Wordt opgenomen als S in de grond, en als SO² uit de atmosfeer. Te hoge S² gehalten in de lucht door bijvoorbeeld industrie zorgt voor toxiciteit van de planten.
Zwavel moet in de plant altijd eerst gereduceerd worden voordat die metabolisch actief kan zijn, hier gebeurt dan een reversibel proces.
Er zijn 2 aminozuren die zwavel bevatten, namelijk methionine en cysteïne. De structuur van eiwitten wordt gestabiliseerd door deze cysteïne bindingen.
Het totale kaliumgehalte varieert tussen 0,05-0,30% aanwezig in volgende vormen:
De kwaliteit van de oogstproducten worden zo op vele manieren verhoogd:
Er zijn meer dan 50 enzymen die kalium nodig hebben om te kunnen functioneren:
In het cytoplasma is het de belangrijkste positief geladen component. Bij een gebrek zijn er dan anionen als vrije zuren aanwezig, en dit zorgt voor een te lage cytoplasmatische pH-waarde.
Osmose: een uitwisseling van 2 oplossingen met een verschillende concentratie, door een halfdoorlaatbare wand.
K zorgt voor het mechanisme van het openen en sluiten van de huidmondjes.
Kalium wordt altijd opgenomen als een K+ion. Zaden hebben een heel laag gehalte, maar jonge zaailingen kunnen redelijk snel de K+ ionen opnemen.
Komt van plantenresidu’s en microbencellen.
In zure gronden is er een fractie van P gebonden aan Al en Fe die niet of weinig oplosbaar is. Bij bekalking kan deze vorm toch nog mobiel worden.
In kalkrijke gronden worden oplosbare fosfaten toegevoegd als meststof omdat deze vocht aantrekt en hydrolyseert.
Deze irreversibele transformatie in meer en meer oplosbare P vormen, heet retrogradatie of fixatie.
De oplosbaarheid vermindert volgens de frequentie: monoCafosfaat-diCafosfaat
Uit een grafiek kunnen we afleiden dat:
