Item gefilterd op datum: december 2012

a) een hogere capaciteit (kunnen meer monster aan)
b) een lagere resolutie
c) een hoger aantal theoretische platen (n)

a) Zuurstof
b) Waterstof
c) Helium

a) Uit een inert gas zoals stikstof of helium.
b) Uit een vaste chemisch reactieve stof.
c) Uit een vaste stof of een geimmobiliseerde vloeistof.

a) De van Deemter curve heeft steeds een HETP minimum.
b) De van Deemter curve is onafhankelijk van de snelheid van de mobiele fase.
c) De van Deemter curve heeft steeds een HETP maximum

a) De optimale snelheid van de mobiele fase.
b) De capaciteitsfactor.
c) De optimale kolomtemperatuur voor de scheiding.

a) Dit is een maat voor het scheidend vermogen van een kolom.
b) Dit is een maat voor de inwendige diameter van de kolom.
c) Dit is recht evenredig met een ander begrip: HETP.

a) De scheidingsfactor (α) is altijd groter dan 1.
b) De scheidingsfactor (α) is altijd gelijk aan 1.
c) De scheidingsfactor (α) is altijd kleiner dan 1.

a) De capaciteitsfactor is de gecorrigeerde retentietijd.
b) De capaciteitsfactor is de dode tijd van een kolom.
c) De capaciteitsfactor is de verhouding van de tijd in de stationaire tot deze in de mobiele fase.

a) Door hun massa (grootte).
b) Volgens hun lading, eiwitten gaan neerslaan bij het punt waar deze gelijk is aan nul.
c) Op basis van hun m/z verhouding.

a) Verbreken van de disulfidebindingen van de eiwitten.
b) Het kleuren van de elektroforetische banden.
c) De peptiden allen negatief opladen.