spanje + Portugal: hadden het moeilijk  ten tijde van Napoleon

- Onafhankelijke staten: nog onstabiel  grensconflicten  meer stabliseren

 geen grote oplossingen op sociaal gebied  Creolen: rijkdom combineren met politieke macht

 vorming van een militaire kaste

De gigant van het Noorden

- Economische openstellen  profiteren door VSA en GB

 VSA: speelt politiek een belangrijke rol  Monroe = antwoord op Congres van Wenen

 Metternich doctrine = elkaar steunen tegen volksopstanden

- VSA: blijft aanwezig in Latijns-Amerika

 gaat na WOII nog een aantal keer tussenkomen: in de sfeer van de koude oorlog

 economische motieven  willen stabiliseren van Latijns-Amerikaanse markt  afzetmarkt

Economische groei en zijn problemen

- Na WOII: economie  rekenen op verhoogde landbouwproductie + buitenlands investering

 een grote alliantie vormen voor vooruitgang

- Industrie: onder controle van de regering  inflatie

 financieel gaan ze leningen aan  inflatie

 toename van buitenlandse schuld  grote financiële crisis: hyperinflatie

 verbetering tegen eind jaren ‘80

- Instabiliteit wordt versterkt door Amerikaanse interventie

 vermijden van linkse regimes

Politieke systemen en conflicten in Latijns-Amerikaanse maatschappij

- 20e E: onzekere regimes + repressieve militaire dictaturen, burgeroorlog en sociale revoluties; …

 intenser door de context van koude oorlog

- Cuba: grootste poging tot sociale revolutie

 Baptista als president  staatsgreep door Castro

 doorvoeren van landhervormingen

 wil einde aan economische afhankelijkheid  nationaliseren Amerikaanse

Bedrijven.

 Economische steun verkrijgen van SU  verlies steun: val van SU

- Castro = vaandel drager van anti-imperialistische linkse strijd

 Latijns Amerika: neoliberalisme en een aantal linkse bewegingen

 Naar voorbeeld van het Westen

Lees meer...

De noodzaak van onafhankelijke naties in Zuid-Oost Azië

De unie van Birma (Myanmar)

- Britse kolonie  onafhankelijk erkend na WOII

 Tijdens WOII: invasie van Japan  verzet gaat gebruik maken voor versnellen onafhankelijkheid

 na onafhankelijkheid: 1e minister = vermoord  opgevolgd door U Nu

- U Nu = boedhist + doctrinaire socialist

- Economisch moeilijk  economisch pad naar socialisme = onmogelijk

 gepaard met etnische spanningen

- overname door militair regime  overgaan tot een politiek van isolatie en repressie

- ’91: vrije verkiezingen met democratische partijen

 ongeldig verklaard door militair regime

Maleisië

- De onafhankelijkheid van GB wordt uitgesteld

 wegens grote interne spanningen en een zeer sterke etnische verdeeldheid

 creëren van een Federatie van Maleisië

- Sterke economische groei  ontrekken van status 3e Wereld land

Indonesië

 grootste Moslimstaat + kolonie van NL

 eilandengroep  grote verdeeldheid

- WOII: bezet door Japan  uitbuiten van de Antiwesterse stemming die er heerst

 erna: uitroepen van de onafhankelijkheid

Politionele acties  NL wordt gedwongen tot overgave

- Ontstaan van populistische dictatuur: Sukarno

- Onbewogen land  conferentie van Bandung ( nieuwe staten pleiten neutraliteit in Koude Oorlog)

- Poging tot staatsgreep van de communisten  generaal Zuharto grijpt macht

 Zuharto krijgt steun van het Westen + voeren van een repressief beleid

- Economische bloei maar grote corruptie

 onafhankelijkheid van Oost-Timor

 uitbreken van Financiële crisis  val van Zuharto

 Economie heerst maar geen democratisch bestel

Onafhankelijkheidsbeweging in Frans Indochina

- WOII: Japanse bezetting  zorgt voor grote wil naar autonomie

 Franse staat laat enige autonomie toe

 Niet genoeg: eist volledige onafhankelijkheid  onafhankelijkheidsbeweging olv Ho Chi Min

- Conferentie van Genève  toekennen van onafhankelijkheid

 Verdeling van Vietnam   Noorden: onder Ho Chi Min = communist

 Zuiden: Regime gesteund door het Westen

 Verdeling zou moeten worden opgeheven met het organiseren van Vrije verkiezingen

 Deze worden echter niet georganiseerd  Guerrillabeweging

 situeren in context van de Koude Oorlog

De Amerikanen en de Filippijnen

- Tijdens WOII bezetting door Japan  creëren van een antiwesters klimaat

- Ontstaan van Guerrillabeweging  Marcos als President = dictator

 wordt vermoord  Aquino  herstellen van de democratie en installeren van mensenrechten

 De terugtrekking van de VS

Lees meer...

De noodzaak voor onafhankelijke naties in Zuid-Azië

Het einde van de Britse heerschappij

- India = Brits Indië  Indië = de onafhankelijke staat

 voor WOII al een sterke onafhankelijkheidsbeweging  de congrespartij (Ghandi)

 wil onafhankelijkheid maar sociale revolutie vermijden

- Oprichting van de muslim League  willen onafhankelijkheid maar niet onder de Congresspartij

- Onafhankelijkheidsbeweging wordt versneld door WOII  onafhankelijkheid = onvermijdelijk

 na WOII = einde Britse heerschappij

- Na onafhankelijkheid  ontstaan van etnische conflicten

 burgeroorlog  volksverhuizing (Moslims vnl in Oost en West Pakistan)

- Ontstaan van 2 nieuwe landen: Pakistan en Indië  spanning blijft bestaan: grensconflicten

 3 grote oorlog + beide beschikken over kernwapens

- Indië ook grensconflicten met China

- Binnenland: congrespartij  sociale vooruitstreven + religieuze en etnische verdraagzaamheid

 Ghandi wordt vermoord (door Moslim)  opvolger = Nehru als 1e premier

- Nehru: gematigd sociaal beleid , neutraal land in de Koude Oorlog

Nehru’s opvolger

- Zijn directe opvolger stierf vroeg  opgevolgd door dochter: Indira Ghandi

 beleid gekenmerkt door corruptie

- Indira wordt vermoord door een radicale Shiks

 wordt opgevolgd door haar zijn  weinig effectief beleid

 verlies meerderheid van Congresspartij

- Winnen van Volkspartij  anti-Moslim

 opdrijven van de spanningen met de moslimgemeenschap

- Congresspartij: moet in coalitie  houdt stand tot vandaag

De islamitische republiek van Pakistan

- Afsplitsing van het Oosten = Bangladesh ( burgeroorlog)

 ≠ regimes wisselen elkaar af + GW vervangen door wetten Koran

 militaire coup

 vrije verkiezingen: wordt kandidaat vermoord

 beide zijn zeer arme landen

 tot vandaag steeds gewikkeld in moslim extremisme

Lees meer...

postkoloniale landen in Azië en Latijns Amerika

- Van dekolonisatie naar ontwikkelingslanden

 landen uit koloniaal imperium van de Europese mogendheden

 koloniaal imperium maakt plaats voor nieuwe naties

- Dekolonisatieproces: verrassend snel maar niet geweldloos

 GB: gaat vreedzaam kunnen realiseren

- Globaal: alle nieuwe staten waren vnl multinationale staten  sterke interne tegenstellingen

 gevolg van koloniale grenzen  bepaald door koloniale mogendheden

 eco: afhankelijk van het moederland  geven van grondstoffen

 vaak proces van verarming met eventueel oorlog  betwisting territoria: etnische, religieuse,..

- Landen zijn in zijn geheel ontwikkelingslanden  moeten nog eigen economie ontwikkelen

 economisch nog steeds grote afhankelijkheid

 Bij sommige gelukt: Vnl. Aziatische landen

 sommige kennen echter negatieve groei: geen ‘ontwikkeling’

- De term 3e wereld  1e = kapitalistische; 2e = communistisch blok

 misleidend: heel wat laten behoren tot één van de andere blokken

 beweging van ongebonden landen: vb. India, Joegoslavië

 gaat synoniem worden voor ontwikkelingslanden; vaak gewezen kolonies  niet altijd

Lees meer...

Mao Zedong en de volksrepubliek China

Burgeroorlog

- Reeds strijd Communisten vs Guomindang (nationalisten) vanaf 1927

- 1937: Oorlog tegen Japan verenigt Chinese krachten (Communisten en Guomindang)

- Maar burgeroorlog laait terug op na WOII (nederlaag Japan)

- VSA steunt nationalisten / SU steunt communisten

- 1946 – 1949: burgeroorlog

  • § Guomindang verliest veel grond
  • § Trekt zich terug in Taiwan
  • § 1949: Mao Zedong roept de Volksrepubliek China uit.

Regime van Mao (1949 – 1976)

- Controle op elk beleidsniveau (cf. Stalin – SU)

- Uitschakelen van oppositie (cf. Stalin – SU)

- Verklaart de oorlog aan rijke boeren (cf. Stalin – SU)

  • § Chinese platteland wordt manu militari genationaliseerd

- Wil modernisering en industrialiseren (cf. Stalin – SU)

  • § 1953: “5-jarenplan”
  • § Nadruk op zware industrie

- “De grote sprong voorwaarts

  • § 1957
  • § Industrie en landbouw snel transformeren
  • § ° “Industriële” landbouwcollectieven

 landbouw mechaniseren

 rurale industrie oprichten

  • § Men moest graan en rijst planten

 maakt niet uit waar, vruchtbare gronden of niet, quantiteit

  • § Rampzalige gevolgen

 protest van boeren, misoogsten

 gigantische hongersnood: 30 miljoen doden

  • § Land bleef gecollectiviseerd, maar andere aspecten van het plan afgeschaft

- Industriële sector Ý

  • § Grote bloei

- Sociale maatregelen

  • § Gezondheidszorg Ý
  • § Alfabetisme Ý
  • § Rechten voor vrouwen Ý

- Dus: forceren van een snelle, grote modernisering ten koste van vele levens (cf. Stalin – SU)

- 1966: “Culturele Revolutie

  • § Uitgeroepen door Mao
  • § Alle oppositoire ideeën worden verbannen
  • § “Zuivering” van partijleden, intellectuelen , leerkrachten, studenten, …
  • § Economie en educatie crashen
  • § Fanatieke bendes VS Mao-regime
  • § Sterke repressie door het leger

- 1971: Mao trekt zich relatief terug

  • § Marjonet, premier Zhou Enlai krijgt de facto de macht

- Beiden sterven in 1976

- Machtsstrijd

  • § Deng Xiaoping komt aan de macht

Buitenlandse politiek van Mao

- SU steunt Mao tijdens de burgeroorlog (1946 – 1949)

- SU steunt communistisch regime in 1950’s

  • § Militair, financieel, technologisch

- Koreaanse oorlog brengt SU en China dichter bij elkaar

  • § Voedt Westerse perceptie van een wereldwijde communistische beweging

- 1950: China bezet Tibet

  • § Dalai Lama wordt afgezet

- 1962: China in conflict met India

  • § Ivm grenzen

- Grensconflicten met de SU

- 1960’s: SU en China strijden om ideologische leiding

- Band met de VSA

  • § Waren in oorlog geweest @ Koreaanse oorlog (VN-troepen waren vooral VSA-troepen)
  • § VSA weigert de Volksrepubliek China op te nemen in de VN

 de Guomindang in Taiwan zetelde in de plaats

  • § 1971: VSA stelt zijn houding bij

 ontmoeting Nixon – Mao

 Volksrepubliek China krijgt de zetel in de VN (ipv Guomindang)

Lees meer...

De communistische wereld: De Sovjet Unie en Oost-Europa

Herhaling

- Veel deportaties naar Siberië na WOII

- Baltische staten geannexeerd tijdens WOII

- Alles is goed om de terreur te legitimeren

Stalinisme na WOII

- Etnische “zuiveringen”

  • § Massale deportaties naar Siberië

- Macht van het Volkscommissariaat voor Interne Zaken Ý (NKVD , later KGB)

  • § Geheime politieke politie

- Alles wat afweek van Stalin’s visie werd verworpen

- Antisemitisme (officieel antizionisme)

Khrushchev: poging tot reformatie

- Na  Stalin komt er een machtsstrijd

  • § De communistische partij wil niet dat 1 persoon nog alle macht heeft
  • § Toch komt Khrushchev als leider naar voren

- Hervormingen

  • § Culturele en intellectuele vrijheid Ý
  • § Macht NKVD Þ
  • § Destalinisering

 hernoemen van steden die naar hem genoemd waren (oa Stalingrad -> Volgograd)

 standbeeld van Stalin wordt verwijderd

  • § Economische decentralisatie

 ° regionale economische raden

  • § Extensivering van de landbouw

 MISLUKT!

 onvruchtbare gronden

- Buitenlandse politiek

  • § Probeert banden met het westen te verbeteren
  • § Lukt niet door Cuba-crisis (cf. infra)

- DUS fail door:

  • § Mislukken extensivering landbouw
  • § Roekeloosheid
  • § Terugtrekking uit de Cuba-crisis
  • § Pogingen tot interne hervorming van de communistische partij

- Brezhnev volgt hem op

Ondertussen

- SU bezit kernwapen

- 1958: SU lanceert Spoetnik 1 (satelliet)

- Economie was in bloei

  • § Focus op militaire en zware industrie

Oost-Europa

- Baltische staten (Estland, Letland, Litouwen)

  • § In 1940 door SU geïncorporeerd als Sovjets

- Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Tsjecho-slowakije

  • § Blijven formeel onafhankelijk, maar de facto vazalstaten
  • § Op het einde van de oorlog onder invloedssfeer van de SU gekomen

- DDR (Oost-Duitsland)

  • § Communistische satellietstaat van de SU

- Joegoslavië en Albanië

  • § Communistisch, maar los van de SU

- Finland = uitzondering

  • § Neutrale staat

- Oostenrijk

  • § Onafhankelijk in 1955
  • § Neutrale staat
  • § Bezet door de 4 geallieerden in 4 invloedszones

Consolidatie van het communisme

- Elke vorm van tegenstand werd als (neo-)nazistisch en collaboratie gezien

- Nationalisatie van de economie

  • § Definitieve doodsteek voor de grootgrondbezitters

- Extensivering van de landbouw

- Collectivisering van de landbouw (niet overal)

- Industrie Ý

  • § Sterke focus op de zware industrie
  • § Sterk in het voordeel van de SU

- Militair akkoord: Warshaupact

  • § Tegenhanger van de NAVO
  • § Bondgenootschap: SU, Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije & Tsjecho-slowakije

- Joegoslavië bleef onafhankelijk van de SU!

  • § Olv Marshal Tito

Repressie in Oost-Duitsland, Polen en Hongarije (1953 – 1956)

-  Stalin in 1953

  • § Satellietstaten hopen op meer vrijheid
  • § Khrushchev komt aan de macht in de SU

- Khrushchev beweert meer “richting socialisme” te gaan

  • § Poging om Tito (Joegoslavië) voor zich te winnen

- Vele Oost-Europese landen dachten dat er meer vrijheid zou komen

- DDR: opstand in Oost-Berlijn snel neergeslagen

- Polen

  • § 1956: opstand geleid door communistische leiders zelf
  • § Tegen de SU
  • § Voor onafhankelijkheid en meer vrijheid
  • § Olv Wladyslaw Gomulka
  • § Politieke controle Þ
  • § Economische controle Þ
  • § Collectivisering Þ
  • § Relaties met de kerk hersteld
  • § Band met Moskou Þ
  • § Gomulka-regime blijft tot 1970 aan de macht in Polen

 steeds meer repressie

- Hongarije

  • § 1956: Opstand tegen de SU
  • § Olv Imre Nagy
  • § Pro reformaties
  • § Vrijlating politieke gevangenen
  • § SU reageert hard: repressie

 Nagy wordt vervangen door SU-minded Jánós Kádar

 manu militari herstelling van de macht van de SU

 vele doden en migraties

  • § Het Westen heeft hier niet ingegrepen!
  • § Toont aan dat men elkaars invloedszones respecteerde
Lees meer...

Veranderingen in de mondiale economie

Bretton Woods (1944)

- Doel:

  • § Vrijhandel verzekeren
  • § Stabiliteit van munten verzekeren

- 1948: GATT-akkoord

  • § Basis voor de naoorlogse globale economie
  • § Barrières Þ
  • § Later World Trade Organisation (WTO)

- Wereldeconomie

  • § Centrum: VSA, W-Europa, Japan
  • § Geïntegreerd: Latijns-Amerika, Azië, Midden-Oosten, Australië, Afrika
  • § Niet: SU, Oost-Europa

Goud-Dollar standaard

- Goudstandaard (gelinkt met Pound Sterling) was afgeschaft tijdens het interbellum

- 1958: °Goud-Dollar standaard

  • § Moeilijke totstandkoming
  • § Bepaalde hoeveelheid goud wordt gelijkgesteld aan de dollar
  • § Zorgt voor muntstabiliteit
  • §  1971 (door onstabiliteit van de dollar tijdens de Vietnam oorlog)

 vervangen door een systeem van wisselkoersen

- 1945: ° Internationaal Monetair Fonds (IMF)

  • § Korte termijn: leningen aan overheden om muntdevaluaties te voorkomen

- 1945: ° Wereldbank

  • § Lange termijn: leningen voor economische ontwikkeling

Van een Europese markt naar een Europese Gemeenschap

- 1949: ° Raad van Europa

  • § Oorspronkelijk doel: wetgevend orgaan voor Europa
  • § Later doel: Vrede garanderen
  • § Werd nooit een belangrijk politiek lichaam
  • § ° Verdrag van de rechten van de mens

 leidt tot ° Europese Hof voor de Bescherming van de Mensenrechten

- 1948: °Benelux

  • § Douane-unie

- 1952: ° Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

  • § Frankrijk, Bondsrepubliek Duitsland, Italië, België, Nederland, Luxemburg
  • § Supranationaal orgaan voor kolen- en staalindustrie
  • § Opgericht door Monnet (Frankrijk)

- 1957: Verdrag van Rome

  • § Frankrijk, Bondsrepubliek Duitsland, Italië, België, Nederland, Luxemburg
  • § ° Europese Economische Gemeenschap (EEG)

 economische unie, vrijhandel zonder handelsgrenzen

  • § ° Euratom

 non-militair nucleair onderzoek gebundeld

- 1967: ° Europese Gemeenschap (evolutie van EEG)

  • § ° Europese Commissie en Europees Parlement
  • § Leden per politieke fractie (niet per land)
  • § Maar finale beslissingen blijven bij de raad van ministers (vetorecht)

- GB wil in 1963 toetreden

  • § De Gaulle gebruikt zijn veto
  • § 1969: nu pas kan GB toetreden (na aftreden De Gaulle)

Vervolg:

- 1992: Verdrag van Maastricht

  • § ° Europese Unie
  • § EEG, Euratom, EGKS vormen nu Europese Unie

- 1999: Invoering Euro

- Geografische uitbreiding na het vallen van het Ijzeren Gordijn

- Vandaag:

  • § 27 landen
  • § Belangrijkste economie in de wereld

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen