Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

OPTIMISME VAN KANT

  • Er zit veel optimisme bij Kant omdat het vat op de werkelijkheid veel krachtiger wordt en dit zal zich op alle domeinen voortzetten.
  • Vb. Kant in de POLTIEK: boek “ de eeuwige vrijheid”
  • (de eeuwige vrijheid = café met kerkhof ernaast)
  • Denkt na over het probleem van de politieke instabiliteit: Wat moeten we toch doen met die voortdurende oorlogen?
  • Hij denkt dat de economische ontwikkeling voor meer stabiliteit zal zorgen omdat landen meer afhankelijk van elkaar zullen worden.
  • De politieke strijd wordt vervangen door de economische strijd en de banden die hierbij ontstaan zijn sterker dan de politieke strijd.
  • => De vorsten zullen inzien dat samenwerken beter werkt dan oorlog voeren.
  • Weetje: Op het grafstuk van Kant staat:

- De Sterrenhemel => kennis van Newton, universele

- De Zedenwet => categorische imperatief

Lees meer...

KANT & GOD

  • God vindt je niet meer terug in al dit. Maar Kant is gelovig en gaat nog postulaten schrijven daarom. Deze gaan dan over het feit dat het vaak moeilijk is voor mensen in de maatschappij waarin God een druk is van bovenaf die ervoor zorgt dat je het juiste doet.
  • Vb. als iedereen de ander als doel op zich zou zien, dan brengt dit een toestand van het hoogst toelaatbare geluk met zich mee. Mensen zijn echter niet instaat de causale band te bewerkstelligen. Daarvoor moet men het bestaan van God aannemen.
  • => God is puur functioneel gedacht. Hij wordt er bijgehaald zodat mensen die het moeilijk hebben toch juist kunnen denken. Kant zelf is antireligieus.
  • OPMERKING: Kant stelt dat mensen geloven in God!
  • Geloven is iets wat principieel onmogelijk waarheid kan worden!
  • Hoe kan men geloven in datgene waarvan men inziet dat het nooit waar kan zijn? => hoort volgens Kant bij de imperfecte aard van het menselijk wezen.
Lees meer...

KANT & RECHTVAARDIGHEID

  • alle regels die samenleven mogelijk maken (richt zich op de maatschappij)
  • => Deugd: heeft te maken met de categorische imperatief.
  • Mensen kunnen op verschillende manieren samenleven en zelf weg kiezen. Conflict dat hieruit echter kan ontstaan is niet gering.
  • Gevolg: je bent eigenlijk maar zo vrij tot je aan de vrijheid van anderen raakt. Daar heb je de regels voor nodig van uit de rechtvaardigheid zodat je inperkingen kan krijgen op je kan doen.
Lees meer...

KRITIEKEN OP KANTS ETHIEK

1. te rigide => het is manier van denken die te veel van ons eist

2. te formeel => in veel gevallen weet je niet precies wat de categorische imperatief zou voorschrijven

3. te serieus => het lijkt alsof je een morele daad met tegenzin moet uitvoeren als je wil dat ze een morele waarde zou hebben.

Lees meer...

NOUMENALE WERELD VS FENOMENALE WERELD

  • Bij Kant is de mens burger van 2 werelden: de fenomenale en noumenale. - FENOMENALE WERELD = de zintuiglijke wereld waarin de mens een fragment is van enorm causaal gedefinieerd geheel.
  • NOUMENALE WERELD: Hierin ben je vrij en is er ratio. Je kan zien wat de juiste weg is + je hebt mogelijkheid om autonoom te zijn en bijv. overlopers niet neer te schieten. Je kan in opstand tegen iets onrechtvaardig is.
  • MAAR: mensen zijn supergoed in excuses zoeken voor hun handeling en waarom we categorische imperatief niet volgen en ontwijken wat we moeten doen. De waardigheid van de mens zit hem erin als je wel in opstand komt en toch doet wat je moet doen. Dit gebeurt dus in de noumenale wereld waarin je dan de zintuiglijke wereld kan overstijgen. Dan zijn we volgens Kant meer dan dieren en anderen die dit niet doen.
  • => Dan heeft de mens nagedacht over de normen en waarden (stukje reflectie proces van boven de ijsberg) en dat vindt Kant enorm belangrijk.
  • Nu kan je juiste keuze zien en dan moet je beslissen of je dit gaat doen of niet = reflectiemoment. Als je dit doet, dan is moraal scheppend + creatief!
  • => Hoe ambetanter de keuze en het dan toch doen, hoe meer je jezelf toont en hoe groter de moraliteit is!
  • Vb1: een gierige mens die nooit iets geeft, maar nu toch wat geld geeft als mensen van 11-11-11 aan zijn deur staan.
  • Vb2: Een van de medewerkers van Emron die tegen de stroom ingaat en het niet eens is met de bedriegende strategie van het bedrijf en de waarheid te weten wilt komen. Ze neemt categorische imperatief op.
  • In Kant zijn formuleringen over de categorische imperatief zit ook dat iedereen bepaalde fundamentele waardigheid heeft en dus aantal rechten.
  • = LINK tussen Kant & 1948: de Rechten van de Men
  • We gaan heel sterk naar individu kijken daardoor:
  • Vroeger: 300000 man dood bij slag bij de Somme => gewoon briefje in de brievenbus bij de familie van de overledenen.
  • Nu: 2 Belgische doden in Afghanistan => kranten staan er vol van.
    Wij gaan ook meer onze rechten opeisen, zelf de wet stellen.
  • Zo kan je iets bouwen, maar je kan compleet dwaze dingen doen.
  • Uzelf de wet stellen = jezelf beperkingen leren opstellen
  • vrijgeleide om te doen waar je zelf zin in hebt, want dan ben je gewoon een dier dat zijn neigingen de hele tijd volgt.
  • => We proberen veel meer mensen dingen te doen inzien dan bijvoorbeeld klappen te geven (= ook Kantiaans denken)

Lees meer...

MOGELIJKHEIDSVOORWAARDEN VAN DE MORAAL

  • Goede wil: Wat drijft de goede wil?
  1. HYPOTHETISCHE IMPERATIEF = alsdan –redenering.
  • Vb. Als ik wil slagen, dan moet ik studeren. (= afhankelijk van het doel wordt moraliteit gedreven)
  1. CATGEORISCHE IMPERATIEF = ik moet dit doen (niet gedreven voor op een goed blaadje te staan bij iets of iemand)
  • HET VRIJHEIDSBEGRIP BIJ KANT:
  • De mens is vrij te kiezen tussen deze twee imperatieven, maar de categorische dringt zich op. Op een gegeven moment zal je echt weten wat goed is of niet, maar of je het dan echt wil volgen, daar ben je vrij in.
  • Vb. Engelen => worden gedreven door rationaliteit

Dieren => worden gedreven door reflexen
De mens => zit hier tussenin en bezit reflexiviteit.

  • => wij kunnen nadenken over wat ons te doen staat.
  • Vb. Ga ik spieken of niet?
    Engelen: spieken sowieso niet. Dieren: spieken sowieso wel.
    De mens gaat nadenken of hij gaat spieken of niet.
    • VRIJHEID = onafhankelijkheid
    • => Men heeft de keuze om goed of kwaad te handelen.
      We breken als noumenaal wezen uit het determinisme van de natuur.
    • We kunnen onze dierlijke natuur overstijgen door onszelf doormiddel van de rede de wet te stellen.
    • AUTONOMIE = zichzelf de wet stellen waarbij wet moet universele uitdrukking van de rede zijn en niet een persoonlijke uitdrukking!
    • Autonoom zijn we pas als je die vrijheid goed gebruikt en de juiste keuze maakt, namelijk diegene waardoor je je vrijheid wint!
      • DE 3 FORMULERINGEN VAN DE CATEGORISCHE IMPERATIEF:
  1. Handel uitsluitend volgens een beweegreden waarvan je tegelijk kan willen dat zij een algemene wet wordt.
  • vb. Als ik steel, dan ga je eigendom van je aan je toe-eigenen.
  • Veralgemeen dit: Dan mag iedereen stelen en heeft eigendom geen betekenis meer. (zoals een fiets in Leuven eigenlijk)
  • Er zit dus een contradictie in de handeling zelf.
  1. Handel zo dat je de mensheid, zowel in jouw persoon als in de persoon van eender welke andere, steeds tegelijk als doel en nooit louter als middel gebruikt.
  • Al je handeling stelt, gebruik dan de andere nooit enkel als middel, maar ook als doel, zijn de waarde op zich. Die waardigheid moet in elke handeling terugkomen, anders toen je geen respect en waardigheid en misbruik je eigenlijk de andere als je deze enkel als middel gebruikt.
  • Vb. Bij realityshow om instemming vragen dat ze het mogen uitzenden, want anders gebruik je die personen enkel als middel.
  1. Handel zo dat je wil (als de wil van een redelijk wezen) door zijn beweegreden zichzelf tegelijk kan beschouwen als algemene wetgever (als wetgever van de universele wet waaraan hij zich onderwerpt)
  • Autonome formulering: u stelt zelf de wet/je legt je zelf iets op.
  • Wanneer je iets doet, moet je inbeelden dat iedereen dat zou doen. We zijn hier onze eigen wetgevers en kunnen dus zelf altijd kiezen de categorische imperatief op te nemen.
    • Dit idee van de categorische imperatief is door en door LIBERAAL:
    • MAAR: vb. Dutroux: kan je niet zomaar afmaken en je moet hem een waardig proces geven, ook al heeft hij de categorische imperatief totaal genegeerd. Iedereen is namelijk fundamenteel vrij.
      • Vb2: grenswachters in Duitsland in WO
  • => Moeten mensen die overlopen neerschieten maar volgens Kant ben je ook hier fundamenteel vrij en kan je dus op dat moment kiezen voor de categorische imperatief en hem niet neer schieten. Waarschijnlijk wordt je dan wel zelf neergeschoten… Kant is zich wel bewust van de moeilijke situaties waarin dat mensen kunnen zitten om al dan niet te kiezen voor de categorische imperatief.
  • ARGUMENT DAT AAN DEZE VOORWAARDEN VOLDAAN IS:
  • => Het komt er op neer dat we moeten bewijzen dat wij werkelijk autonome wezens zijn en niet de speelbal zijn van vervreemdende krachten!
  • Volgens kant kan je hieraan echter ontsnappen doordat je weet hebt van de categorische imperatief! In gehoorzaamheid daaraan ben je werkelijk vrij:
  • Ik stel mezelf de wet, luister naar wat redelijk is in mij en wat ik dus redelijkerwijs kan willen!
  • We zijn ook werkelijk vrij omdat we onszelf als noumenaal wezen op die manier ervaren! Als redelijk wezen kunnen wij de dans van natuurlijke determinatie ontspringen.
Lees meer...

MOGELIJKHEIDSVOORWAARDEN VAN DE MORAAL

  • Goede wil: Wat drijft de goede wil?
  1. HYPOTHETISCHE IMPERATIEF = alsdan –redenering.
  • Vb. Als ik wil slagen, dan moet ik studeren. (= afhankelijk van het doel wordt moraliteit gedreven)
  1. CATGEORISCHE IMPERATIEF = ik moet dit doen (niet gedreven voor op een goed blaadje te staan bij iets of iemand)
  • HET VRIJHEIDSBEGRIP BIJ KANT:
  • De mens is vrij te kiezen tussen deze twee imperatieven, maar de categorische dringt zich op. Op een gegeven moment zal je echt weten wat goed is of niet, maar of je het dan echt wil volgen, daar ben je vrij in.
  • Vb. Engelen => worden gedreven door rationaliteit

Dieren => worden gedreven door reflexen
De mens => zit hier tussenin en bezit reflexiviteit.

  • => wij kunnen nadenken over wat ons te doen staat.
  • Vb. Ga ik spieken of niet?
    Engelen: spieken sowieso niet. Dieren: spieken sowieso wel.
    De mens gaat nadenken of hij gaat spieken of niet.
    • VRIJHEID = onafhankelijkheid
    • => Men heeft de keuze om goed of kwaad te handelen.
      We breken als noumenaal wezen uit het determinisme van de natuur.
    • We kunnen onze dierlijke natuur overstijgen door onszelf doormiddel van de rede de wet te stellen.
    • AUTONOMIE = zichzelf de wet stellen waarbij wet moet universele uitdrukking van de rede zijn en niet een persoonlijke uitdrukking!
    • Autonoom zijn we pas als je die vrijheid goed gebruikt en de juiste keuze maakt, namelijk diegene waardoor je je vrijheid wint!
      • DE 3 FORMULERINGEN VAN DE CATEGORISCHE IMPERATIEF:
  1. Handel uitsluitend volgens een beweegreden waarvan je tegelijk kan willen dat zij een algemene wet wordt.
  • vb. Als ik steel, dan ga je eigendom van je aan je toe-eigenen.
  • Veralgemeen dit: Dan mag iedereen stelen en heeft eigendom geen betekenis meer. (zoals een fiets in Leuven eigenlijk)
  • Er zit dus een contradictie in de handeling zelf.
  1. Handel zo dat je de mensheid, zowel in jouw persoon als in de persoon van eender welke andere, steeds tegelijk als doel en nooit louter als middel gebruikt.
  • Al je handeling stelt, gebruik dan de andere nooit enkel als middel, maar ook als doel, zijn de waarde op zich. Die waardigheid moet in elke handeling terugkomen, anders toen je geen respect en waardigheid en misbruik je eigenlijk de andere als je deze enkel als middel gebruikt.
  • Vb. Bij realityshow om instemming vragen dat ze het mogen uitzenden, want anders gebruik je die personen enkel als middel.
  1. Handel zo dat je wil (als de wil van een redelijk wezen) door zijn beweegreden zichzelf tegelijk kan beschouwen als algemene wetgever (als wetgever van de universele wet waaraan hij zich onderwerpt)
  • Autonome formulering: u stelt zelf de wet/je legt je zelf iets op.
  • Wanneer je iets doet, moet je inbeelden dat iedereen dat zou doen. We zijn hier onze eigen wetgevers en kunnen dus zelf altijd kiezen de categorische imperatief op te nemen.
    • Dit idee van de categorische imperatief is door en door LIBERAAL:
    • MAAR: vb. Dutroux: kan je niet zomaar afmaken en je moet hem een waardig proces geven, ook al heeft hij de categorische imperatief totaal genegeerd. Iedereen is namelijk fundamenteel vrij.
      • Vb2: grenswachters in Duitsland in WO
  • => Moeten mensen die overlopen neerschieten maar volgens Kant ben je ook hier fundamenteel vrij en kan je dus op dat moment kiezen voor de categorische imperatief en hem niet neer schieten. Waarschijnlijk wordt je dan wel zelf neergeschoten… Kant is zich wel bewust van de moeilijke situaties waarin dat mensen kunnen zitten om al dan niet te kiezen voor de categorische imperatief.
  • ARGUMENT DAT AAN DEZE VOORWAARDEN VOLDAAN IS:
  • => Het komt er op neer dat we moeten bewijzen dat wij werkelijk autonome wezens zijn en niet de speelbal zijn van vervreemdende krachten!
  • Volgens kant kan je hieraan echter ontsnappen doordat je weet hebt van de categorische imperatief! In gehoorzaamheid daaraan ben je werkelijk vrij:
  • Ik stel mezelf de wet, luister naar wat redelijk is in mij en wat ik dus redelijkerwijs kan willen!
  • We zijn ook werkelijk vrij omdat we onszelf als noumenaal wezen op die manier ervaren! Als redelijk wezen kunnen wij de dans van natuurlijke determinatie ontspringen.

Lees meer...

HET PRAKTISCH VERNUNFT/MORAAL BIJ KANT

  • gaat over de moraliteit.
    • Hoe kan het dat die er is? want volgens Ka nt is er moraliteit van nature aanwezig. Vb. Een kind verdrinkt en je loopt voorbij => je redt het.
  1. hoe kan het dat er goede daden zijn?
  2. Wat zijn goede daden?
  • Bij hem spelen i.t.t. het utilitarisme de gevolgen van een daad/actie geen rol..Fundamenteel is de goede wil. De intentie/beweegreden, het waarom dat er achter zit is beslissen om iets fout of goed te noemen. Dus we gaan ontmaskeren en proberen naar de intenties te kijken.
  • vb. Hopen een relatie aan te knopen met de moeder van de peuter en hem daarom redden is dus geen moreel feit volgens Kant
  • Een goede daad is afhankelijk van de rationaliteit van de mens en niet van het karakter van de mens. Dit staat er helemaal los van.
    Of je nu een gierig persoon bent of een vrijgevig persoon maakt niet uit als je geld geeft aan de kindjes in Afrika. De rationaliteit en de daad tellen!

Lees meer...

COPERNICAANSE WENDING BIJ KANT

Copernicus draait voor het eerst de zaken allemaal om, wat leidde tot een eenvoudiger inzicht. Hij gaat alles vanuit een nieuw perspectief aanpakken.

Kant doet dit ook. Hij gaat er vanuit dat er kennis is in de wereld. Dit is een totale omwenteling in het denken.

Volgens Kant bestaat deze Copernicaanse wending ook uit het feit dat we alles met een roze blik bekijken. Kant gaat het cogito en de empirie vermengen en niet apart gaan denken zoals de anderen.
vb. De blik op het landschap

=> is volgens hem al onmiddellijk een geconstrueerde blik in bijvoorbeeld tijd en ruimte. De causaliteit is onmiddellijk in actie.

=> we kijken dus met een raster op de perceptie naar de wereld waar we wetmatigheden kunnen uithalen. Dit zorgt voor categorieën zoals tijd & ruimte, causaliteit. Moest het er niet zijn, waren alle dingen gewoon pixels en betekende het niets.

=> Hij spreekt over de synthetische oordelen a priori

GEVOLG: het is heel moeilijk de observatieve blik van de observator eruit te halen en zo objectief te observeren.

Vb. Wat is de bank zelf zonder mijn blik?

= DAS DING AN SICH. Maar volgens Kant weet niemand hoe dit eruitziet zonder je blik want je kan niet anders dan met je blik naar de wereld kijken.

=> Hij maakt een onderscheid tussen de eerste werkelijkheid (die waarin wij leven, FENOMENALE WERELD) + de tweede werkelijkheid (die de ware aard toont van objecten, NOUMENALE WERELD). Maar deze laatste kunnen we volgens hem dus niet kennen.

Opgepast: Kant zijn wending naar het subject (terwijl het vroeger altijd het object was geweest) mag men niet verwarren met subjectivisme!

Het is niet zo dat de werkelijkheid voor iedereen anders uitziet. De categorieën zijn universeel!

Dit probleem van de tweede werkelijkheid geraakt opgelost wanneer HUSSERL komt. Die schrapt namelijk DAS DING AN SICH en de tweede werkelijkheid. Volgens hem is de eerste werkelijkheid de enige die er is.

Lees meer...

KENNIS BIJ KANT

In Middeleeuwen: waarheid ligt in de bijbel. Niet akkoord? => Erge straffen.

Bij Kant: onderscheidt tussen 2 types kennis die ons moeten helpen vinden waar de waarheid ligt => REIN (kennis)

=> PRAKTISCH (levenswijsheid/moraal)

Vb. Hij heeft een totale afkeer van godsbewijzen.

Reden: kennis steunt op empirische data maar die heb je niet, dus elke vorm van rein vernunft kan niet.

OPGEPAST: door louter ervaring kan je ook niet tot kennis komen volgens Kant. Het is van cruciaal belang dat iets aan onze ervaring wordt toegevoegd.
De bron van die toevoeging ligt in ons verstand en niet in werkelijkheid zelf!

!Voor Kant is praktisch vernunft even belangrijk als rein vernunft, ze zijn evenwaardig voor hem!

=> Volgens Kant is er kennis en is er moraal. Kant is het daarom helemaal niet eens met Hume. Volgens Hume kan je van niets zeker zijn.
David Hume zijn verhaal start bij Descartes die kennis definieert:

Eerste axioma: cogito (notie van ik)

Tweede axioma: uitgebreidheid (notie van de wereld)

Hoe kan je zeker zijn dat wat je denkt zeker is in de wereld?

Je krijgt twee soorten kennis:

Ratio => Causaliteit/het redeneren (te maken met cogito)

Empirisch => kan ideeën opleveren en kan je volgens Hume voortdurend weer afbreken. Volgens hem kan je van niets zeker zijn, we hebben geen wetenschappelijke kennis.

Volgens Kant kan dat niet dat je niets wetenschappelijk kan bewijzen.

Iemand als Newton kan geen ongelijk hebben

Hij stelt dat we een goed inzicht in de wereld hebben.

Vb. Baan van Uranus klopt niet volgens de berekeningen:
sommigen zeggen: dat komt door God

Maar anderen: vinden een tweede planeet, Neptunus, die Uranus haar baan verstoort. (=> goed inzicht in de wereld)

Dus er is kennis volgens Kant

De vraag is dan hoe kennis en moraal mogelijk worden. Kant gaat opzoek naar mogelijkheidsvoorwaarden van een fenomeen:

Kant schrijft onder andere drie boeken die allemaal KRITIK heten:

Wat kan ik weten? => KRITIK DER REINDE VERNUNFT (kennis)

Wat kan ik doen? => KRITIK DER PRAKTISCHE VERNUNFT (moraal)

Wat mag ik hopen? => KRITIK DER REINDE URTEILSKRAFT

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen