Verzekeringsfondsen/tak 23 producten
- Gepubliceerd in Economie
= levensverzekeringen die aan een beleggingsfonds gekoppeld zijn.
= levensverzekeringen die aan een beleggingsfonds gekoppeld zijn.
Ethibel lanceerde in 2002 zijn eigen duurzaamheidsindex= ethibel sustainability index
=bestaat uit 1 wereldwijde index, nl de ESI Global en 3 regionale indexen, nl: de ESI americas, ESI europe en de ESI asia pacific. Deze indexen bevatten de best in class bedrijven wat betreft duurzaam ondernemerschap.
Naast de certificiëringstaak, bood ehtibel ook zijn diensten aan als sociaal ethische revisor. De controle op de ethische wederbelegging van duurzame spaarproducten valt hier bv onder.
Ethibel lanceert ethische fondsen die hun label verworven hebben als 4e generatie ethische fondsen.
Houden beleggingsproducten aan met een hoog sociaal-ethisch en ecologisch gehalte. Deze fondsen gaan vandaag de dag ook meer schuil onder het label duurzaam beleggen of sociaal (of maatschappelijk) verantwoordelijk investeren (socially responsible investments – SRI’s)
Sommige vermogensbeheerders investeren in analisten die het ethische karakter van ondernemingen screenen, anderen doen dan weer beroep op ethibel (nu forum ethibel) = een belgische vzw die sinds 1992 bedrijven onderzoekt en ze afhankelijk van hun score al dan niet selecteert voor opname in zijn bedrijvendatabank. Men kreeg een ethibel label (kwaliteitslabel) als men aan alle criteria voldoet, gevolg: niemand kreeg een label. Daarom hernoeming: ethibel pioneer label en zij introduceerde tegelijkertijd het minder strenge ethibel excellence label.
men krijgt een ethibel label als de beleggingsfondsen die voor de samenstelling van hun portefeuille enkel putten uit de bedrijfsdatabank van ethibel.
UCITS 3 laat toe dat fondsen short gaan, zij het via afgeleide producten. Sinds 07 spelen een aantal marktparticipanten daar op in door in navolging van de VS 130/30 fondsen te lanceren. Het fonds gaat 30% short (short extentie) waardoor 130% kan belegd worden.
= amerikaans speculatiefonds, hierbij waren in 88 de verliezen zo groot dat de amerikaanse federal reserve tussenkwam om het faillissement af te wenden en zo het systeemrisico te vermijden.
Het was geen typische hedge fund: in de eerste plaats owv de stichters myron scholes en robert merton. Ten 2e was het een hoog levered fonds.
Hebben niets met hedging of indekking te maken.
= hefboomfondsen, speculatiefondsen, instellingen met hoge schuldgraad (highly levered institutions-HLI’s)
Ze richten zich slechts op heel rijke beleggers. Dankzij de hoge min inleg trekken zij geen kleine spaarders aan en kunnen zij zonder al te veel regelgeving opereren. 2 grote groepen:
1) macro hedge funds
speculeren op belangrijke verschuivingen in de internationale financiële markten
2) relative value funds
trachten obv arbitrage voordeel te halen obv marktinefficiënties. Over arbitrage in zuivere zin is hier niet altijd sprake. Soms is het beter te spreken over verwachtingsarbitrage. In haar zuivere vorm neemt arbitrage risicoloze posities in die met zekerheid tot winst leiden.
=fondsen die op hun beurt in andere ICB’s beleggen. De bedoeling is dat op deze manier een betere (wereldwijde) diversificatie bereikt wordt. Dakfondsen kunnen ook inspelen op diversificatie tss verschillen op activaklassen.
Is niet hetzelfde als kapitaalgarantie!
Hierbij streeft de beheerder er naar om minimaal het kapitaal uit te keren op vervaldag maar hij geeft u daar geen zekerheid over. Het kan ook nagestreefd worden zonder afgeleide financiële producten.