Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Het immuunsysteem:

Het immuunsysteem bestaat uit structuren die het lichaam beschermen tegen virussen en bacterieën.

Wanneer het te zwak is worden we ziek. Wanneer het te sterk is verzet het zich tegen alles, zelfs tegen eigen lichaamscellen (auto-immuunziekte).

De belangrijkste elementen van het immuunsysteem zijn de leukocyten of witte bloedlichaampjes. Ze worden geproduceerd in het beenmerg. Daarna verplaatsen ze zich naar milt, lymfklieren en …(thymus gland). Daar worden ze opgeslagen totdat er een vreemd iets in het lichaam komt. De leukocieten controleren het bloed en andere lichaamsvloeistoffen op indringers. Elke cel heeft bepaalde proteïnen op zijn oppervlak; de antigens. (antibodygenerator molecules). Wanneer een leukocyt een cel vindt met antigens die verschillen van de rest van het lichaam valt hij deze cel aan.

Eén type leukocyte is de B-cel, die rijpt in het beenmerg. Hij produceert anti-lichamen om een anti-gen aan te vallen. Antilichamen zijn Y-vormige proteïnen die in het bloed circuleren. Elk soort valt speciaal één soort antigen, zoals een sleutel maar op 1 slot past. Het lichaam ontwikkelt antilichamen tegen afzonderlijke anti-gens die gesignaleerd zijn. Deze antilichamen zorgen de volgende keer voor bescherming (immuniteit) tegen deze ziekte (b.v. mazelen). Andere leukocyten zijn de T-cellen, zo genoemd omdat ze in de thymus gevormd worden. Zij vallen direct binnendringende cellen aan of stimuleren responsen van andere immuun-systeemcellen. Een T-cel werkt meestal beschermend, maar bij een transplantatie vormen ze een probleem omdat ze het transplantaat kunnen afstoten.

Een andere verdedigingslinie van het immuunsysteem zijn de Natural Killer (NK)-cellen. Het zijn bloedcellen die tumorcellen en viruscellen aanvallen. Ze zijn niet zeer specifiek, zoals een antilichaam of een T-cel. Die vallen maar 1 soort indringer aan, terwijl een NK-cel veel verschillende soorten indringers kan aanvallen.

Het immuunsysteem scheidt ook chemicalieën af; de cytokines. Via het bloed beïnvloeden ze neuronale functies. Het zenuwstelsel en het immuunsysteem beïnvloeden elkaar dus.

De studie over de relatie tussen zenuwstelsel en immuunsysteem heet psychoneuroimmunologie.

Bepaalde soorten stress veroorzaken de afscheiding van endorfinen. Deze verhogen de pijngrens maar veroorzaken afname van het aantal NK’s. Daardoor worden we vatbaarder voor ziekten. Wanneer zich een tumor ontwikkelt zal dit sneller groeien.

Lees meer...

Chronische stress, het immuunsysteem en gezondheid:

Het lichaam reageert op een speciale manier op chronische stress (wanneer er b.v. een gifafvalplaats wordt gebouwd in de buurt of wanneer een dierbare chronisch ziek wordt en langdurige zorg behoeft enz.)

Stressoren exciteren het sympathische zenuwstelsel en het parasympathische systeem bestaande uit de hypothalamus, de hypofyse en de bijnieren.

Langdurige stress stimuleert in toenemende mate de hypothalamus, hypofyse en bijnieren (het parasympathisch systeem). Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 12

De hypothalamus stimuleert de hypofyse om het hormoon adrenocorticotropic (ACTH) af te scheiden. Dat stimuleert de bijnieren om cortisol af te scheiden. Cortisol doet het bloedsuikergehalte stijgen en versnelt de stofwisseling. De toegenomen hoeveelheid brandstof zorgt er voor dat we het hoofd kunnen bieden aan de stress zonder meteen te vechten of te vluchten vanuit het sympathisch zenuwstelsel.

Wanneer cortisol en andere hormonen hun energie gebruiken om bloedsuiker en stofwisseling te ondersteunen, kunnen ze die niet gebruiken voor het synthetiseren van proteïnen, inclusief de proteïnen die nodig zijn voor het immuunsysteem.

Voor korte tijd kan dit geen kwaad, maar bij langdurige stress (weken of maanden) verzwakt het immuunsysteem en wordt het individu vatbaar voor ziektes.

Lees meer...

Sympathische prikkeling en hartziekten:

Sommige mensen hebben heftigere en snellere sympathische reacties dan anderen. Deze mensen zijn ook vaak impulsiever, emotioneler en houden van mensen om zich heen. Hebben deze mensen een grotere kans op hartziekten?

Veel studies hebben aangetoond dat vijandig gedrag eerder tot hartziekten leidt dan wanneer we relaxed zijn.

Vijandig gedrag is ook een bepaalde vorm van overselectedring van het sympathische zenuwstelsel. Het rechtstreeks verband tussen vijandig gedrag en hartziekten is niet aangetoond. Maar mensen met veel sociale support, die hen door moeilijke tijden helpt hebben meestal minder hart- en vaatziekten dan mensen zonder sociale support.

Lees meer...

Voodoo dood en gerelateerde verschijnselen:

Een gezond persoon sterft dan plotseling, omdat hij denkt dat een vloek zijn dood bepaalt.

Het slachtoffer weet van zijn vervloeking. Vrienden en bekenden, die ook in de vloek geloven behandelen het slachtoffer daarom als een stervende. Overweldigd door doodsangst weigert het slachtoffer voedsel en sterft binnen 24-48 uur. zieke mensen die geloven dat ze sterven sterven ook vaker, dan mensen die er van uit gaan dat ze herstellen.

Wat is de doodsoorzaak in zo’n geval? Curt Richter ontdekte dat ratten bij wie de snorharen (bepalend voor richtinggevoel) waren afgeknipt bijna direct stierven wanneer ze moesten gaan zwemmen. Ze verdronken niet, maar kregen een hartstilstand.

Volgens Richter komt dat omdat het sympathische zenuwstelsel en dus de hartslag sterk geselectederd werd bij het te water laten van de rat.

Als de rat na een minuut merkt dat hij reddeloos verloren is (zonder zijn snorharen) wordt het parasympathische systeem hoog geselectederd als reactie op de activatie van het sympathische systeem.

Heftige parasympathische respons leidt tot de hartstilstand. Ratten die eerst al geleerd hadden dat ze gered werden stiervan niet als men de snorharen afknipte.

Plotselinge dood in angstige situaties zijn misschien dus het gevolg van excessieve parasympathische activiteit.

Lees meer...

Het meten van autonome arousal:

Door hartslag en bloeddruk te meten kunnen emoties vastgesteld worden.

Het is echter niet mogelijk aan te geven van welke emotie sprake is. Ook is niet altijd vast te stellen of de respons het gevolg van emotie is of ook door andere dingen beïnvloed wordt.

De Polygraaf (leugendetector) meet de prikkeling van het sympatische zenuwstelsel; hartslag, ademhaling, bloeddruk en GSR = Galvanic Skin Response = electrische geleiding van de huid die toeneemt wanneer iemand gaat transpireren.

Lees meer...

Cannon-Bard theorie

Volgens deze theorie vinden emotionele ervaring en fysieke prikkeling tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar plaats.

Geen van deze beide theorieën is helemaal correct. Door medicijnen of op andere manieren kunnen we namelijk de autonome respons verhogen of onderdrukken.

Lees meer...

James-Lange theorie:

Je zou denken dat we eerst een emotie voelen en daar dan op reageren. Maar volgens

James Lange komen prikkeling van het autonome zenuwstelsel en bewegingen eerst.

Wat we ervaren als een emotie is het label dat we aan onze respons geven. Dus: Ik ben bang want ik ren weg.

Lees meer...

Prikkeling van het onwillekeurige zenuwstelsel:

Emoties geven een veranderde hartslag, ademhaling en andere interne activiteiten die het lichaam voorbereiden op de situatie die het ziet.

De interne veranderingen hangen af van twee onderdelen van het onwillekeurige zenuwstelsel;

1. Het sympathische zenuwstelsel bereidt het lichaam voor om krachtig op de situatie te kunnen reageren.

2. Het parasympathische zenuwstelsel vertraagt de spijsvertering en andere processen die energie kunnen besparen die nodig is voor de komende gebeurtenissen.

Beide systemen zijn steeds actief, hoewel op een bepaald moment het ene meer actief is dan het andere.

Cellen in het limbische systeem, vooral in de hypothalamus en amygdala interpreteren emotioneel geladen gebeurtenissen en zenden boodschappen naar cellen in de medulla en pons, die de boodschap naar het ruggemerg doorgeven.

Dat controleert de activiteit van het sympathische zenuwstelsel. Axonen uit het bovenste en onderste gedeelte van het ruggenmerg selectedren een reeks van ganglia buiten het ruggenmerg.

Axonen van die ganglia leiden naar de organen. Axonen van de pons, de medulla en het sacrale deel van het ruggenmerg vormen het parasympathische systeem.

Lees meer...

Paul MacLean

Breidde de theorie uit en noemde dit circuit van voorhersenstructuren het limbische systeem.(1949,”58,”70) Limbus=grens.

Het limbische systeem vormt de grens rondom de hersenstam. De grootte van het limbische systeem variëert minder tussen de soorten zoogdieren dan de grootte van de cerebrale cortex.

Daaruit leidde hij af dat het limbische systeem primitieve functies controleert, die bij alle zoogdieren voorkomen; agressie, vluchtgedrag, voortplantingsdrift.

Veel studies wijzen uit, dat de rechter hemisfeer van de cerebrale cortex van meer belang is m.b.t. emoties dan de linker. Mensen met een beschadiging in de rechter hemisfeer konden b.v. geen verdrietige- of angstige gezichtsuitdrukking herkennen, wel vrolijke.

Studenten die dia’s met emoties via het linkeroog kregen aangeboden (wordt verstuurd naar rechter hemisfeer) reageerden hier sterker op dan via het rechteroog (naar linker hemisfeer).

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen