Rationalisering van bestuur
- Gepubliceerd in Sociologie
-> meer dan bureaucratie alleen
Notie van gezag
- Herschaft = macht = waarschijnlijkheid dat iemand je bevelen opvolgt.
- Gezag is gelegitimeerde macht.
-> meer dan bureaucratie alleen
Notie van gezag
- Herschaft = macht = waarschijnlijkheid dat iemand je bevelen opvolgt.
- Gezag is gelegitimeerde macht.
- krachtlijnen van de calvinistische ethiek
- van buitenwereldlijke naar binnenwereldlijke ascese
- onbedoelde gevolgen van protestantse ethiek
Geloof in ene God, geen rituele, magische elementen.
-Economische ethiek mondt uit in een kapitalistische houding
-Men is ascetisch (minder gevoelig voor het kwade)
Calvinisme: mensen zullen proberen succes te halen, niet zondigen
-> Hard werken (middel om alle zonden van u af te werken)
-> worden eigenlijk kapitalist
Calvinist gaat zich zondanig overgeven aan ascese, hard werken, op de duur religieuze vergeten.
Hard en onverschillig, concurrentie, … -> als er iemand sterft, dan gewoon verder gaan. Calvinisme is essentieel om doorbrak kapitalisme te verklaren.
Geest kapitalisme is verwant met geest protestantisme
- winstmotief is niet voldoende
-
- scheiding huishouden en bedrijf
-> Rationeel handelen op LT.
Domein: wetenschap en techniek
Rationalisering: - kennisvermeerdering: hoe meer kennis, hoe rationeler
-beheersing natuur: natuur als middel (t/m klimaatwijziging)
-objectieve bewijsvoering: procedures om geschillen te beslechten (objectief=gebaseerd op feiten).
-systematiek en formules: taal is niet de geschikte manier om wetenschap te beschrijven, hoe meer symbolische tekens, hoe wetenschappelijker.
Domein: economie
Rationalisering: doel – middel : rationaliteit
Vb: verpleegster niet lang met patiënt babbelen want nog vele andere dingen te doen.
Domein: politiek en bestuur
Rationalisering: - bureaucratisering: machtsuitoefening op zakelijke manier
-depersonalisering
-standaardisering: formulieren vb legaal in het land/werk?
-universalisering: geen regionale afwijkingen
Domein: religie: geloof zelf is niet rationeel, hoe ‘magischer’ je denkt, hoe minder rationeel.
Rationalisering: - demystificatie/onttovering: Christenen geloven dat er iets is geweest, maar voor de rest is God onttrokken aan het leven.
- secularisatie
Domein: kunst
Rationalisering: - werken binnen vaste schema’s (vb les: vergelijking kunstenaars)
- regels en verhoudingen
- perspectief
Wetenschap is door waarden gedreven handelen. Waarheid motiveert wetenschap ideaaltypisch.
Vb: voormalig O-Duitsland wilde bevolking controleren, kennis vergaren maar geen wetenschap.
De waarde ‘waarheid’ ligt aan de basis voor Weber.
Wetenschapper moet hoogstpersoonlijke waarden niet opnemen in zijn wetenschap/onderzoek, maar moet objectief blijven!
Slide:
- Waarden in het sociale leven (onoplosbare onderlinge strijd)
- Wetenschap als geëngageerde wetenschap (‘de waarheid is de waarheid’)
- Objectief door waardering achterwege te laten
Uit wetenschap valt geen moraal af te leiden -> je kan het niet bewijzen.
(oorzaak-gevolg) ≠ erklärend verstehen (betekenisverband leggen)
-Causaal verband geeft geen inzicht in een handelingsverloop. Het is niet omdat men kan vaststellen dat een bepaalde handeling (vb. nieuw parlement)altijd op een andere handeling volgt (stemmen tellen), dat men ook begrijpt waarom dat zo is.Enkel wanneer er een zinmatig verband bestaat tussen beide handelingen, kan men echt begrijpen wat daar gebeurt. Causale verklaringen gaan vaak niet verder dan het leggen van een uitwendig verband tussen handelingen.
-Hoe rationeler mensen handelen, hoe meer de verstehende methode ook causaal verklarende waarde krijgt.
Een ideaaltype beschrijft het gedrag niet, maar legt er de zin, de logica, van bloot.
Vb. ‘de geest v.h. kapitalisme’ – de mentaliteit v.d. kapitalistische ondernemer:
winst, doelrationeel handelen om zo winstmaximalisatie na te streven op legale manier, manier van handelen waarbij alles geïnstrumentaliseerd wordt vb: winst is een middel tot méér winst -> zo een kapitalisme bestaat niet. 19de – 20ste E; steeds meer beginnen lijken op kapitalisme, mensen gaan zich meer en meer rationeel gedragen.
vb. ideaaltype van een luierik: motieven, handelingen, …
+ Zie kader cursus ‘weber over ideaaltypes’
Sommige onderzoekers vergeten dat ideaaltypes door henzelf geconstrueerde modellen zijn en laten ze al snel doorgaan voor werkelijkheid.
! ideaaltypes schetsen niet meer dan een zinsamenhang, die voor de onderzoeker verhelderend kan zijn, maar die in het feitelijk gedrag soms maar marginaal aanwezig is.
! zware fout: ideaaltypes opvatten als ethische idealen, zodat het ideaaltype als een waardemaatstaf gaat fungeren om empirische verschijnselen te beoordelen.
-> Weber: ‘het is de elementaire plicht van de wetenschappen om de zelfbeheersing aan de dag te leggen en een haarscherp onderscheid te maken tussen ideaaltypen en idealen. Een ideaaltype in de hier bedoelde zin staat volledig los van een waarderende beoordeling, zij is slechts ideaal in de zin van ‘logisch volkomen’.’ -> Webers eis: sociale wetenschapper moet vrij zijn van waardering!
begrijpen van de ‘logica’, de zin, die handelenden volgen. In die zin is de verstehende methode rationalistisch. Irrationele elementen blijven vreemd en storend. Dit wil niet zeggen dat mensen altijd rationeel en consequent zinmatig handelen volgens Weber want er zijn veel toevalligheden en irrationele gegevens die het handelen sterk beïnvloeden.
ideaaltype = een zo helder en scherp mogelijke formulering van de zinssamenhang van een handeling; ‘het is een zinssamenhang van het zuivere type’. (Een idee, model, geheel van handelingen die onderling samenhangen omdat ze vanuit dezelfde motieven vertrekken.)
Het is een hypothetisch model, een gedachteconstructie die duidelijk maakt ‘hoe een specifiek soort menselijk handelen zou verlopen’ indien het volkomen consequent op een welbepaald doel gericht was of indien het volkomen consequent op een bepaalde waarde gericht was. Schetst dus geen feitelijk gedrag, maar enkel het volkomen consequent doelrationeel (of waarderationeel) handelen.
→Dus eerder verklarende i.p.v. empirische waarde.
- Positivisme (Comte): enkel rekening houden met feiten, zo wetmatigheden ontdekken.
Weber: feiten moeten geïnterpreteerd worden. Hij is tegen de gedachte dat feiten voor zich spreken.
- Historisme: ieder historisch feit is niet te herleiden tot iets anders.
Weber: ‘Je moet gaan Caesar zijn om Caesar te begrijpen’. Het volstaat om hun motieven te begrijpen. Je kan wel degelijk iets of iemand anders begrijpen uit de geschiedenis.
Weber: op methodologisch correcte manier iemands motieven achterhalen door jezelf weg te cijferen. Als je toegang hebt tot iemands motieven, kan je het ook begrijpen en zo de afloop v.h. handelen voorspellen.
Verschil handelen – gedrag:
GEDRAG: Al datgene dat mensen/organismen doen. Vb ademen, peper in gezicht => niezen
HANDELEN: Er is een MOTIEF. Vb. Cola zero want dorst lessen, je weet waarom je het doet.
Vb: zonnen: gedrag: zonder motief
sociaal handelen: doel = bvb bruin zien
Sociaal handelen
= zinvol en betrokken op anderen
je ziet verbanden en je bent je daar bewust van. Vb: slang in les- daar zie je de zin niet van in.
Durkheim: sociale feiten kunnen op ons inwerken zonder dat we er ons bewust van zijn.
! Imitatie is zonder nadenken, nabootsen, pure reactie.. grens met sociaal handelen is niet duidelijk.
Vb. Concert ACDC: klappen, rechtveren, .. is imitatie, niet sociaal handelen.
-> Afhankelijk van wat er in het hoofd van de betrokkenen omgaat.
vb: cola zero om indruk te maken op anderen = sociaal handelen
cola zero domweg gekocht = gedrag