Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Thomas LeVere

(1975) veronderstelde dat een laesie soms niet de herinnering zelf, maar het vermogen om hem te vinden beschadigt. Wanneer iemand de vaardigheid weer verwerft komt de oorspronkelijke herinnering ook weer boven. (reaccessing).

Reaccessing is dan ook de taak van therapeuten. Een patiënt is geneigd vervangende vaardigheden te gebruiken. Bij therapie moet hem geleerd worden zich te concentreren op de beschadigde functie.

Lees meer...

Therapieën

Oefenen van uitgevallen functies is belangrijk. Functies kunnen uitgevallen zijn omdat ze weg zijn of omdat ze "moeilijk te vinden zijn" Therapeuten helpen "verloren vaardigheden" weer op te zoeken of nog aanwezige vaardigheden effectiever te gebruiken.

Lees meer...

Langzame- of plotselinge laesies

Een aap verliest zijn fijne motoriek wanneer er een plotselinge beschadiging optreedt in de motor cortex aan beide kanten van het brein.

Maar wanneer er met tussenpozen steeds kleine beschadigingen worden toegebracht blijft de aap redelijk functioneren, ook al is de beschadiging na verloop van tijd ernstig. Dit noemt men het serial-laesie effect. Dit effect doet zich wel voor bij sommige soorten beschadiging en bij andere niet.

Verklaring: Collaterale sprouting en herstel van weinig beschadigde verbindingen die de sprouting de goede kant op kunnen sturen. Ook kunnen de niet beschadigde verbindingen de functionering van de postsynaptische neuronen nog onderhouden.

Een ander deel van de verklaring luidt, dat bij een serial laesie de patiënt steeds tijd heeft om zijn gedrag aan te passen en manieren te vinden om restvermogens beter te ontwikkelen.

(Dit beïnvloedt sprouting, dus deze beide delen van de verklaring horen bij elkaar).

Lees meer...

Effecten van zich ontwikkelende neuronen

Het onvolgroeide brein produceert veel meer neuronen dan nodig zijn. Beschadiging beïnvloedt de overleving en de verbindingen van andere onvolgroeide neuronen.

Beschadiging in een vroeg stadium kan uitstekend herstel of juist grote schade veroorzaken, afhankelijk van de locatie.

Patricia Goldman ontdekte dat bij jonge apen een beschadiging aan de orbitale frontale cortex (een vroeg gebied van de prefrontale cortex) uitval gaf bij taken waarbij gekozen moest worden tussen links en rechts.

Deze uitval was heel duidelijk op 1-jarige leeftijd, maar op 2-jarige leeftijd was dit gedrag aanmerkelijk verbeterd.. Apen die deze beschadiging op latere leeftijd kregen herstelden veel minder. Vroege beschadiging van de orbitale frontale cortex wordt gecompenseerd door aanpassingen in de ontwikkeling.

In tegenstelling hiermee veroorzaakt een beschadiging in de dorsolaterale prefrontale cortex eerst weinig afwijkingen in de "kiestaak". Na een jaar is de afwijking nauwelijks te merken. Maar na 2 jaar vertoont het dier ernstige uitval. De afwijkingen nemen toe. Een verklaring vormt het feit dat de dorsolaterale prefrontale cortex zich maar langzaam ontwikkelt. De beschadiging heeft op 1-jarige leeftijd nog weinig effect, omdat een gezonde prefrontale cortex op die leeftijd nog niet veel doet.

Sommige onderzoekers geloven dat schizofrenie samenhangt met een vroege beschadiging van de dorsolaterale prefrontale cortex, maar dat de verschijnselen door de trage ontwikkeling pas op latere leeftijd tot uiting komen.

Lees meer...

Invloed van leeftijd op gespaard gebleven neuronen

Neuronen van kinderen hebben een groter potentieel tot collaterale sprouting van de axonen, vertakking van dendrieten en hergroepering van axonen waarvoor het normale doel niet meer beschikbaar is. B.v. wanneer de superior colliculus aan de linkerkant van een babyhamster vernietigd is voordat de optische zenuw hem bereikt heeft zullen de axonen van de optische zenuw, wanneer ze het beschadigde gebied bereiken oversteken naar het superior colliculus aan de rechterkant. De hamster is dan ruimtelijk georiënteerd op dat wat hij in het rechter visuele veld ziet.

Dit werkt averechts, zodat de hamster zich niet kan oriënteren. Een vroege hersenbeschadiging kan leiden tot patronen die anders zijn dan een beschadiging bij volwassenen, maar dit is niet altijd gunstig.

Lees meer...

Kennard principe

(Margaret Kennard 1938) Hoe eerder de beschadiging, hoe groter de kans op herstel. Dit gaat niet altijd op. Het hangt ook af van de aard en plaats van het letsel. En vooral bij prenatale beschadiging of die in het eerste half jaar zijn de gevolgen voor de ongeborene of de baby veel groter en op veel meer gebieden.

Lees meer...

Samenvatting

Beroertes, een veel voorkomende vorm van hersenbeschadiging bij ouderdom, doodt cellen door overstimulering. Een plotselinge klap is bij jongeren vaker een oorzaak voor hersenletsel.

Neuropsychologen gebruiken veel soorten tests wat een persoon met hersenletsel nog wel of niet kan en waarom.

Mensen en dieren die hersteld zijn van hersenletsel hebben meer last van achteruitgang bij stress en ouderdom.

Veel van het herstel behoeft geen structurele verandering in de hersenen, het hangt af van gedragsaanpassingen en het uitbouwen van vaardigheden die nog resten, ook al zijn ze aangetast. Na hersenletsel worden soms neuronen die ver van de plaats van beschadiging liggen inactief omdat ze geen input meer krijgen. Herstel hangt gedeeltelijk af van het opnieuw stimuleren van deze neuronen door medicijnen.

Een doorgesneden axon in het perifere zenuwstelsel van een zoogdier kan herstellen. Bij vissen treedt herstel van axonen ook op in het centrale zenuwstelsel. Een oorzaak voor dit verschil is dat het centrale zenuwstelsel van een volwassen zoogdier proteïnen produceert die de groei van axonen inhiberen.

Wanneer een stel axonen sterft zullen naburige axonen onder bepaalde omstandigheden nieuwe vertakkingen maken om de vacante synapses te bedienen.

Wanneer veel axonen die een postsynaptisch neuron bedienen inactief worden kan een neuron gaan reageren op andere axonen.

Lees meer...

Samenvatting van mechanismen die bijdragen tot herstel van hersenletsel

1. Aangeleerde aanpassingen in gedrag.

2. Terugkeer van normaal functioneren door onaangetast neuronen, reductie van diaschisis.

3. Regeneratie van vernietigde axonen bij vissen in het perifere en centrale zenuwstelsel, bij volwassen zoogdieren alleen in het perifere zenuwstelsel.

4. Veranderingen van de synapses in de hersenen; sprouting en denervation supersensitivity .

Lees meer...

Re-organisatie van sensorische representatie

Ervaringen kunnen de verbindingen in de cerebrale cortex vormgeven. (b.v. iemand die braille leest heeft aan het eind van een werkdag een groter hersengedeelte dat de wijsvinger representeert dan aan het eind van een vakantiedag) Hoe kan dat zo snel? Dit grootteverschil zou kunnen komen door collaterale sprouting, maar omdat het soms zo snel gebeurt kan het ook een gevolg zijn van toegenomen responsen door de postsynaptische neuronen. Sensorische axonen veroorzaken sterke effecten op sommige neuronen en geven bij-effecten op nabijgelegen neuronen. Een pure aanpassing van synaptische kracht kan de hersenrepresentatie van een sensorisch signaal veranderen.

Een grotere en meer permanente synaptische verandering kan plaatsvinden bij het verlies van gevoel uit een deel van het lichaam (b.v. bij amputatie van een vinger; het representatiegebied van de geamputeerde vinger neemt af, terwijl dat van de andere vingers toeneemt omdat zij de taken overnemen).

Neurowetenschappers hebben lang aangenomen dat corticale representatie samenhing met verplaatsing van de representatie van axonen. Maar toen ontdekten onderzoekers in de cerebrale cortex van apen van wie een ledemaat al 12 jaar gevoelloos was dat het gebied dat vroeger dit lid representeerde nu het gezicht vertegenwoordigde. Het was onaannemelijk dat axonen uit het gezichtsgebied van de cortex sprouts had laten groeien over een corticale afstand van 10 – 14 mm. Later onderzoek wees uit dat na een amputatie van een hand of been de axonen niet alleen sprouts vormen in de cortex, maar ook in het ruggemerg en de Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 28 hersenstam. Verandering van responsiviteit van corticale cellen zien we niet alleen terug in de cortex zelf, maar in het hele sensorische pad.

Hebben die veranderingen in de cerebrale cortex na een amputatie nut? Waarschijnlijk niet. Mensen die substantiële corticale veranderingen hebben na een amputatie hebben meestal last van pijn in het niet meer aanwezige lichaamsdeel.

De corticale verandering als gevolg van amputatie zijn waarschijnlijk alleen maar een extreem en schadelijk aspect van eenop zichzelf nuttig proces; de aanpassing van representatie in de hersenen van het wel- of niet gebruiken van lichaamsdelen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen