Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Bureaucratie en oligarchie: de ‘IJzeren Wet’ van Robert Michels

- Weber: macht is geconcentreerd aan de top: een organisatie is een piramide

→ Robert Michels = leerling van Weber

- Oligarchie: bestuur is in de handen van weinigen

→ hoe groter en hoe meer gebureaucratiseerd een organisatie wordt, des te meer de macht geconcentreerd wordt in de handen van een klein aantal mensen die hoge posities bekleden

= onvermijdelijk aspect van grote organisaties

=> democratie: spanning tussen tendens naar bureaucratie en tendens naar democratie

→ democratie: participatie van de massa

→ moet georganiseerd worden

→ democratische partijen nemen leiding

→ ontwikkeling van bureaucratische partijmachines

- maar: machtsongelijkheid komt niet enkel voor in grote organisaties

→ kleine ondernemingen: strakkere controle

→ grote ondernemingen: ondergeschikten meer gezag, superieuren hebben geen tijd voor de controle van al het werk, vertrouwen ondergeschikten een deel van hun gezag toe

Lees meer...

Formele en informele groepen in de bureaucratie

- onrealistisch te denken dat ambtenaren die jarenlang een bureau delen niet een meer persoonlijke relatie aangaan

- Peter Blau: studie van informele relaties in een overheidsinstelling

→ regels omzeilen: netwerk van loyaliteiten ontstaat onder gelijke ambtenaren

→ primaire groep relatie

=> kunnen problemen beter aan + meet initiatief en verantwoordelijkheid

- informele netwerken ook hoger niveau van bureaucratische instellingen

→ managers aan de top: belangrijk voor machtsstructuur dat ze goede contacten hebben

Lees meer...

De bureaucratie

- letterlijke betekenis: regering door ambtenaren

→ negatieve connotatie: inefficiëntie, verspilling, werk creëren uit het niets

= een zichzelf versterkend proces

→ sociologisch perspectief: neutraal

= interactiemodel dat gekenmerkt wordt door grote zorgvuldigheid en een precieze, efficiënte administratie

- Webers bureaucratiebegrip: gulden middenweg tussen negatieve en positieve connotatie

→ bureaucratische gezagsverhoudingen zijn onmisbaar om het hoofd te kunnen bieden aan de eisen van grootschalige sociale systemen

→ historische en vergelijkende aanpak

=> ideaaltype: abstracte beschrijving die bedoeld is om bepaalde kenmerken van de werkelijkheid te accentueren

= verhelderende denkconstructie

=> kenmerken:

1. gezagshiërarchie

2. geschreven neerslag

3. voltijds en gesalariseerd

4. strikte scheiding

5. geen controle over de productiemiddelen

- effectiviteit van de bureaucratie: zeer rationeel en efficiënt interactiepatroon dat om enkele redenen niet gemist kan worden

→ strikte taakverdeling: beslissingen worden genomen op basis van algemene criteria

→ taken enkel verricht door daartoe opgeleide ambtenaren: verhoogd competentieniveau

→ salaris: vermindert corruptie

→ vakbekwame mensen: verkleint risico op verwerven van posities op grond van familieverwantschap

=> hoe meer een organisatie dit ideaaltype nadert, hoe effectiever deze is in het realiseren van haar doeleinden

→ maar: routine, onpersoonlijke aanpak, gebrek aan creativiteit en emotionele voldoening, zelfdiscipline: prijs die we betalen voor technische effectiviteit van de organisaties

Lees meer...

Formele Organisaties

- Organisatie: grote vereniging van mensen die met elkaar onpersoonlijk interacties onderhouden om specifieke doeleinden te bereiken

→ ontworpen: uitgedacht met oog op vervulling van bepaalde doelen

<-> meeste sociale systemen: in traditionele wereld gebaseerd op gewoonte

- waarom nodig?

→ wij zijn afhankelijker van elkaar

→ netwerk van interdependenties

Lees meer...

Primaire en secundaire groepen

- Primaire groepen: groepen die van fundamenteel belang zijn voor de vorming van onze sociale persoonlijkheid

→ interacties hebben betrekking op de gehele persoon

→ betrokkenen benaderen elkaar in een intieme sfeer

→ niet strikt geregelde interacties

→ grote emotionele betrokkenhei

- secundaire groepen: mensen die met elkaar op regelmatige basis interacteren

→ onpersoonlijke relatie

→ geen intieme banden

→ komen samen met oog op praktische doeleinden

Lees meer...

Soorten van sociale verbanden

- Sociale vereniging: mensen die met elkaar interacteren op regelmatige basis

→ er vormt zich een onderscheiden sociale identiteit met een eigen sociale identiteit

→ gedragsverwachtingen ten aanzien van elkaar en van niet-leden

- Aggregaten: verzameling van mensen die op eenzelfde moment in eenzelfde ruimtelijke omgeving zijn

→ geen bepaalde sociale banden

→ ongerichte interacties

- Sociale categorie: statistische eenheid van mensen die op de grond van een of ander kenmerk samen worden geclassificeerd

→ hoeven niet te interacteren of op dezelfde plaats te zijn

→ belangrijk voor het sociologisch onderzoek

Lees meer...

Sociale Rolanalyse

- Dubbele contingentie

→ iedere interactiedeelnemer blijft in het ongewisse over de motieven en streefdoelen andere interactiedeelnemers

=> men weet nooit weten hoe de ander op zijn gedrag of taaluitingen gaat reageren en zij zijn niet zeker over onze reacties

=> met hoe meer we zijn, hoe groter de onzekerheid

- Sociale routine

→ om probleem van dubbele contingentie op te lossen

= we volgen meestal in interactie processen voorgevormde gedragspatronen of rollen 2 redenen:

1. we hebben deze geleerd en ze maken deel uit van onze persoonlijkheid

2. wanneer we deze volgen, moeten we minder inspanning doen om interacties aan te knopen en in stand te houden

=> alleen wanneer interactiedeelnemers rollen spelen kunnen ze het contingentieprobleem oplossen, de onzekerheid verkleinen

- sociale rol

= sociaal vastgelegde gedragsverwachtingen tav individuen die een bepaalde sociale positie bekleden

de plaats die een individu aanneemt ten aanzien van anderen, hoe iemand zich verhoudt tot anderen

→ welke rol men speelt hangt af van de sociale context waarin men zich bevindt

=> geheel van rollen dat iemand vervult, geeft een individu een sociale identiteit

- spelen van verschillende rollen leidt soms tot tegenstellingen

extern rolconflict: gedragsverwachtingen die horen bij een rol, kunnen in conflict komen met gedragsverwachtingen van een andere rol

=> rollen afbakenen in tijd en ruimte helpt het conflict te beheersen

intern rolconflict: als gedragsverwachtingen die horen bij één rol tegenspraken bevatten

Voorbeeld: de rol van de zieke

- ook sociaal geconstrueerd:

→ geeft ad gezonden een houvast: ze weten wat ze al of niet van de zieke mogen verwachten

→ geeft aan zieke houvast: weet hoe hij zich kan en mag gedragen

- Parsons: omschrijving van rol van de zieke

a) ontslagen van sociale verantwoordelijkheden en vrijgesteld van normale rolverplichtingen

b) recht op verzorging

c) moet ziek zijn als onwenselijk ervaren en moet beter willen worden

d) plicht om bevoegde hulp in te roepen en om met de deskundige mee te werken

Lees meer...

Proxemics (E. Hall)

- persoonlijke ruimte

→ culturele gewoonten: verschillen in iedere samenleving

- 4 zones van persoonlijke ruimte:

1. Intieme afstand: 0-30 cm, intieme relaties (geliefden, ouders, kinderen)

2. persoonlijke afstand: 30cm – 1m, vrienden, goede bekenden, gelimiteerd lichaamscontact

3. sociale afstand: 1-4m, formele interacties

4. publieke afstand: >4m, uiteenzettingen voor een groter publiek

=> niet altijd expliciet, soms past men zijn gedrag op een subtiele manier aan de anderen aan, en interacteert men met hem

= ongerichte interacties

Samenvatting hulpmiddelen om interacties aan te knopen, in stand te houden of ordelijk te laten verlopen

  1. gedrag & uitingen v ander interpreteren, om er zo goed & kwaad als kan op te kunnen reageren
  2. genante voorvallen vermijden door zich zo gunstig mogelijk voor te doen: impression management en dagelijkse contacten door beleefde inattentie vlot laten verlopen
  3. leven dragelijk maken door naast een front region een back region in te stellen, waar de interacties wat losser verlopen
  4. persoonlijke ruimte respecteren
  5. afbakenen van interacties: bracketing
  6. clichés gebruiken
  7. het belangrijkste hulpmiddel zijn sociale rollen
Lees meer...

Dramaturgie

- Tact:

= inspanningen om gezichtsverlies te vermijden: ontwijken wat voor zichzelf of de ander pijnlijk of gênant is. bv. bepaalde onderwerpen vermijden of naar clichés overgaan

→ gelaatsuitdrukking, lichaamshoudingen, gebaren beheersen om interactieproces niet te verstoren

→ wederzijdse garantie van de gesprekspartners: ‘ik zal niet spreken over de dingen die onaangenaam zijn voor jou, als jij niet spreekt over de dingen die mijn zwakheden onder de aandacht brengen’

- Impression Management:

= zo goed mogelijk indruk maken op anderen, 2 manieren om uitdrukking te geven aan gevoelens, ideeën, …

1. verbale uitdrukkingsmethoden die men onder controle heeft

2. non-verbale middelen die veel verraden over de persoon, niet in controle

= lichaamshouding, blozen, …

=> men kan verbale uitdrukking toetsen aan non-verbale uitdrukking om waarachtigheid ervan te testen

=> als een theater waarin iedereen speler en toeschouwer is

→ men kan de sociale orde in stand houden als we de illusie koesteren dat we menen wat we zeggen, wat storend is, achterwege laten

→ dus spelen wij de hele tijd komedie, houden de illusie op, doen alsof = fundament van de sociale orde

Mechanismen die ons helpen bij de interactie:

- Beleefde Inattentie

= ieder individu laat met één blik blijken dat de aanwezigheid van anderen is opgemerkt, zonder gebaren maken die de ander als opdringerig aanschouwen

→ mensen geven elkaar hierdoor veel te kennen: vorm van tolerantie

=> zeer belangrijk, men ziet dit als de regel wordt overtreden

bv. aanstaren van anderen wordt als offensief gedrag gezien

- Focused interaction’ and ‘unfocused interaction’

→ Focused Interaction: gerichte interacties, individuen richten zich uitdrukkelijk tot elkaar, schenken directe aandacht aan wat anderen zeggen of doen

→ unfocused interaction: ongerichte interacties, wanneer mensen op een bepaalde plaats samen zijn en wederzijds bewust zijn van elkaars aanwezigheid, zonder tot een directe interactie over te gaan

- Voorplan en achterplan

→ Voorplan: plek waar sociale interacties min of meer geformaliseerd verlopen

→ Achterplan: waar deze optredens worden voorbereid

= plek waar mensen niets hoeven op te houden, verborgen sociaal leven

= plaats waar mensen zich minder moeten beheersen, zich niet formeel moeten gedragen, hun gevoelens vrije loop kunnen laten of zich voorbereiden op een nieuwe performance op voorplan

=> komt op alle niveaus en instituties voor

- Bracketing

→ sociale leven bestaat uit opeenvolging van ontmoetingen met anderen

→ ‘brackets’ markeren begin en einde van iedere episode van gerichte interactie

+ scheiden iedere ontmoeting v achtergrond v ongerichte interacties waartegen ze zich afscheidt

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen