Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Sociologie als wetenschap van het sociale handelen.

Sociologie is een wetenschap die
a) sociaal handelen (OBJECT)
b) interpreterend begrijpen wil en daardoor zijn verloop en gevolgen (HOE?)
c) oorzakelijk wil verklaren (DOEL)

1.1. Types handelen
- Gewoonte = traditioneel handelen

-> zo weinig beredeneerd dat het nauwelijks handelen is, zonder nadenken, wordt overgenomen omdat ze zo aangeleerd worden. vb: ’s ochtends eerst linkse sok aandoen

- Emotioneel (affectief) handelen: iets rationeler dan gewoonte.
vb: iemand pesten -> die wordt boos -> gepeste vermoordt pestkop
-> we begrijpen dit tot op zekere hoogte

- Waarderationeel handelen: handelen vanuit het geloof in de intrinsieke waarde van dit handelen vb. handelen uit plicht, religieuze of morele overtuiging.
→Eenmaal men de waarde kent die aan de basis van iemands handelen ligt, kan men daaruit gemakkelijk de handelingsconsequenties afleiden en begrijpen.

Waarde = streefdoel, maatstaf. Je weet waarom je het doet. Je handelt onafgezien vd gevolgen.
vb. waarde: eerlijkheid -> misschien soms kwetsen, je let dus niet op de gevolgen.
vb. moslim: x-aantal keer bidden per dag, wassen, …
-> we begrijpen waarom ze dat belangrijk vinden.

- Doelrationeel handelen: handelen gericht op weloverwogen eigen doeleinden, waarbij de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet.
→Kan begrepen worden zonder dat men zich ‘inleeft’ in de handelende.
-> welke middelen/beperkingen? Je kunt het tot op zekere hoogte berekenen.

‘rationeel’ verstehen (=Doelrationeel en waarderationeel verstehen): we begrijpen de handeling qua motivering; als we het doel of de waarde kennen, kennen we datgene wat de handelende beweegt (motiveert).
‘erklärend’ verstehen: Niet enkel begrijpen wat er gebeurt, maar ook de afloop ervan kunnen voorspellen. We begrijpen handelingen pas ‘erklärend’ als we het doel of de waarde kennen. Verklarend begrijpen komt dus neer op het in een ruimere zinssamenhang plaatsen van actueel begrijpelijk handelen. ‘Waarom doet iemand iets’?

Weber: in onze samenleving dominantie van doelrationeel handelen want meest efficiënt, meest rationeel, andere types zijn minder rationeel.

Vb: studenten doen alles in functie van CV. Staat dat goed op CV? Dan doen ze het, anders niet.
We gaan eigen ervaringen omzetten in wat we ermee knn doen. Kan je ook zien als beperking v. vrijheid, ondanks we denken dat we vrij zijn aangezien we rationeel bezig zijn.

Lees meer...

Intellectuele invloeden

1. Kant – neonkantianisme en methodenstreit
-> Heeft Weber geleerd om te zien wat wetenschap is

Kant: KENNIS is het gevolg van ZINTUIGEN en toevoeging van DENKVORMEN
bvb tijd en ruimte, zit in onze geest
Dus: we kennen de echte feiten niet!

Weber brengt orde in de chaos d.m.v. begrippen, .. we gaan ideaaltypes maken
Dus: wij construeren kennis!

Methodenstreit: Is het mogelijk om vanuit wetenschappelijke bevindingen politieke conclusies af te leiden? W: Wetenschap en politiek zijn 2 verschillende dingen.
M: Wetenschap leidt tot politiek inzicht dat er een revolutie moest komen, af en toe duikt die strijd op.

2. Marx
-> Weber staat positief tegenover M!
- economie is belangrijk!
- materiële belangen zijn belangrijk, MAAR Weber zegt: ook irreële belangen! Niet alle idealen zijn afgeleid van materiële belangen.

3. Nietzsche
-> Waarom doe je iets? Wat wil je?
Leven is strijden, pijn lijden, enz…

Leven bestaat uit tegenstellingen, je moet kiezen! Hij projecteert dit op het gehele leven.
Belang van motivatie (waarden) . Hij wil dat je alles weggooit, vernietigt om enkel te doen wat je ZELF wilt! Je maakt je eigen waarden? Andere waarden vernietigen om eigen waarden aan te nemen.
W: Waarderationaliteit.

1. Studies

Historische studies
Zur Geschichte der Handelsgesellschaften -> Hoe verklaar je de ondergang vh romeinse rijk? Verbanden economie en politiek

Die Sozialen Gründe des Untergangs der Antiken Kultur -> Hoe komt het dat de Romeinse cltuur is neergestort? Later: over de opkomst van de westerse cultuur.

Die Stadt

Sociaal-economische studies: landbouw, beurs, industrie, …

Godsdienstsociologische studies
Godsdienst is belangrijk! 1500: W-Europa achterlijk broertje van China. Hoe komt het dat dit plots veranderd is? Technologie, economie, politiek, …

Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus -> verband economie en godsdienst

Wintschaft und gesellschaft
= economie en maatschappij
= verzameling van alles: alg. sociologie, sociologie vh recht, enz.. (postuum uitgegeven, niet af)

Gesammulte

Politik als Beuf: wat is wetenschap beoefenen?

DUS: zeer verschillende werken

Lees meer...

Webers leven

- Verhouding vader
(typisch 2de helft 19de E, Duitsland)
-> Conflicten -> Na één vd conflicten, vader gestorven -> Weber zenuwspanningen -> op achtergrond voor enkele jaren (‘half ziek’)

- Zenuwziekte

- Invloed van intellectuele aard
-> Marianne (zijn vrouw) in het salon met politieke geleerden

- Zeer gevoelig voor vrijheid individu -> Weber ziet onze samenleving als een geheel die ons individueel leven aan banden legt ó Marx over bourgeoisie

- Marianne: vrouw van Weber

Lees meer...

Weber en Marx vergelijking

Vergelijking Marx ↔ Weber

19de E: Weber hield zich niet bezig met Marx
20e E: Weber hield zich grondiger bezig met Marx
-> Houdt er rekening mee en geeft kritiek.

Gelijkenissen:
- Belang economie
- Denken op LT
- Hoe is het mogelijk dat het kapitalisme gekomen is in Europa?
-> gelijkaardig aan Marx, maar W beantwoordt deze vanuit andere invalshoek.

Verschillen:
- Weber gelooft niet in onder- en bovenbouw en vindt het belachelijk dat ieder idee onder te brengen valt tot iets economisch.
- M: godsdienst is afgeleid v onderbouw (=economie)
W: godsdienst is belangrijk, cultureel klimaat binnen kapitalisme
- W: neemt kennis erg serieus
- Politiek: M: socialist, grondlegger communisme
W: liberaal, bourgeoisie: hij verdedigt bourgeoisie, nadruk op individu

Betekenis van Webers werk: oeuvre is ontzaggelijk: arbeid, urbanisatie, muziek, politiek, enz…

Lees meer...

Marx’ geschiedenisopvatting Historisch/ dialectisch materialisme

Mensen creëren hun eigen geschiedenis. Wij creëren de sociale situatie en houden deze zelf in stand. We maken hem niet van scratch zelf, want er gelden wel historische voorwaarden zoals geslacht, klimaat en sociale klasse. Je kan het verleden ook niet veranderen. De geschiedenis is een sjaal: je breidt steeds voort op wat je hebt.

Niet het bewustzijn bepaalt ons zijn, maar het zijn bepaalt ons bewustzijn volgens Marx. Onze levensomstandigheden bepalen onze denkwijze. Denken is dus niet volledig vrij.

Onderbouw en bovenbouw. Wat is ‘zijn’? Volgens Marx waren dit de arbeidsvoorwaarden. Dus:
Zijn -> bepaalt bewustzijn
arbeidsvoorwaarden -> bepalen ons denken
onderbouw -> bepaalt de bovenbouw

De onderbouw bestaat uit de productieverhoudingen en de productiekrachten. De productiekrachten zijn de middelen die we bezitten om iets te maken, vb. een pijl en boog of de kennis om een vuur te kunnen maken. De productieverhouding zijn de verhoudingen tussen mensen die bepalen wie de productiekrachten bezitten -> eigendomsverhouding.

De economie bestaat uit zowel de productiekrachten als de productieverhoudingen. Er verandert niets in een maatschappij wanneer de onderbouw niet verandert.

De bovenbouw is afgeleid van de onderbouw en bestaat uit bewustzijnsvormen zoals kunst, recht, politiek,… Het is het bewustzijn van de maatschappij. De weerspiegeling van de economische situatie.

Lees meer...

Dialectiek

Dialectiek is een dialoog. Door de reactie van een ander denk je opnieuw. Je denkt dankzij de ander.
Hegel: dialectiek zit in de dingen zelf -> in de kop zit het ei en het ei zit in de kip. Je confronteert iets met wat het niet is en daardoor ontstaat het zijn.
vb. zijn – niet zijn – worden -> het zijn neemt het niet zijn in zich op en daardoor wordt het iets dat het is én niet is: het worden.
vb. natuur – mens – cultuur -> de mens is vervreemd van de natuur en wordt cultuur.
Álles is betrokken in een dialectiek.
Marx: Dialectiek speelt zich niet af in de geest, maar in de materie.( Bij Hegel juist niet in de materie maar in de geest). Hij heeft verder wel een soortgelijke redenering als Hegel.
vb. privaateigendom – proletariaat – revolutie -> Het kenmerk van het kapitalisme is het privaateigendom. Daartegenover staat het proletariaat: degenen die niets dan het vermogen om kinderen te krijgen, bezitten. En zelfs kinderen krijgen is een vorm van arbeid want je maakt kleine arbeidertjes. Deze tegenstelling leidt tot een revolutie: de klasseloze maatschappij.

Lees meer...

Marx’ antropologie

Marx sluit zich aan bij Feuerbach maar geeft ook veel kritiek op hem. Feuerbach hecht teveel belang aan ideeën, alsof de mens op zichzelf bestaat en zichzelf kan uitvinden. Marx zegt echter: “Het menselijk wezen is geen in de afzonderlijke individuen wonend abstractum. In zijn werkelijkheid is het ’t geheel van de maatschappelijke verhoudingen.” De menselijke verhoudingen maken dus een mens. Je kunt dus niet vertrekken van de mens als individu. Met maatschappelijke verhoudingen bedoelde Marx voornamelijk economische verhoudingen (eigendomsverhoudingen). Een mens denkt vanuit de sociale klasse waartoe hij behoort. Vb. een proletariër denkt als een proletariër.

Het concept van zelfvervreemding komt vooral in zijn vroege geschriften voor.
Hegel zegt: als je wilt weten wie je bent, moet je ook weten wie je niet bent. (Fichte: ik kan maar ‘ik’ zijn indien ik tegenover een ‘niet- ik’ staat. De niet –ik is de wereld). Bij vervreemding sta je dus tegenover iets dat je niet bent, je vindt iets vreemd. Vb. je bent geen tafel, geen stoel, ….
De geest moet dus geconfronteerd worden met zijn tegendeel -> zonder vervreemding is er geen denken mogelijk. Mensen weten vb. na een wereldreis wat ze allemaal niet zijn, en weten daardoor ook wat ze wél zijn.
Marx zegt echter: vervreemding vind je vooral in het arbeidsproces. Je maakt dingen die niet van jou zijn, ze worden van je afgepakt. Vb. je haalt het ei onder de kip vandaan en vervreemdt daardoor de kop van zijn ei. Je vervreemd je dus van je product maar ook van je collega’s en zelfs van jezelf, want je arbeid is eigenlijk een koopwaar. Dit gebeurt volgens Marx in een kapitalistische economie.

Lees meer...

Marx’ benadering

Marx noemde zichzelf geen socioloog en distantieerde zich van Comte. Is hij echter een socioloog? Ja. Hij noemde zichzelf echter een filosoof, maar ook tegen de filosofie had hij wel kritieken. Hij was vooral voor de praxis: denken en handelen moeten samengaan (want anders gaat het fout). Hij ziet de mens als een arbeidend wezen en door te arbeiden kan de mens zichzelf groter maken. Hij gaf een lofzang op arbeid en productiviteit. Meer is altijd beter -> de crisis van 1930 heeft hij dan ook nooit voorspeld. Alles draait bij hem om productiviteit en hij neemt een achteloze houding aan tegenover natuur en ecologie. (In de Sovjet Unie namen ze deze houding van Marx over en is er dan ook veel natuur verwoest om meer te kunnen produceren).

Hij heeft zijn eigen opvatting over het kapitalisme. Het kapitalisme zal instorten want het is een zelfvernietigend systeem. Marx heeft wel een economisch systeem in zijn werken, maar niet een systeem zoals we dat op het unief gedoceerd krijgen.

Hij heeft zijn eigen visie op alle disciplines, zoals economie, geschiedenis, filosofie, … Hij noemt de ‘oude’ disciplines slecht want zij zouden burgerlijk zijn.

Lees meer...

De werken van Marx

Thesen over Feuerbach. Feuerbach zei dat religie een vorm van zelfvervreemding is. Door een god te creëren maakt de mens zichzelf klein. Hij projecteert op deze god alle eigenschappen die hij zelf graag zou willen hebben. Feuerbach doet alles op het denkniveau. Volgens Marx zijn de sociale omstandigheden, de reële sociale verhoudingen echter veel belangrijker dan het denkniveau.

Communistisch Manifest. 1848. Dit is geschreven voor de partij waarin hij zetelde. Het was enerzijds een ode aan de bourgeoisie, dat het zo geweldig is wat ze hadden bereikt in het verleden. Anderzijds wordt er veel kritiek op hen geleverd, want ze remmen de ontwikkeling nu juist af. Er is een nieuwe revolutie nodig om de bourgeoisie af te zetten -> ‘’ proletariërs alle landen, verenigt u’’.

Zur kritik der politischen ökonomie. 1859. In de inleiding van dit werk geeft hij op 1 blad zijn visie op de geschiedenis weer.

Das Kapital. 1867. Bestaat uit 3 delen. Het eerste deel is door Marx zelf uitgegeven, de laatste twee zijn gecompileerd door Engels.

Verder heeft hij de statuten v/d internationale arbeidersassociatie geschreven en bestrijdt hij Proudhon en Bakoenin.

Marx was een beoefenaar van het wetenschappelijk socialisme. Hij zag socialisme als de noodgedwongen redden v/h kapitalisme. Hij wilde echter op een wetenschappelijke wijze bewijzen dat het kapitalisme aan zijn eigen tegenstrijdigheid ten onder zou gaan.

Ook dacht Marx dat hij de toekomst kon voorspellen, niet de details maar de grote lijnen -> messianistisch. Miljoenen mensen zagen een soort Messias in hem. Er zijn miljoenen mensen gedood door leiders die dachten dat zij de Marxistische voorspelde revolutie aan het leiden waren. Vb. communisme. Marx sprak zichzelf vrij van dit soort beschuldigingen door te zeggen: ‘’ als dát Marxisme is, ben ik geen marxist’’. Hij sprak zichzelf vrij van de interpretaties die andere mensen van het marxisme hadden.

Hij blijft redelijk actueel doordat zijn werk veel stof tot nadenken bevat.

Lees meer...

Het leven van Marx (1818-1883)

Hij was van Duits-Joodse afkomst en kwam uit een (verlichte) rabbijnenfamilie -> minder orthodox dan bij Durkheim. Hij heeft geschiedenis en filosofie gestudeerd.

Als student was hij een links- Hegeliaans. Er zijn 2 interpretaties van Hegel.
1. Rechts-Hegeliaans: Zij stonden voor het establishment van Hegel. Pruisen was in die tijd de perfecte staatsvorm, kon niet verder worden ontwikkeld. Hier zag men Hegel als de verdediger van het status quo, het conservatisme.
2. Links-Hegeliaans: De wereld was in een voortdurend doorgaande ontwikkeling. Niets staat stil en veranderingen vinden plaats door een omwenteling. Dus waarom zou dan vandaag geschiedenis eindigen (zoals Pruisen bij rechts- Hegeliaans)? Dus met Hegel samen tégen Hegel indenken. Hegel werd op revolutionaire wijze gelezen. Er moest een revolutie komen. Deze stroming heeft verder meer aandacht voor de sociale klassen dan Hegel zelf had.

Na zijn studie is hij gaan werken als journalist. Hij spaarde niemand en ging tegen iedereen in, ook tegen de overheid. Door dit gedrag moest hij uitwijken naar Parijs waar in 1848 een revolutie uitbrak, welke mislukte. Hegel is naar Brussel doorgereisd en van daaruit naar Londen waar hij vooral in de British Library te vinden was. In Parijs ontmoette hij Friedrich Engels, een kapitalist. Engels was een fabriekseigenaar en verzamelde allerhande informatie over de sociale klasse. Engels en Marx hebben veel samen gewerkt.

Na de journalistiek ging hij de filosofie in. Het was een zeer invloedrijk man. Hij heeft voor revolutie gezorgd op verschillende continenten gezorgd en miljoenen mensen hebben naar zijn wil geleefd.

Marx leidde een armoedig bestaan en moest vaak verhuizen. Hij is in armoede gestorven.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen