= vorm van kenniswerving die ontstaat wanneer men geen vrede neemt met de mythische, magische of dogmatische aanpak; wanneer men de eis van betrouwbaarheid stelt en dus kritisch wordt
Ontstaan in Griekenland (6de eeuw BC)
Thales van Milete = eerste wiskundige
= eerste wijsgeer
verschil met mythische en dogmatische benadering = overtuiging dat:
- deze situatie niet bevredigend was
- discussie en controle nodig was
- de definitiemethodes moesten verbeterd worden
a)factische / speculatieve vraag naar de aard van de werkelijkheid
b) ethisch – politieke vraag naar het reguleren van het menselijk handelen
c) epistemologische / theoretische vraag: kunnen we de twee vorige vragen beantwoorden? Kunnen we betrouwbaren kennis verwerven, en zo ja, hoe?
- Benaderingswijze van de wijsbegeerte
= streven naar rationaliteit / rationeel denken
Enge zin van het woord
= denken waarbij men door een onophoudelijke interactie tussen nauwkeurig geformuleerde theorieën en onbetwijfelbaar vastgestelde empirische feiten, tot betrouwbare kennis komt
Brede, wijsgerige, zin van het woord
= rationele benadering gekenmerkt door de eis om betrouwbare antwoorden te zoeken op alle vragen streven naar zo groot mogelijke helderheid in de begrippen en uitspraken
- Irrationeel en a – rationeel
Irrationeel
= ideeën naar voor brengen die of interne contradicties bevatten, of manifest in strijd zijn met de alledaagse ervaring of algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten afwijzen
A – rationeel
= leerstellingen die niet voor rationele of wetenschappelijke argumentatie vatbaar zijn, maar die evenmin duidelijk in strijd zijn met de logica of de wetenschappelijke gegevens (cf. relatie mens – God)
Niet duidelijk wat men als aanvaardbaar bewijs mag beschouwen als men het niveau van wetenschappelijkheid niet kan bereiken
verschillende opvattingen over wat een behoorlijke argumentatie is:
- Probleem van de mededeelbaarheid (hoe exact moet de filosofische taal zijn?
- Probleem van eenheid en coherentie (moet er een eenheidstheorie zijn?)
- Probleem van empirische verificatie (is empirische controle mogelijk?)
eisen van bewijsvoering
Strenger maken = minder vragen kunnen beantwoorden
Soepeler maken = betrouwbaarheid van de antwoorden daalt
het is aangewezen voor strenge eisen te kiezen (en dus antwoorden schuldig te blijven): zolang men niet in extremen vervalt is alles in orde
algemene methodologische vuistregel
Buitengewone beweringen hebben steeds nood aan buitengewone bewijzen, willen ze aanvaardbaar zijn voor de kritisch denkende mensen