Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Elk veld kent een specifieke vorm van kapitaal

(of macht). - Vb. veld: kickboksen. Kapitaal: spierkracht, tijd, techniek.- Het is geaccumuleerde arbeid (gematerialiseerde of belichaamde vorm), dat het vermogen heeft zich te reproduceren, door individuen of groepen kan worden toegeëigend en ongelijk verdeeld is.

Kapitaal is altijd een middel om iets mee te bereiken. De definitie van kapitaal is ruimer dan louter de economische betekenis. Het gaat om de vruchten van arbeid die werden opgestapeld en die kunnen worden ingezet om winst te behalen (kapitaal als gestolde arbeid). Er zijn veel verschillende soorten kapitaal. Hoeveel hangt af van het aantal velden dat men onderscheidt. Enkele algemenere kapitaalvormen gelden niet uitsluitend binnen 1 beperkt veld. Deze staan centraal in veldanalyse: economisch, cultureel en sociaal kapitaal (in zekere mate autonoom maar kunnen niet los van elkaar gezien worden).

Lees meer...

Televisielogica dringt door in andere velden

Ieder veld wordt gekenmerkt door eigen logica, werkt maar als gedifferentieerd is van andere velden en relatief autonoom. Tv dringt wetten op aan andere velden en die kunnen opdracht niet meer vervullen, worden aanhangsels van tv-bedrijf.Hierdoor wordt de kwailiteitscontrole ondergeschikt aan het 'mee zijn'.

Vb krantenjournalistiek: afgestemd op wat op tv gebeurt, enkel datgene publiceren wat het volk wilt horen/lezen (=kijkcijferlogica), qua opmaak en inhoud afkooksels van tv-journaal, ook wetenschap, literatuur en politiek: Een goed wetenschapper, filosoof, schrijver of politicus is iemand die op televisie komt.

=> Tv zorgt voor ‘onzichtbare censuur’: wat geen amusementswaarde heeft, komt niet op televisie.

Ook de literatuur is hier een slachtoffer van. Promotietournees en literaire prijsuitreikingen zijn op maat van de televisie gesneden. Tot slot kunnen we ook in de politieke wereld duidelijk voorbeelden van deze invloed vinden. Politici zijn populair als ze goed de camera kunnen verleiden, terwijl ze hun dossiers niet goed bekijken.

Lees meer...

Economische logica dringt door in televisiebedrijf: kijkcijferlogica

Vroeger kende de televisie eerder een volksopvoedende taak, waarbij de kwaliteit primeerde.

De laatste tijd is er sprake van een tendens waar de openbare zenders de markt overheersen. De kwaliteit van een programma komt op de tweede plaats en de zin van de kijker primeert.

De programmatie van de zenders wordt afgestemd op kijkcijfers.

=> Gevolg: Door de vrije markt logica in de tv-wereld is er sprake van een homogenisering en verschraling aanbod. In tegenstelling tot de normale gang van zaken, nl. betere kwaliteit en meer keuze voor consument. De oorzaak van deze verschraling ligt onder andere in de hoge productiekosten, waardoor de tv-makers ondergeschikt zijn aan de wil van de kijker

Lees meer...

Het veld van de televisie

Sur la Télévision (1996) past hij zijn theorie van de sociale velden toe op de televisie.

Stelling: ‘veld tv’ is enerzijds onderworpen aan de commerciële logica. Anderzijds dringt de logica van het televisiemaken door tot ver daarbuiten (pers-, wetenschaps- en literatuurbedrijf).

Wat is dit veld tv? Bepaalde praktijken van tv maken met figuren. bijvoorbeeld tv-makers, regisseurs,...

We kunnen dit veld voorstellen op een grafiek door weer een onderscheid maken tussen hoog en laag, autonoom en heteronoom.

l autonoom: typisch televisioneel, volgens de eigen kennis van de televisie

l heteronoom: ook nog andere doeleinden zijn bepalend, zoals bijvoorbeeld geld verdienen.

Maar je moet het ook onderscheiden van andere velden. Economisch veld waar de economische wetmatigheden primeren. (vraag en aanbod)

Lees meer...

Relatie habitus-veld

het veld bepaald de habitus, maar omgekeerd houdt de habitus het veld in stand
=> wederzijdse relatie

Vb. Tennisser kan de bal precies op de achterlijn slaan omdat hij zich kan oriënteren op de baan en dit veld verinwendigd heeft. Het spel bestaat echter alleen maar om er mensen zijn die er weet van hebben. Zonder hen is er geen spel meer.

l Conditioneringsrelatie: het veld structureert de habitus, die het product is v/d inlijving van de noodzaak van dat veld.

Gebrek aan overeenkomst kan leiden tot een verdeelde, zelfs verschuurde habitus.

l Kennisrelatie: de habitus draagt bij tot de totstandkoming v/h veld als een wereld die betekenisvol, zinvol en waardevol is, en waarin het de moeite waard is energie te investeren.

Lees meer...

Habitus

Opmerking:

l veld = uitwendige structuur van sociale relaties

l habitus = inwendige structuur van sociale relaties

=> de competentie v/d actor om zich in een bepaald veld te kunnen bewegen

l manier van denken, handelen, houding,....

l verworven via impliciete of expliciete leerprocessen

l helpen om zich te oriënteren of te handelen in het veld

=> creatief! WRM? ontwikkelt strategieën die het handelen van de actor in bepaalde situaties vergemakkelijken.

=> het is het geheel aan neigingen/ tendensen die voortkomen uit een bepaalde woon- en werkomgeving.

Vb. een leraar doet zich best op school netjes te praten en voordat hij het weet spreekt hij altijd, ook buiten de school, een ‘lerarentaaltje’.

De habitus komt niet voort uit het individu.Zij is het gevolg van een verinwendiging van uitwendige veldstructuren en is historisch bepaald.

Als men in een andere woon- of werkomstandigheid leeft, dan zal men zich anders gedragen.

Bv. mensen in de koolmijnen versus een kasteelheer

Habitus is geen gewoonte!

l Gewoonte: gedragspatroon dat telkens opnieuw gereproduceerd wordt als de omstandigheden het vragen

l Habitus: een geheel van sociaal bepaalde, gestructureerde en structurerende disposities dat via de praktijk verworven wordt en voortdurend op praktische functies gericht blijft.

 niet voor herhaling vatbaar

Bourdieu zetten zich hiermee af tegen twee uitersten:

1) de mens zien als rationele homo economicus

2) het menselijk gedrag = het product van objectieve factoren

=> Bij de habitus wordt volgens Bourdieu het menselijk handelen in grote mate gekenmerkt door een niet- geïntendeerde intentionaliteit. Mensen handelen meestal niet scherp en bewust, toch handelen ze niet blind. Zij handelen in bepaalde mate zelfs rationaal. Maar dit is een praktische rationaliteit. Aan het handelen liggen fundamentele handelingsdisposities ten grondslag die het de handelende mogelijk maken om zich binnen het sociale veld te oriënteren en te bewegen.

Lees meer...

Sociaal kapitaal is het kapitaal aan sociale relaties dat iemand bezit.

= Geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen die voortvloeien uit het bezit van een meer of minder geïnstitutionaliseerd duurzaam netwerk van relaties van onderlinge bekendheid en erkentelijkheid of uit het lidmaatschap van een groep.

bv: Hoe gemakkelijk kun je iemand bellen zonder dat hij de hoorn op de haak gooit?

  • Zelf opgebouwde netwerken / reeds bestaande netwerkstructuren. (familie, club, stam)
  • Volume

1) afhankelijk van grootte netwerken + hoeveelheid kapitaal v/d kennissen uit het netwerk.

2) Het gaat niet enkel om de hoeveelheid, maar zeker om de kwaliteit van het netwerk.

Vb. lijfarts MAO, had maar 1 patiënt, maar wel zeer invloedrijk.

Bourdieu gebruikt het begrip sociaal kapitaal op cynische wijze, itt tot Putnam die het als iets positiefs zag.

  • in beperkte mate autonoom, maar niet los zien van andere kapitaalvormen.

Twee aspecten zijn van belang:

1) objectieve homogeniteit

= basis van wederzijdse her- en erkenning

Mensen zullen altijd streven mensen van een hoger sociaal niveau in een netwerk te krijgen, maar iedereen zal dit willen. Het resultaat een zekere homogeniteit: groepen met leden die ongeveer evenveel sociaal kap bezitten.

Bv: A bevindt zich onder B en wil in contact komen met B, want die beschikt nl over meer sociaal kapitaal. B wil in contact komen met C, want die bezit nog meer kapitaal. Maar zowel B als C willen geen contact hebben met mensen die over minder sociaal kapitaal beschikken. Uiteindelijk zal A met D contact leggen die zich op hetzelfde niveau als A bevindt.

Gevolg: Het netwerk is altijd min of meer afgebakend. Bij het aanknopen van nieuwe relatie let men niet enkel op persoonlijk voorkeuren maar zal men ook anticiperen op de waarde die de nieuwe relatie in de ogen v/d andere leden v/h netwerk zal hebben.

=> Ieder groepslid is de bewaker van de grenzen van de eigen groep.

2) vermenigvuldigingseffect

= het privé kapitaal rendeert meer naarmate meer door anderen erkend wordt.

■ Het is niet waardevast: het moet worden onderhouden

=> rendabele relaties aanknopen die duurzame verplichtingen met zich meedragen

■ Om contacten aan te knopen moet men beschikken over een specifieke competentie. Mattheuseffect: hoe groter het soc kap dat iemand bezit, hoe winstgevender het wordt. Hoe hoger je staat, hoe gemakkelijker het is je netwerk uit te breiden en te onderhouden.

Bv: hoog geplaatste mensen kunnen selecteren wie ze in hun netwerk willen hebben. Iedereen wil hen nl in hun netwerk. Ze hoeven dus weinig relatiearbeid te verrichten.

Opmerking:

l Soms wordt collectief sociaal kapitaal gedelegeerd aan gemachtigde actor: vertegenwoordiger groep.

Bijvoorbeeld vakbondleiders, politici, woordvoerders,... beschikken meestal zelf niet over veel sociaal kapitaal, maar doordat ze de spreekbuis zijn van de groep kunnen we wel een groot collectief sociaal kapitaal inbrengen.

Gevaar voor persoonlijkheidscultus: leider verpersoonlijkt groep.

“ Het is door hem dat de groep als groep wordt erkend”

=> verduistering of diefstal van sociaal kapitaal

Lees meer...

Cultureel kapitaal in geïnstitutionaliseerde vorm

Objectivering cultureel kapitaal in de vorm van diploma’s en titels.

l diploma: de maatschappelijke erkenning van bepaalde culturele competentie.

 scolair kapitaal: diploma is accumulatie van geleverde arbeid

bv studie-inspanning

 twee typische kenmerken van kapitaal

■ omzet in monetair kapitaal: raakvlak economisch en cultureel veld

l eco => cultureel: veel tijd moeten investeren in zijn studie die hij anders had kunnen besteden in een economische activiteit.

l cul => eco: op arbeidsmarkt omzetten nr eco kapitaal.

■ onderhevig aan wisselkoersschommelingen

l begin: veel waard => nu: minder

 grote duurzaamheid:

■ het diploma is voor het leven, ook al verlopen de kennis en vaardigheden.

■ waarde afhankelijk van de institutie die het heeft uitgegeven

Vb. het verschil van een autodidact en een gediplomeerde. De autodidact beschikt wel over de kennis maar niet over het diploma. Hierdoor moet hij zich steeds opnieuw bewijzen. In tegenstelling tot het geïnstitutionaliseerde culturele kapitaal.

Vb. Diploma Harvard meer waard dan van een onbekende universiteit.

Het zijn de vormen van cultureel kapitaal die waardevol zijn omdat ze gedekt worden door de instantie die ze uitgeeft. Vb. Nobelprijs.

Lees meer...

Geobjectiveerd cultureel kapitaal

Deze soort van cultureel kapitaal bestaat uit twee delen:

l materiële dragers die juridisch overdraagbaar zijn

bv: schilderijen, boeken kopen, naar school gaan,....

MAAR anderzijds heb je ook nood aan het vermogen om volledig gebruik te kunnen maken van dit kapitaal.

bv: Dit is het geval bij vele mensen die rijk zijn geworden door op te klimmen op de sociale ladder. Hierdoor zijn ze in staat exclusieve kunstartikelen te kopen, maar ze beschikken niet over de kennis om van deze kunst te kunnen genieten. Hierdoor verliest de kunst zijn waarde.

vb. Je hebt een pen. Om er echt van te kunnen genieten moet je wel weten hoe je moet schrijven, opdat je de pen echt ergens voor kan gebruiken.

=> Geobjectiveerd en belichaamd cultureel kapitaal kunnen nooit volledig los van elkaar worden beschouwd.

Lees meer...

Belichaamd/ geïncorporeerd cultureel kapitaal

Kapitaal dat het resultaat is van werken aan zichzelf: lezen, talen leren, reizen, piano spelen, etc.

l tijd & inspanning leveren door actor zelf

l niet erfbaar

Bv: Op je 1 of 2 jaar kan je nog niet spreken. Je hoort enkel klanken en neemt die in je op. Later ga je de taal leren spreken via spel. Op nog latere leeftijd ben je zelfs in staat om meerdere talen te leren.

=> alles wat je leert is eigenlijk belichaamd cultureel kapitaal

Verklaring correlatie bezit cultureel en economisch kapitaal:

Er is tijd nodig om belichaamd kapitaal te verwerven. Enkel de rijkere mensen kunnen zich deze tijd ‘vrijkopen’. Bourdieu erkent het verband wel, maar dit is eerder indirect. Het verloopt via de intermediaire factor tijd.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen