Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Embryonale fase

van twee tot acht weken, de organen en de grote lichaamsystemen ontwikkelen zich snel. Dit is een kritische periode waarin de embryo het meest gevoelig is voor schadelijke invloeden van buitenaf. Wanneer er teveel schadelijke invloeden zijn kan dit een miskraam tot gevolg hebben. Vijftig procent van de zwangerschappen eindigt in een miskraam, vaak voordat een vrouw weet dat zij zwanger is. Slechts vijftien procent van de erkende zwangerschappen eindigt in een miskraam.

Lees meer...

Germinale fase

bevruchting tot twee weken, in deze fase deelt de zygote zich en nestelt zich in de baarmoederwand. Voor de innesteling, waarmee de celverdeling begint, groeperen sommige cellen zich aan één kant om de embryonische disk te vormen: een verdikte celmassa van waaruit de embryo zich begint te ontwikkelen. De embryonische disk splitst zich in drie lagen: de ectoderm (boven) wordt de oppervlakte van de huid, de endoderm (onder) wordt het spijsverteringssysteem en de mesoderm (midden) ontwikkelt zich tot de binnenste laag van de huis, de spieren, het skelet en het uitscheidings- en bloedsomloopsysteem.

Lees meer...

Prenatale ontwikkeling

Prenatale ontwikkeling verloopt langs drie verschillende stadia. Tijdens deze stadia verloopt de ontwikkeling volgens twee principes. De groei en motorische ontwikkeling verloopt van boven naar beneden (cephalocaudale principe) en van het centrum richting de extremiteiten (proximodistal principe).

Lees meer...

Genotype- omgeving correlatie

verwijst naar de momenten waarop het genotype en de omgeving in dezelfde richting werken. Op drie manier versterkt dit de expressie van het genotype:

  • Passieve correlaties: hierbij gaat het om invloeden waarop de persoon zelf geen invloed heeft. Wanneer een kind muzikale ouders heeft, is de kans groot dat de muzikaliteit geërfd wordt en dat de omgeving eveneens is ingericht op muziek.
  • Reactieve correlaties: wanneer de ouders zelf niet muzikaal zijn, maar het kind dit wel lijkt te bezitten. Nu zullen de ouders wellicht meer hun best doen hiervoor mogelijkheden te creëren, dan het geval was geweest wanneer het kind geen muzikaliteit bezat.
  • Actieve correlaties: wanneer kinderen ouder worden en meer keuzevrijheid hebben, selecteren zij actief ervaringen die overeenkomen met hun genetische neigingen. De neiging om een omgeving op te zoeken die past bij iemands genotype wordt nichepicking genoemd.


Bepaalde fysieke en psychosociale eigenschappen hebben een erfelijke predispositie. Zoals obesitas, intelligentie en temprament.

Lees meer...

Reactie breedte

verwijst naar de breedte van mogelijke uitingen van erfelijke kenmerken. De breedte is erfelijk bepaald, maar de omgeving bepaald de uiteindelijke vorm.

  • Kanalisatie laat zien op welke manier erfelijkheid de breedte van de ontwikkeling van sommige kenmerken kan beperken (kleur van iemands ogen wordt niet door de omgeving beïnvloedt).
Lees meer...

Erfelijkheid

  • de statische schatting van de grootte van de erfelijke bijdrage op het gebied van variabiliteit van een specifiek kenmerk, op een gegeven moment, binnen een gegeven populatie. Erfelijkheid wordt aangegeven in een getal dat loopt van 0.0 tot 1.0. erfelijkheid kan niet direct gemeten worden, waardoor er veel gebruik wordt gemaakt van familie-, adoptie- en tweelingonderzoek.

    • Bij familie-onderzoek meten onderzoekers in hoeverre de biologische familie bepaalde eigenschappen deelt en of de nabijheid van de familierelatie geassocieerd is met de mate van gelijkheid.

    • Adoptie-onderzoek kijkt zowel naar de gelijkenissen tussen de geadopteerde kinderen en hun adoptieve familie als naar de gelijkenissen met hun biologische familie.

    • Tweelingonderzoek vergelijkt eeneiige tweelingen met twee-eiige tweelingen van hetzelfde geslacht. Als de eeneiige tweeling meer concordant (dit houdt in dat er statisch een grotere kans is dat ze dezelfde eigenschap vertonen) is, worden de effecten van erfelijkheid duidelijk.
Lees meer...

Nature vs. Nurture

De wetenschap van de gedragsgenetica houdt zich bezig met de vraag in hoeverre erfelijkheid en omgeving bepaalde kenmerken beïnvloeden (dit onderzoek is kwantitatief).

Lees meer...

afwijkingen

  • Kinderen die geboren worden met een genetische afwijking hebben een hoog risico op vroegtijdig overlijden. Genetische afwijkingen kunnen zowel recessief als dominant zijn. Sekse gerelateerde afwijkingen hebben vaak enkel invloed op jongens, dit komt doordat meisjes vaak een andere, gezonde X-chromosoom hebben om voor de afwijking te composeren.

  • Afwijkingen bij de geboorte kunnen ook ontstaan door mutaties tijdens de celdeling. Dit kan spontaan gebeuren of onder invloed van schadelijke stoffen. Deze mutaties kunnen uitsterven door het proces van natuurlijke selectie; de onmogelijkheid voor een geïnfecteerd persoon om te overleven en zich voort te planten.

  • Chromosomale afwijkingen ontstaan eveneens door fouten tijdens het proces van celdeling. Hierdoor kan het voorkomen dat er een teveel of tekort aan chromosomen ontstaat (syndroom van down, een extra chromosoom). De kans op fouten tijdens het proces van celdeling neemt toe naarmate de moeder vijfendertig jaar of ouder is.
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen