Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Op de automatische piloot: denken zonder inspanning

Automatisch denken = denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning geschiedt. Bv. Je ontmoet een nieuwe persoon, onbewust ga je nadenken of dat je die persoon nu leuk vindt of niet op basis van hetgene je juist via het gesprek te weten bent gekomen

Wij, de mens, kan als “superieure soort” op automatische wijze met complexe feiten omgaan, we kunnen snel conclusies trekken.

De wereld is zeer complex: het is moeilijk om artificiële intelligentie te doen slagen.
Artificiële intelligentie = ervaringen worden opgenomen in ons automatisch geheugen. Als je weinig beschikbare energie hebt, moet je investeren in moeilijke taken waar je geen automatische reactie op hebt (= moeilijkheid van het te doen slagen)

De mens structureert die complexe wereld op basis van ervaringen uit het verleden, daardoor wordt zelfs een nieuwe situatie snel voorspelbaar.

Lees meer...

Sociale cognitie

Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld. Hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te nemen.

Twee vormen/types van sociale cognitie:

1) Automatische processen: niet bewuste processen

= hoe iemand reageert wanneer heel snel een oordeel of beslissing nodig is (bv. Noodgeval)

= hoe iemand reageert wanneer er weinig bewuwste aandacht naar de beslissing gaat (keuze die je op automatische piloot neemt)

2) Deliberatieve, gecontroleerde processen

= beslissingen en oordelen waarbij we de sociale informatie bewust wikken en wegen, beïnvloedend voor welk gedrag we uiteindelijk stellen

  • De twee vormen gaan vaak goed samen
Lees meer...

Onderzoek Ross & Samuels

  • Deelnemers worden selectief gekozen op basis van oordeel van kennissen: competitieven versus coöperatieven (= Onafhankelijke Variabele 1)

Indeling in groepen op basis van wat andere mensen van ze denken

  • De deelnemers moeten een samenwerkingsspel spelen:

De regels van het spel zijn hetzelfde, enkel verschillende normen

De ene helft speelt “Wall street game”, de andere helft “Community game”

Verschil in namen= Onafhankelijke variabele 2

  • Je kan gaan voor het eigen maximale profijt of om samen alles te winnen
  • Hoe competitief speelt iemand? = Afhankelijke variabele
  • Voorspellingen:

Kennissen: eigen inborst speelt een rol (comperatief of competitief)  zelfde in de twee spelen

Situationeel element: Persoonlijkheid van de kennissen is belangrijk want mensen hebben dat geleerd door de persoonlijkheid te observeren. De vrienden hebben de deelnemers een comperatief of competitieve eigenschap aangemeten vanuit hun ervaring in een specifieke situatie. Bv. Die persoon speelt veel sport, hij is competitief, die persoon zet zich in voor het goede doel, hij is comperatief.

  • Duidelijke verschil: de naam van het spel

De naam van het spel roept allerlei associaties op:

Wall street: competitief interpreteren

Community: comperatief interpreteren

  • Los van de persoonlijkheid die hun eigen vrienden hen toelichten
  • De deelnemers werden sociaal beïnvloed:
    • Naam van het spel (via eerdere processen geassocieerd met cognities over hoe zo’n sociale situatie (wall street vs community) werkt.
    • Vanuit de cognities: veranderde perceptie van de eigen functie en die van de medespeler (cf. impliciete sociale rollen)
    • Resulteert in een verschil in observeerbaar gedrag
    • Dat verschil interpreteren we zo spaarzaam mogelijk naar onobserveerbare theoretische concepten.
  • Fundamentele attributiefout:

We laten ons misleiden om anderen een persoonlijkheid toe te kennen, we verwachten dat degenen die we als competitief beschreven competitief gaan handelen en degene die we als comperatief beschreven, comperatief gaan handelen. Terwijl ze in de werkelijkheid, handelen naar de echte situatie.

Lees meer...

Wat wel uniek is voor sociale psychologie:

  • Kijkt naar de door het individu geïnterpreteerde context (perceptie en cognitie)
  • Vertekende beslissingsheuristieken
  • Staat los van structuren
  • Kwantitatief empirisch

Sociale psychologie is geen wetenschap die voor jou persoonlijk natuurlijk moet aanvoelen, jij zou bijvoorbeeld helemaal anders kunnen handelen MAAR het is belangrijk je te realiseren dat het gaat over effecten waar je je niet helemaal bewust van bent. Het gedrag van anderen kan je best verklaren vanuit hun persoonlijkheid, je eigen gedrag vanuit de werkelijkheid.

Lees meer...

Dat is niet uniek voor de sociale psychologie

  • Empirische sociologie: verklaren aan de hand van objectieve context (achtergrondvariabelen)
  • Economie: gedrag verklaren aan de hand van rationele kosten-baten
  • Antropologie: gedrag verklaren aan de hand van bestaande sociale structuren
  • Filosofie: gedrag verklaren aan de hand van theoretisch denken en anecdotes
Lees meer...

Wat onderscheidt en definieert “Sociale Psychologie”

Sociale psychologie: hoe de echte of imaginaire aanwezigheid van anderen ons gedrag beïnvloedt

  • Gedrag: kan voorkomen in de coverte en overte zin (zie hoofdstuk 2)
  • Aanwezigheid van anderen: onderscheidt sociale psychologie van algemene psychologie
  • Echt of imaginair: fysieke aanwezigheid maar ook in de meest imaginaire zin
  • Beïnvloedt: overhalen, maar ook indirect aan de hand van (imaginaire) aanwezigheid (puur de aanwezigheid van anderen kan menselijk gedrag beïnvloeden) of overdracht van culturele waarden
  • Sociale invloed = het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van andere mensen(de sociale context) heeft op onze gedachten, gevoelens, attitudes of gedrag

Het onderzoeksobject = de mens als sociaal dier

Bij sociale psychologie: belangrijk om te kijken hoe het onderzoeksobject het gedrag van iemand anders interpreteert  construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen, interpreteren

Er wordt een verklaring gegeven voor het gedrag van iemand aan de hand van de sociale context.

Lees meer...

Wat is het verschil tussen kunst, moraal, wetenschap & politiek en economie?

De kritiek wordt vooropgesteld=> de taal wordt in haar volle breedte gebruikt. Dit is een talige aangelegenheid

=> communicatief handelen staat centraal

Maar in de domeinen van de materiële reproductie, wordt de taal opgeschort. Er wordt niet gepraat. Je vraagt bv. enkel naar een brood. Er wordt gecommuniceerd door middel van geld.

De economie als subsysteem is efficiënt, want laat taal achter en ruilt dit voor geld. De taal en zijn kritiek wordt bevroren. (parson)

In de wetenschap is er wel mogelijkheid tot kritiek.

Ook in de politiek heb je dti ook. Je meet ons door middel van machtsverschillen. Je gaat de stemmen tellen. Je blijft niet praten. er wordt gestemd en geteld en we weten wie er aan de macht is.

De subsystemen politiek en economie zijn zo succesvol dat ze mss wel doordringen in de andere domeinen van de SL, dus wetenschap en moraal. Ze gaat heel onze dagelijks leven koloniseren.

=> kolonisering van de leefwereld door het systeem, door onderwerping aan geld en macht.

verschil tussen discours en gewone communicatie en herjasfei filosoof

Examen

begrippen kunnen uitleggen: ( 5 à 6)

vragen

reproductievragen

Bv. Hoe verklaart Blau macht uit ruil?

vergelijkingsvergelijking

Bv. vergelijking Blau en Elias over macht en eigen standpunt

je hebt twee kaartjes, waarbij je er eentje moet oplossen

Schriftelijk voor te bereiden!

=> combinatie schriftelijk en mondeling

Uur voorbereidingstijd

Teksten Durkheim en Weber: je moet wel begrijpen wat erin staat, niet blokken

Je krijgt de tekst erbij.

Lees meer...

Wat is modernisering?

uit de differentiatie op de maat van structuur van de taal

In welke mate moet een SL deze opdeling maken

waarachtigheid => kunst: expressiviteit

moraal en recht

Welke normen moet je navolgen?welke onderwerpen

In de ME is er nog geen verschil tussen deze domeinen.

Bv. een kunstenaar maakte wel een kunstwerk, maar bevatte ook een moraal. De heersende normen en waarden zaten erin. Er was nog geen sprake van pure expressiviteit.

Religie is een voorstadium van een gedifferentieerde wereld. Kunstenaars, wetenschappers,..hebben moeten vechten om zich los te maken van de religie. De religie bindt waarheid, waarachtigheid en rechtvaardigheid tot één geheel.

In een rationale SL wel een onderscheid maken tussen de domeinen. Ze worden zelfs meer gespecialiseerd. Er ontstaan zelfs domeinen waar die ...praktisch worden toegepast.

=> symb reproductie van taal: een sl door te praten, symbolen produceren en uitwisselen en betekenissen. Maar er is ook nog een andere reproductie ( link symb interactionisme) nl. materieel. (marx) Je moet ze maken, er moet gearbeid worden.

Hoe linken symbolische reproductie met de materiele reproductie?

Deze materiele reproductie is gebeurd in het verlengde van de drie werelden en domeinen en claims.

claim van rechtvaardigheid: politiek

=> voortbestaan van het menselijke bestaan wordt hier besproken, wat je mag doen, wat niet,.

Dit komt omdat we nadenken over de moraal en wat mag en niet

claim van de wetenschappelijkheid: bezig zijn met praktisch handelen in de materiële zin

=> techniek economie (materiele productie) : materialisering van bepaalde inzichten, ideeën

Doordat we gespecialiseerd in een domein waar waarheidsclaim centraal staat, kunnen we hoogstaande ideeën ontwikkelen

claim van expressie: materiële reproductie, nl. seksualiteit, erotiek, liefde

a) alles wat mensen betrekt op elkaar zodat ze betrekking hebben.

Doordat er aparte domeinen ontstaan in de SL, krijg je aparte domeinen binnen de materiële reproductie. Deze hebben een systeemkarakter. Dit is van zeer groot belang in de economie en politiek.

Lees meer...

Claims en geldigheidsaanspraken

Er bestaan een aantal claims, geldigheidsaanspraken. Deze zijn van verschillend karakter en kan gekoppeld worden aan de werelden. Een aanspraak kan je herkennen doordat je het in twijfel kan trekken, bewisten.

Wat is een aanspraak?

Bv. Dat paaltje staat te dicht bij mij, je moet het verder zetten

=> aansprakelijkheidsclaim: je betwist iets wat je doet. De persoon eist zijn stuk grond op.

In iedere zin dat je zegt, maak je drie aanspraken.

Bv. ik beloof u dat ik dat boek morgen terug breng.

objectieve wereld => er is een boek Je maakt aanspraak over iets in de objectieve wereld, een stand van zaken in de objectieve wereld.

Bv. JA maar ik heb je boek niet, ik heb je dvd.

Propositie => waarheid: geen waarheid zonder taal en geen werelden.

Bv. is er wel een boek?

=> overeenstemming met de realiteit, buiten de wereld

waarachtigheid: heeft met je gevoel te maken. Het stemt overeen met je gevoel.

Bv. je krijgt witloof maar je lust het niet....

Bv. ik beloof u dat boek te brengen...maar dat zal niet waar zijn...

rechtvaardigheid/normativiteit

Bv. je zit aan tafel en vraagt geef de appelmoes is door.

waarheid: dat is geen appelmoes, maar perenmoes=> betwisten

waarachtigheid: eigenlijk luist ik geen appelmoes, maar toch vraag ik het.

rechtvaardigheid: ondanks dat je vlakbij de appelmoes zit, toch vraag je de appelmoes.

Je vindt het ergens normaal dat men je bediend.

Als je taal gebruikt, dan ga je met die taal een hele batterij van mogelijkheden van kritiek meesleuren.

WRM? je stelt je door taal aansprakelijk voor kritiek en dus is er mogelijkheid tot verandering.

Vooraleer er sprake was van een uitgesproken taal, bestond er een taal die nog niet helemaal ontwikkeld was.

=> paleotaal

De drie aanspraken zitten hier heel nauw in elkaar versmolten, tenzij je er weet van hebt.

Bv. Als je in de vijver valt en je niet kan zwemmen=> help roepen

Waarachtigheid/expressiviteit: als je alsof doet dat je niet kan zwemmen

Rechtvaardigheid: je verwacht dat mensen je komen helpen. Het is hun plicht.

waarheid: Als er geen water is, dan kan je niet spreken van een feitelijke toestand waar je om hulp zoekt.

Gedurende vele jaren hebben de mensen gecommuniceerd via kreet. Dat was de manier waarop we angst, kreten,... signalen de wereld ingaan. Is dit taal?

De claims zijn niet helemaal van toepassing. Er is geen tijd tot redelijke overleg en kritiek. Je moet eerst handelen en dan pas praten. Als je niet handelt, dan verbreek je de communicatie. Ofwel ga je helemaal mee, ofwel stoot je hem af.

=> communicatie in deze tijd was onkritisch meegaan ofwel abrupt stoppen.

Doorheen de jaren zijn we op een genuanceerdere manier met elkaar omgegaan. Er blijft altijd een kritische distantie. Je gaat dus niet helemaal op. Je hebt niet de OF-OF situatie.

Men communiceerde in de paleotaal enkel via kreten.

Tegenwoordig is er nog wel gebruik van deze paleotaal symbolen.

Bv. vlaggen, banieren,... je schaart achter je achter dat land

Bv. iemand steekt de vlag van België: ofwel doe je mee...ofwel zeg je “nee”.

In de gevorderde SL is het mogelijk dat ondanks dat je lid bent, je ook kritiek kan uiten.

=> dat is de truc die taal ons mogelijk maakt => emanciperen => taal verbeteren.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen