Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Kritiek op Coser

  • Hij selecteert alleen die types van conflict die een positieve, integrerende functie uitoefenen. Hij wil immers het functionalistische standpunt weerleggen dan conflicten het evenwicht verstoren en de integratie van sociale systemen in gevaar brengen. Hij heeft amper aandacht voor conflicten met verscheurende gevolgen of voor de dwang die de motor is van vele conflicten.
  • Coser geeft de indruk dat het sociale systeem bepaalde functionele behoeften heeft die alleen door conflicten kunnen worden bevredigd
  • Coser stelt dat conflict de motor van de sociale verandering is. Maar conflicten kunnen sociale verandering ook in de weg staan: kunnen leiden tot verstarring en deel uitmaken van status-quo.

Lees meer...

Kritiek op Dahrendorf

  • Een aantal belangrijke types van conflict komen niet voort uit machtsrelaties. Vb. internationale conflicten, conflicten tussen groepen met verschillende waarden, tussen gelijken, intra-psychische conflicten, enz. Hier is namelijk geen dichotome machtsstructuur.
  • Dahrendorf neemt dwang als uitgangspunt bij het conflictmodel. Maar: eerste (ondergeschikte partij erkent macht) en laatste fase (conflictregulering) houdt een consensusaspect in.
  • Dahrendorf stelt dat conflict de motor van de sociale verandering is. Maar conflicten kunnen sociale verandering ook in de weg staan: kunnen leiden tot verstarring en deel uitmaken van status-quo.
  • Neomarxisten verweten hem dat zijn belangstelling voor machtsconflicten in het algemeen de aandacht afleidt van meer specifieke, socio-economische machtsconflicten (die altijd de fundamentele historische verandering in onze samenleving teweegbrengen).

Lees meer...

Integratie door conflict: een voorbeeld

Coser geeft een aantal aanzetten om te verklaren hoe voorheen ‘naast elkaar’ bestaande groepen of maatschappijen tot een groter geheel geintegreerd worden.
+ Conflicten tussen naties kunnen integratie in de hand werken:
- vorming van nieuwe normen en instituties → hoe meer de naties conflicten hebben, hoe minder de bestaande normen en instituties voldoen om hun activiteiten te richten → de conflicten tussen de Europese naties: nationale normen ontmantelen en nieuwe Europese normen en instituties.
- Door spreiding en diversiteit conflicten↑: netwerk van conflicten waardoor radicale antagonistische opstellingen steeds minder voorkomen.
- Coalitievorming → internationale sociale verbanden die zonder deze conflicten nooit zouden bestaan hebben.
- Conflicten tussen naties zijn belangrijk om hun werkelijke onderlinge verhoudingen te weten te komen.

Lees meer...

Functies voor globaal systeem

  • Conflict stimuleert de creativiteit in het sociaal systeem, zodat het zich beter kan aanpassen. Conflict beschermt het sociaal systeem tegen verstarring. Nieuwe normen en instituties worden in het leven geroepen. Ook de economie en techniek worden gestimuleerd. Vb. staking werknemers → werkgevers investeren in andere technologieën.
  • Hoe groter het aantal conflicten met een geringe intensiteit, en hoe meer ze over de maatschappij verspreid zijn, hoe meer de integratie vd maatschappij in de hand wordt gewerkt. Wanneer mensen en groepen met elkaar in tal van kleinere, elkaar doorsnijdende conflicten betrokken zijn, is de kans dat er een dissensus over de centrale waarden ontstaat zeer klein. Vb. Alle zwarten zijn katholiek en alle blanken protestants. Dan zouden bij elk conflict dezelfde tegenstanders tegenover elkaar staan. Maar in realiteit: bij elk conflict, andere tegenstanders = neutralisatie van conflicten.
    Vb. In België: Vrijzinnigen – katholieken
    Vlaanderen – Wallonië
    Arbeid – Kapitaal
    →Af en toe komt één van de conflicten op de voorgrond.
  • ‘veiligheidsklep’: Sociale groepen die geen ruimte laten om vijandige gevoelens of meningsverschillen te uiten, zullen snel uit elkaar vallen. De opposanten zien geen andere mogelijkheid dan zich af te scheiden van de groep. Conflicten zijn goed om emoties te uiten. Vb. De witte mars: zorgt ervoor dat je je ‘verzuurde’ emoties kwijtspeelt.
  • Test machtsverhoudingen: zo kan je zien wie nu eigenlijk de macht heeft. Beantwoord de bestaande verdeling van macht nog aan de feitelijke maatschappelijke verhoudingen? Vb. verkiezingen
  • Coalitievorming tussen personen en groepen die anders nooit tot samenwerking zouden komen.

Lees meer...

DE CONFLICTTHEORIE VAN LEWIS COSER

1.Biografische situering
1913 – 2003, geboren in Berlijn. Joodse familie, vader was bankier. Hij kreeg socialistische sympathieën en zette zich sterk af tegen de bourgeoisie waaruit hij afkomstig was.Wanneer Hitler aan de macht kwam verhuise hij naar Parijs, studeerde 2jaar vergelijkende literatuurwetenschap en schakelde dan over op de studie van de sociologie. Tijdens WO II verhuisde hij naar de VS. Zette zijn studies verder in Columia. Grootste deel doorgebracht iaan de Brandais University en de University of Chicago. In 1975: voorzitter American Sociological Association.

2.Intellectuele situering
Beinvloed door Simmel: belangstelling voor cultuur en sociologie. Veel aandacht voor motieven, affecten, emoties. Als je niet emotioneel geprikkeld wordt, dan kan je niet tot actie overgaan en is er geen conflict. Ook (in mindere mate) beinvloed door Marx, en het functionalisme van Parsons en Merton.

Hij voelde zich geroepen om een bemiddelende rol te spelen tussen beide strekkingen om de tekorten van de ene stroming te verhelpen met inzichten uit de andere stroming.
Gevolg: Coser is conflictsocioloog in de ogen van de ‘harde’ functionalisten en omgekeerd.

Kritiek op functionalisme: verwaarloost het conflict of vat het op als een ziekte die behandeld moet worden door de sociale controlemechanismen van het sociaal systeem.
Kritiek op conflicttheorie: ziet over het hoofd dat conflict een functionele bijdrage kan leveren tot de werking van de maatschappij.
→ontleent argumenten vooral aan Simmel

3.De oorzaken van sociale conflicten
Belangentegenstellingen zijn op zichzelf geen voldoende voorwaarde voor conflict.
Voorwaarden voor conflict:
1. Er mag geen consensus meer bestaan over de legitimiteit van de huidige verdeling van macht, rijkdom en prestige. Maar ook dit is onvoldoende.
nota’s: je moet processen kunnen zien als inlegitiem. Vb. vrouwen lang onderdrukt. Hebben mensen buiten W-EUR dan niet het gevoel van onderdrukking? Vaak is het ‘normaal’.
2. De gedepriveerden moeten zich ook emotioneel aangegrepen voelen. De mate waarin mensen emotioneel betrokken zijn hangt af van hun toekomstverwachtingen. Hoe meer ‘positieve’ toekomstverwachtingen, hoe meer ‘emotionele energie’ mensen zullen inbrengen tegen al wat de verwerkelijking van die verwachtingen in de weg staat. Indien emotionele betrokkenheid tot een verandering in de toekomst kan leiden, dan is men sneller geneigd om tot actie over te gaan.

→ Samengaan cognitieve en emotionele.

4.De functies van sociale conflicten
Analyse bestaat uit 2 delen: functies van conflicten voor conflictvoerende partij + functies voor samenleving, geheel.

Functies voor de conflictpartijen:

  • Afbakening groepsgrenzen: ben je bij ons of niet?
  • Centralisering van de macht: vaak lokken machthebbers conflicten uit, zo wordt de groep een ‘eenheid’. Vb. Lodewijk XIV lokte oorlog uit.
  • Ideologische solidariteit onder groepsleden versterken: tijdens het conflict wordt men inniger met de groep.
  • Afwijkend gedrag ↓vb. zelfmoord, diefstal, … ↓ want men hoort bij groep en wil niet afwijken. (vooral bij geen extreme conflicten)
  • Weinig aandacht voor dysfunctionele gevolgen van conflicten. Intense conflicten → interne tegenstellingen in de groep en afwijkend gedrag ↓

Lees meer...

conflict en sociale verandering

Het conflictmodel beschrijft een dialectische ontwikkelingslogica van klasse en conflict die als volgt kunnen worden samengevat. Machtsverhoudingen brengen objectief aan elkaar tegengestelde belangen voort. De theoretische sterkte van dit model ligt in het verband dat gelegd wordt tussen machtsrelatie, klasse en conflict.

Lees meer...

conflictregulatie

Conflictregulatie: conflictpartijen vechten het conflict uit met behulp van afgebakende, beperkte middelen binnen een kader van formele regels. Drie voorwaarden:
1. Beide partijen moeten inzien dat er een conflictsituatie bestaat en onontkoombaar is
2. Georganiseerde belangengroepen vormen
3. Via welke formele regels wordt het conflict gevoerd.

Lees meer...

voorwaarden die de fasen van het conflict bepalen

  • Organisatievoorwaarden

Onder welke voorwaarden quasigroepen kunnen uitgroeien tot conflictgroepen. Hangt af van:
1. technische vwd’en (leidinggevend kader, omlijnde ideeën)
2.politieke vwd’en (verenigen)
3. sociale vwd’en (communiceren, rekruteren).

  • Conflictvoorwaarden

Welke voorwaarden de intensiteit en gewelddadigheid v/h conflict bepalen

Intensiteit neemt toe naarmate: organisatorische vwd’en voldaan, verdeling macht samenvalt met andere voordelen, sociale mobiliteit geringer is. Gewelddadigheid neemt toe naarmate organisatorische vwd’en minder voldaan, deprivatie relatiever, minder reguleringen treffen.

  • Voorwaarden van structurele verandering

Welke voorwaarden de snelheid en diepgang v/h conflict bepalen. Omvang neemt toe naarmate het conflict intenser is, de snelheid naarmate het gewelddadiger is.

Lees meer...

de machtsverhouding

Herrschaft is de kans dat een bevel met een welbepaalde inhoud gehoorzaamd zal worden door en gegeven groep van mensen (imperatively coordinated association). Er bestaat een grote variëteit aan machtsverhouden, maar wel enkele gemeenschappelijke kenmerken:
1. Machtsverhouding is een dichotome relatie
2. Aan de twee polen v machtsverhoudingen zijn tegengestelde belangen verbonden; belangenconflict.
3. Verbonden aan bepaalde sociaalstructurele posities; quasi-groep, conflictgroep
Je kan maar macht uitoefenen indien je weet dat je de machthebber bent.

Lees meer...

Herziening van Marx’ klassebegrip

Klassen centraal, gebaseerd op al dan niet bezitten van macht. Kritiek op Marx:

1) Onvoldoende oog voor scheiding eigendom productiemiddelen – beheer

2) geen radicale polarisering van 2 duidelijke sociaaleconomische klassen

3) sociale mobiliteit is toegenomen en barrières tussen klassen zijn verkleind

4) verwachting klasseloze maatschappij is utopisch.

5) Hij keek slechts naar één tijdsperiode, is te beperkt

6) Hij was te economisch. De economie is belangrijk, maar macht is het belangrijkst.

Economische tegenstelling kunnen overwonnen worden, dus zijn niet de fundamentele grondslag van klassen(conflicten).
Dahrendorfs conflicttheorie is een machttheorie.
Dahrendorfs klassenbegrip is algemener, gebaseerd op al dan niet wettige macht (Herrschaft). Macht is immers eigen aan alle vormen van sociale organisatie en houdt een onoverbrugbare tegenstelling is tussen machthebbers en ondergeschikten.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen