Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Volgorde routing

Vragen beïnvloeden elkaar; volgorde-effect: interpretatie gedeeltelijk bepaald door vragen die eraan vooraf zijn gegaan.
-Begin met aantrekkelijke vragen
-Vragen moeten logisch op elkaar volgen
-Ga van algemeen naar concreet
-Pas op voor referentiewisselingen; van persoon naar ander object etc.
-Plaats vragen met dezelfde antwoordschalen achter elkaar
-Plaats gevoelige en bedreigende onderwerpen in tweede deel lijst
-Eindig met gemakkelijke vragen

Routing = bewegwijzering; stuurt respondent door de vragenlijst.
> relevante vragen mogen niet worden overgeslagen!!
-Ook lastig wanneer slechts enkele respondenten een bepaalde vraag krijgen.

Lees meer...

Antwoordmogelijkheden

-Gesloten vragen: antwoordmogelijkheden zijn aangebracht op de vragenlijst.
-Open vraag: als het aantal mogelijke antwoorden te groot is. Ook als onderzoeker benieuwd is naar spontante reacties.

Eisen aan den antwoordcategorieën:
-Duidelijk interpreteerbaar
-Aansluitend bij de vraag
-Uitputtend ( dus niet eindeloos)
-Moeten elkaar uitsluiten

Keuzes;
-Hoeveel antwoordcategorieën
-Of er wel of geen middencategorie is
-Restcategorie; een ‘geen mening’
-Volgorde categorieën
-Gebruik toonmateriaal

Lees meer...

Vraagvorm en formulering

Begint met definiëren begrippen die rol spelen in probleemstelling.

> eerst kijken wat je wil meten en daarnaar vragen opstellen.

-Theoretische begrippen zijn complex=meervoudig; op te delen in meerdere onderdelen.

-Achtergrondkenmerken moeten ook een plaats krijgen in de vragenlijst.

- begrippen moeten geoperationaliseerd worden om dubbelzinnigheid te voorkomen.

-Voor veel kenmerken zijn standaarddefinities en standaardvragen beschikbaar bij markten opinieonderzoekbureaus: hebben lage item non-respons, een hoge validiteit en hoge betrouwbaarheid.

Richtlijnen formulering vragen:
-Zorg dat het taalgebruik in de vragenlijst aansluit bij het taalgebruik respondent
-Stel ondubbelzinnig interpreteerbare vragen
-Houd de vragen kort en eenvoudig
-1 vraag per keer
-Pas op met gevoelige onderwerpen

Lees meer...

Non-Respons

= wanneer je geen gegevens krijgt van sommige onderzoekseenheden.

Algehele non-respons = unit non-respons: Respondent doet niet mee aan vraaggesprek.

Feitelijke steekproef is kleiner dan oorspronkelijke.

Het kan ook dat de uitvallers niet willekeurig zijn, dan ontstaat er vertekening.

> unit non-respons= deel vragenlijsten dat ze niet terugkrijgen.

Item non-respons= groot bij invullijsten. Slaan vragen over.

Responsvertekening: als er verkeerde conclusies worden getrokken door verkeerde antwoorden. Komt veel voor bij gevoelige onderwerpen. Mensen antwoorden dan sociaal wenselijk.

Oorzaken non-respons:

-Persoon is onbereikbaar of niet in staat/bereidt om te antwoorden.

-Ook kan interviewer niet genoeg pogingen doen om respondent te bereiken

-Pogingen om proefpersoon te bereiken op verkeerd tijdstip

Bereidheid om mee te doen is grootst voor persoonlijk, daarna telefoon en daarna invullijst. Incentive= een cadeautje voor de moeite, om mensen over te halen mee te doen.

Lees meer...

Ontwerpen en trekken van een steekproef

Steekproefplan: omvat beslissingen over de wijze van trekken en grootte van de steekproef.

Steekproefkader: Steekproeven kunnen worden getrokken uit een administratie van de populatie.

Kaderfout: als elementen in de doelpopulatie, niet in het onderzoek kunnen worden betrokken. Dat is de oorzaak van onderdekking.

Onderdekking: eenheden behoren wel tot de populatie, maar komen niet voor in het steekproefkader.

Overdekking: Als er per ongeluk toch personen in de vergelijkingsgroep terechtkomen die wel betrokken zijn.

Kanssteekproef = aselect, at random, op toeval berust. > kan statistische uitspraak worden gedaan.

Kanssteekproeven
Enkelvoudig aselecte steekproef
Steekproefeenheden volstrekt willekeurig uit alle eenheden van populatie trekken.

Gestratificeerde steekproef
Populatie indelen in categorieën. Aselect uit elke categorie een steekproef trekken naar grootte van categorie in populatie. De steekproef is dan representatief qua bv leeftijd.

Clustersteekproef
Straten, klassen, huishoudens. Je neemt cluster dan als eenheid en ondervraagt alle leden ervan.

Getrapte steekproef
Als binnen cluster weer een steekproef wordt gedaan.
Niet-kanssteekproeven = monsters.

Quotasteekproef
Interviewers verspreidt over VS om respondenten te zoeken. Lijkt op een gestratificeerde steekproef alleen is bij deze niet bekend hoe groot de kans is dat je erin komt.

Sneeuwbalsteekproef
Geen goed steekproefkader. Bijvoorbeeld bij drugs. Dan ga je via politie naar drugsverlaafden toe.

Lees meer...

Definitie en operationalisering van de populatie

Hypothetische populaties: niet naar tijd en plaats gedefinieerde populaties.

Marktonderzoek hoeft niet per se uit gezinnen of individuen te bestaan, kan ook uit huishoudens, bedrijven.

Nadat de doelpopulatie is vastgesteld, moeten we precies omschrijven wie wel en wie niet tot de in het onderzoek opgenomen populatie (operationele populatie) behoren.

> bevindingen onderzoek hebben alleen betrekking op de operationele populatie.

Lees meer...

Wat is een enquête en wanneer kies je ervoor?

= veel gebruikte manier om sociaalwetenschappelijk onderzoek te doen. Voor het beschrijven, voorspellen en verklaren van sociale verschijnselen dmv vragenlijsten.

> Om te bepalen wie er worden ondervraagd, wordt vaak een steekproef getrokken.

-Voor vastleggen verschijnselen, kenmerken personen, gedrag, feiten of opinies in de populatie.

Cross-sectioneel onderzoek = grootschalig beschrijvend onderzoek.

Beleidsonderzoek is praktijkgericht onderzoek door overheid om het beleid te kunnen bepalen. > vaak door onderzoeksbureaus.

Retrospectieve vraag: Vraag naar verandering (bv. voelt u zich onveiliger dan eerst).

Longtidunaal onderzoek = Panel survey = waarin dezelfde respondenten herhaaldelijk worden benaderd met dezelfde vragen

Herhaald cross-sectioneel onderzoek = Trend survey = als respondenten uit verschillende steekproeven periodiek ondervraagd worden met dezelfde vragen.

Standaardiseren: om vergelijkbare informatie te krijgen wordt eenzelfde vragenlijst voor meerdere mensen gebruikt. Ook op dezelfde manier; internet of telefoon oid.

> maakt vergelijkbaarheid en replicatie tussen interviews mogelijk.

Census= volkstelling = Wanneer alle personen in een doelpopulatie allemaal ondervraagd worden

Lees meer...

Data-analyse

Er wordt gekeken naar verschillen tussen experimentele en controle groep, voor- en nameting.

Multivariate analysetechnieken: Omdat het verschil tussen experimentele en controleconditie moet worden geanalyseerd samen met de effecten van mogelijk storende variabelen, moeten hierbij technieken worden gebruikt waarbij verschillende variabelen tegelijk in de analyse worden betrokken.

De experimentele controle via randomiseren blijft beter dan statist ische controle via multivariate analyse.

Lees meer...

Dataverzameling

Vragenlijst of interview
> Als je info wilt over opinies, kennis, gevoelens

Observeren
> Als men info wil over gedrag en gedragsveranderingen

-systematische gedragsobservatie is gestructureerd. Kan worden gelet op duur, frequentie en intensiteit van gedrag.

- Observatie biedt vrijwel geen mogelijkheden om motieven te achterhalen.
>Observatie ligt ook voor de hand wanneer proefpersonen niet in staat zijn vragen te beantwoorden.

-Video-opnamen zouden beste mogelijkheid bieden voor het analyseren van interactieprocessen tussen verzorger en kind.

Test

-Wanneer de experimentele stimulus bestaat uit nieuwe methode of theorie
> instrument voor meten kennis en vaardigheden of persoonskenmerken

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen