HET TAOÏSME
- Gepubliceerd in Sociologie
‘filosofisch taoïsme’: oorspronkelijke ideeën van Lao Zi en Zhuang Zi
‘religieus taoïsme’: bepaalde ontwikkelingen van enkele eeuwen later.
Zhuang en het boek Zhuangzi
- De belangrijkste stamvader van het taoïsme, excentriekeling. Door zijn sceptische en anarchistische houding nooit erg populair geweest in het latere Chinese denken.
- Het boek is en collectie oude geschriften (φ teksten, fabels, sprookjes, …) en onderverdeeld in Innerlijke Geschriften, Uiterlijke Geschriften en Gemengde geschriften.
- Gericht aan mensen die zich willen terugtrekken in het privéleven: een handleiding voor de individualist die zijn eigen leven wilde leiden (los van een ambtelijke loopbaan).
Kerngedachten van de Zhuangzi
- Politieke chaos van die tijd: “trek je terug uit de samenleving”. Centraal: het zich losmaken van conventionele waarden en redelijke argumenten, het standpunt en het relativeren van waarden. Voorzichtigheid bij het beoordelen van anderen. (Alles is voortdurend in beweging en dus aan het veranderen.)
- Scepticisme een levenshouding die van elke zekerheid afziet.
- Spontaneïteit en zuivere ervaring, eerder een ‘weten hoe’ dan een ‘weten dat’ (vnl. begrepen door ambachtslieden). ‘ziran’(vanzelf zo): de natuur is eenvoudig zoals de dingen vanzelf gebeuren. De Wijze past zich aan aan de loop der dingen en tracht niet zijn wil op te leggen aan hen. De Wijze handelt niet, de Weg is werkzaam in hem.
Lao Zi en de Daodejing (het Boek van de Weg en de Deugd)
Het boek is een lang filosofisch gedicht:
- Dao-deel: de aard van het Dao en de Weg (metafysisch).
- De-deel: sociaal-politieke zaken.
Kerngedachten van de Daodejing
- Dao: de fundamentele werkelijkheid. Dao gaat vooraf aan alle dingen. Het is datgene waardoor alles bestaat en is wat het is, maar zelf niet tot de dingen behoort. Het is zeer onzelfzuchtig, leeg, vormeloos en zonder naam.
- De: het principe van de afzonderlijke dingen, de werking van het Dao in het ding. De Dao gaat vooraf aan alle dingen, maar blijft ook nadien aanwezig in de dingen als een energie, een kracht, voortdurend in beweging.
Terugkeren naar Dao
- Men moet voortdurend terugkeren naar de Weg. Om te kunnen zij wat ze zijn, moeten dingen stevig hun wortels in de grond geplant houden. Een Wijze kiest voor een eenvoudige manier van leven (hij streeft niet naar wat hij wil bereiken, maar gaat de tegenovergestelde richting uit). Hij tracht de Weg van de terugkeer te bewandelen. (meditatie)
- Men moet terugkeren naar dingen die men als kind bezaten: zuiverheid, oprechtheid en spontaneïteit (vernietigd door opvoeding en aanpassing aan de cultuur) ‘wuwei’ = niet handelen: goede dingen worden spontaan gedaan, onbewust en onbezorgd over het feit of anderen dit als deugd beschouwen.
- Staat: ideaal gezien moet het centrale gezag tot een minimum herleid worden.
Gezondheid, lang leven en onsterfelijkheid
- De Wijze heeft weinig begeerten en vermijdt daardoor ook angsten en emoties die anderen doen wegkwijnen. Gezondheid en leven wordt gevoed door het ‘niet tussenkomen’ en het ‘spontane leven’. Een daoïst wordt bij zijn dood weer opgenomen in de kosmos, om later opnieuw gebruikt te worden bij het voortbrengen van nieuwe dingen.